Laatste nieuws
1 minuut leestijd
Wetenschap

Simpeler opsporing osteoporose

Plaats een reactie


Het identificeren van vrouwen met een hoog risico op fracturen door botontkalking is met de bestaande richtlijnen te omslachtig. Efficiënter is het om rekening te houden met leeftijd en eerdere fracturen en om de wervelkolom te fotograferen. Ook het meten van de botmineraaldichtheid van vinger- of teenkootjes is een goede methode om te screenen op botontkalking. Dit schrijft huisarts Richard Versluis in zijn studie over het diagnosticeren van osteoporose in de huisartsenpraktijk, waarop hij vandaag in Leiden promoveert.


Deelnemers aan het Leidse onderzoek waren 494 vrouwen in de leeftijd 55 tot 85 jaar uit één huisartsenpraktijk. Aan de hand van een ruime definitie van lage botdichtheid en/of ernstige wervelvervormingen, stelde de arts vast dat 16 procent van de vrouwen osteoporose had. Hoewel 19 procent van de vrouwen ten minste één botfractuur had gehad, was bij slechts 2 procent osteoporose gediagnosticeerd. Het onderzoek wees uit dat het gebruik van foto's van de wervelkolom leidt tot een beter risicoprofiel voor osteoporose. Een simpel model, gebaseerd op leeftijd en een eerdere fractuur selecteerde 38 procent van alle vrouwen, en identificeerde 76 procent van de vrouwen met osteoporose.


De huidige richtlijnen voor screening op osteoporose gaan uit van veel klinische risicofactoren. Bij slechts drie hiervan vond Versluis een significant verband met osteoporose: een lage BMI (body mass index), eerdere fracturen en ernstige vervorming van de wervelkolom of lengteverlies. Een lichaamslengte die kleiner is dan de armspanwijdte, werd verondersteld een aanwijzing te zijn dat iemand osteoporose heeft. Versluis stelde vast dat dit verschil geen indicatie is voor vervormingen van de wervelkolom en botontkalking.


Een ander probleem is de beschikbaarheid van methoden die osteoporose kunnen vaststellen. Vaak gebeurt dit door meting van de botmineraaldichtheid (BMD) met dual energy X-ray absorptiometry. Versluis toonde aan dat de BMD van vinger- of teenkootjes, gemeten met radiologische absorptie (RA), redelijk overeenkomt met de BMD van de dijbeenhals. Vrouwen met ernstige vervormingen van de wervelkolom hadden een sterk verlaagde BMD in zowel vingerkootjes als dijbeenhals. Versluis concludeert dat RA van de vingerkootjes goed bruikbaar is voor een eerste screening op osteoporose. <


Wetenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.