Triptanen bij migraine (3)

In mijn extramurale praktijk zie ik dagelijks hoofdpijnpatiënten die tien jaar na de introductie van de eerste triptan spontaan getuigen van het heilzame effect ervan op hun migraine en op de kwaliteit van hun dagelijks leven. Je hoeft geen professor te zijn om te weten dat dit geen wetenschappelijk bewijs is, maar mijn observaties stroken wel met de talloze publicaties over de effectiviteit van de triptanen. Het kan bij prof. Vermeulen niets anders zijn dan gebrek aan ervaring met deze groep gewone neurologische patiënten dat hij dergelijke ‘wetenschappelijke’ uispraken doet over de bijwerkingen van triptanen en over de effectiviteit van aspirine (MC 19/2003: 761). Ik ben benieuwd op welke studies zijn opmerkingen stoelen.

Het ergert mij dat prof. Vermeulen voortdurend de pers zoekt met zijn aanklachten, maar veel meer nog irriteren mij zijn stijl en het gebruik van adjectieven als ‘hoofdpijnprofessor’. Hieruit blijkt dat vorige-eeuwse academische dédain voor hoofdpijn, waarmee generaties artsen en neurologen zijn opgeleid tot in hoofdpijnpatiënten ongeïnteresseerden.

Ik ga ervan uit dat Ferrari objectief is in zijn keuze voor medicatie bij migraine. In mijn jarenlange samenwerking met hem is mij nooit anders gebleken. Hij is een van de eerste neurologen in Nederland die op transparante wijze aangaf hoe zijn belangen in relatie met de industrie liggen, en deed dat al lang voordat de thans vigerende richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie hierover uitkwam. Vertrouwen in iemands geloofwaardigheid zit dan in de mind of the beholder.

Amsterdam, juni 2003