Screenen verlengt leven niet
1 reactieScreenen op ziektes kan allerlei voordelen hebben, maar zal het leven waarschijnlijk niet verlengen. Dat is de conclusie die Nazmus Saquib e.a. trekken nadat zij meta-analyses en gerandomiseerde onderzoek naar het effect van screening op mortaliteit hebben geanalyseerd. De resultaten staan in International Journal of Epidemiology.
Saquib e.a. zochten RCT’s en meta-analyses waarin screening op ziektes waarvan overlijden een veel voorkomende uitkomst is. Denk daarbij aan mammografieën, testen op fecaal occult bloed om darmkanker en buikecho’s om een abdominaal aneurysma van de aorta op te sporen.
In bijna een derde van de RCT’s werd vastgesteld dat de kans om te overlijden aan de ziekte waarop gescreend werd (ziektespecifieke mortaliteit) afnam door screening. Bij slechts 1 op de 10 nam de kans om vroegtijdig te overlijden door welke oorzaak dan ook (totale mortaliteit) af. Geen enkele meta-analyse toonde aan dat de totale mortaliteit door een onderzochte screeningsmethode afnam. Bij vier screeningsmethoden kwam uit de meta-analyse wel een reductie in ziektespecifieke mortaliteit (de bovengenoemde testen én flexibele sigmoïdoscopie om colorectale kanker op te sporen).
Daarbij merken de auteurs, onder wie John Ioannidis, op dat zij bij een aantal trials die een reductie in totale mortaliteit laten zien, vraagtekens zetten. Bijvoorbeeld omdat er gelijktijdig met de screening ook andere interventies plaatsvonden.
Ze benadrukken dat daarmee niet gezegd is dat screening niet effectief kan zijn: er zijn meer uitkomsten dan sterfte alleen. Maar de hoop dat de levensverwachting door uitvoerig screenen toeneemt, moet getemperd worden, wat hen betreft.
Sophie Broersen
- International Journal of Epidemiology, 2014. Doi: 10.1093/ije/dyu140
Lees ook:
- ‘Screening verlaagt sterfte borstkanker niet’
- Darmkankerscreening verlaagt totale sterfte niet
- Wetenschap en waarheid zijn niet één
- Kanker: minder screenen, meer voorkomen
Roderik Kraaijenhagen
Cardioloog, Amsterdam
Screenen we op de verkeerde ziekten of screenen we op de verkeerde manier? Een verklaring voor de uitkomsten van het onderzoek van Saquib is dat risicofactoren vaak van invloed zijn op meerdere aandoeningen. Zo spelen roken, overgewicht en lichamelij...ke inactiviteit een rol in de risicoalgoritmen van kanker, hart-&vaatziekten en diverse andere chronische ziekten, zoals diabetes en COPD. Vanwege deze complexe etiologie van de belangrijkste (chronische) ziekten heeft het screenen van de populatie op 1 van de aandoeningen geen of nauwelijks invloed op de over-all mortaliteit als er geen rekening gehouden wordt met competitieve sterfte en er aan de onderliggende risicofactoren niets wordt gedaan.
Geïntegreerde risicoprofilering speelt hierop in door, m.b.v. elkaar deels overlappende risicofactoren, één samenhangend gezondheidsprofiel voor een individu op te stellen. ‘Risicoscreening’ maakt daarmee een individuele, stapsgewijze preventie/vroegdiagnostiek aanpak voor meedere aandoeningen mogelijk, hierbij rekening houdend met competitieve sterfte en biologische leeftijd. O.b.v. het persoonlijke risicoprofiel kunnen gericht aanvullend onderzoek en/of preventieve maatregelen worden aangeboden.
De ratio voor een dergelijke aanpak is gebaseerd op biostatistische principes, waarbij de individuele (pretest) kans op ziekte kan worden gerelateerd aan wetenschappelijk erkende en in de praktijk gevalideerde test- en behandeldrempels. Hierdoor worden alleen mensen met een gedefinieerd verhoogd risico verder gescreend. Personen met een laag risico worden zo niet onnodig onderworpen aan verdere, mogelijk invasievere, vormen van (vroeg)diagnostiek. Daarnaast kan ieder individu op basis van zijn/haar risicoprofiel een persoonlijk gezondheidsbevorderend advies krijgen gericht op beinvloedbare risicofactoren.
Het NIPED onderzoekt al vanaf 2005 de effectviteit van een hierop gebaseerde aanpak. Hiermee is afname van het cardiometabool risico en verzuimreductie gerealiseerd, en kan nauwkeuriger het dikkedarmkanker risico worden voorspeld dan met FIT alleen. Bovendien wordt de motivatie van het individu voor gedragsverandering verhoogd en neemt een groot deel van de deelnemers daadwerkelijk actie ter bevordering van de gezondheid. (zie: https://www.preventiekompas.nl/nl/niped-insituut/publicaties/)