Raamplan 2020 maakt artsen toekomstproof
Raamplan 2020 focust op positieve gezondheid en samenwerken
3 reactiesHet nieuwe Raamplan Artsopleiding 2020 voor de geneeskundeopleidingen geeft richting aan wat artsen in de nabije toekomst moeten kunnen. Commissieleden Roland Laan en Marjolein van de Pol lichten toe.
De arts van straks is wendbaar en flexibel, kan prima met ICT omgaan, maar is geen nerd. Houdt de communicatiekanalen naar alle kanten open, leert voortdurend bij en kan feedback vragen en ermee omgaan. Kent misschien niet alle antibioticavoorschriften uit het hoofd, maar weet wél wanneer en waar hij dat kan opzoeken. De dokter van de toekomst zet preventie ‘first’, geeft positieve gezondheid voorrang en heeft geleerd om te reflecteren op ethische dilemma’s, zoals rond palliatieve zorg.
Dit is een losse vertaling van een aantal vaardigheden en competenties die geneeskundestudenten binnenkort in hun opleiding zullen leren. Ze staan omschreven in het Raamplan Artsopleiding 2020, dat onlangs is verschenen en dat vanaf nu wordt ingevoerd. De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) was de opdrachtgever.
Kernvaardigheden zoals het afnemen van een goede anamnese en klinisch redeneren staan niet ter discussie. Maar er zijn belangrijke accenten aangebracht door de commissie onder leiding van Roland Laan, hoogleraar ontwikkeling medisch onderwijs aan het Radboudumc. Er is nadrukkelijk aandacht voor preventie, voor positieve gezondheid, netwerkgeneeskunde.
Het raamplan sluit aan bij tendensen in de medische zorg die al gaande zijn, bevestigt Marjolein van de Pol, opleidingsdirecteur geneeskunde aan het Radboudumc en projectcoördinator raamplanherziening. Laan was eveneens betrokken bij de editie van 2009. ‘Het verschil nu was dat we breder input hebben gevraagd. Er was een projectgroep met onder meer de umc’s, KNMG, aiossen, studenten, patiënten, verpleegkundigen en paramedici. Vanuit verschillende hoeken hebben mensen meegedacht, dat was heel nuttig. Zo hebben de studenten ons geholpen om de algemene competenties beter te verwoorden.’
Roland Laan houdt de cover van het nieuwe Raamplan 2020 en de vorige, uit 2009, naast elkaar voor de camera tijdens het video-interview. Op de oude: artsen in witte jas. Op de nieuwe: artsen samenwerkend met andere zorgverleners, achter een scherm, naast een patiënt, buiten het ziekenhuis. ‘Dit beeld toont aan welke kant het op gaat.’
Wanneer zullen de eerstejaars er iets van gaan merken?
‘In principe is het raamplan direct van kracht. Het ministerie bereidt met het nieuwe raamplan een nieuw Besluit artsopleiding voor. De geneeskundeopleidingen hebben afgelopen jaren niet stilgestaan en verschillende faculteiten brengen de vernieuwingen al in de praktijk. Voor de wat verdergaande veranderingen hebben de opleidingen wat meer tijd nodig.’
Eerder klonk de roep om meer aandacht voor leefstijlgeneeskunde en positieve gezondheid – en dat is terug te zien. Andere onderwerpen waarvoor gelobbyd werd, lijken minder zichtbaar, zoals stervensbegeleiding en medische informatica.
Laan: ‘Volgens mij ademt het raamplan in zijn geheel een andere sfeer uit: van een generieke basis en algemene competenties die bijdragen aan goede gezondheidszorg. Dit betekent meer aandacht voor preventie en behoud van gezondheid, een brede inzet op interprofessioneel samenwerken, waarborgen van zinnige en goede zorg voor iedereen. Alles vanuit de aandacht voor een leven lang leren. Deze algemene competenties zijn daarmee de basis voor de onderwerpen die u noemt.’
Er is veel bij gekomen; zijn er ook aspecten geschrapt?
Van de Pol: ‘We hebben minder de nadruk gelegd op specifieke lijsten met ziektebeelden. De opleidingen hebben de vrijheid te kiezen welke specifieke voorbeelden ze gebruiken om verschillende concepten duidelijk te maken.’
Een duidelijke verandering is de keuze voor meer focus op de eerste lijn, langere stages en meer stages buiten het ziekenhuis.
Laan: ‘We denken dat meer stages in de eerste lijn en in de sociaalgeneeskundige sector helpen bij het realiseren van de eindtermen en het sterkere accent op gezondheidsbevordering en preventie. We realiseren ons ook dat geneeskundestudenten nog altijd minder geneigd zijn om te kiezen voor specialisaties als ouderengeneeskunde of arts maatschappij en gezondheid. Daarbij speelt “onbekend maakt onbemind” mogelijk een rol. Toch is er nu én in de toekomst veel behoefte aan deze beroepen.’
Er is meer aandacht voor preventie en behoud van gezondheid
Hoe kunnen opleidingen hier invulling aan geven?
Van de Pol: ‘Je kunt denken aan stages in huisartsenpraktijken, verpleeghuizen, bedrijfsgeneeskunde, maar ook stages “in de wijk” in samenwerking met welzijnswerkers. Of langere geïntegreerde coschappen, met meerdere specialismen tegelijk – zowel binnen als buiten de kliniek.’
Hoe worden de vaardigheden eigenlijk gecontroleerd, zoals of een arts wel voldoende ‘prik-uren’ heeft gemaakt, of dat hij kan intuberen?
Van de Pol: ‘De eindtermen beschrijven de generieke competenties van de arts en daarmee dat wat hij moet kennen en kunnen. Er is een paragraaf opgenomen over beroepsactiviteiten om het leren in de praktijk te ondersteunen. Intuberen is een heel specifieke vaardigheid die een arts die een specialisme gaat uitoefenen waar die vaardigheid nodig is, zich dan snel kan eigen maken.’
Toont de recente corona-uitbraak niet aan dat je moet blijven investeren in basale vaardigheden?
Laan: ‘Het benadrukt het belang van generieke competenties, en een leerhouding die het mogelijk blijft maken om artsen snel bij te scholen in de juiste vaardigheden om hen elders in te zetten.’
U merkt in het plan zelf ook op dat ontwikkelingen in de zorg razendsnel gaan. Is dit raamplan opnieuw tien jaar houdbaar?
Laan: ‘Misschien niet, ons voorstel is om over een paar jaar te kijken of het nog werkbaar is. We zullen het periodiek evalueren en waar nodig al bijsturen.’
‘Niet alleen de foto, maar de hele film’
Wat vinden opleiders van het nieuwe raamplan? Gerda Croiset, voorzitter van het landelijk overleg opleidingsdirecteuren geneeskunde, is uitgesproken positief. ‘Het zorglandschap verandert snel, dokters moeten daar op nieuwe manieren mee omgaan. Uiteraard brengen we studenten kennis, kunde en vaardigheid bij, dat staat buiten kijf. Maar het vorige raamplan ging nogal uit van ziekte en ziek-zijn. De realiteit van nu is dat patiënten vaak aandoeningen hebben, maar wel functioneren. Het nieuwe raamplan houdt daar rekening mee. De geneeskunde van straks kijkt als het ware niet alleen naar een foto van een patiënt, maar bekijkt de hele film: wat is het beloop, wat gebeurde ervoor en erna, wat is de context, de sociaal-culturele achtergrond, de motivatie van de patiënt?
De trend binnen de zorg is bovendien dat mensen veel meer thuisblijven, eens te meer benadrukt door covid-19. Dat moet ook terugkomen in de opleiding: hoe houd je zicht op de patiënt als deze steeds minder in het ziekenhuis is? Coschappen moeten meer buiten de deur plaatsvinden.
Bij aanvang van de studie denken 17-, 18-jarigen dat ze in het ziekenhuis gaan werken, als in een Dr. House-achtige setting, waarbij ze voortdurend worden geconfronteerd met mysterieuze ziekten. Uiteindelijk komt 60-70 procent van deze artsen later extramuraal te werken, en is de aandoening van hun patiënt veelal bekend. De toekomstige uitdaging van geneeskundestudenten is dus: hoe zorgen we dat de patiënt, vaak met multimorbiditeit, een zo goed mogelijke behandeling krijgt? Daarbij past een accent op leefstijl en preventie.’
-
Marieke van Twillert
Marieke van Twillert is sinds eind 2015 journalist bij Medisch Contact. Arbeidsmarkt en internationale gezondheidszorg hebben haar speciale aandacht, maar ze volgt ook het levenseindedebat, medische technologie en internationale gezondheid. Marieke is een van de presentatoren van MC de Podcast en schrijft geregeld een bijdrage voor de rubriek Media en Cultuur.
Julian Lieverse
masterstudent geneeskunde, Nijmegen
De competenties en kennisdomeinen van de arts van morgen worden in belangrijke mate bepaald door het Raamplan Artsopleiding 2020, dat onlangs is gepubliceerd. In dit Raamplan is veel aandacht voor preventie, zorg buiten het ziekenhuis en ouderen. Dez...e onderwerpen ondersteun ik van harte. Toch worden twee belangrijke onderwerpen over het hoofd gezien: klimaatverandering en duurzaamheid.
Waar het Raamplan rept over ‘klimaat’, gaat het over het leerklimaat. Als het gaat over ‘duurzaamheid’ gaat het over het duurzaam inzetbaar zijn in de organisatie. Het gaat over vergrijzing van de samenleving, maar niet over vergroening van de zorg. Klimaatverandering is echter de grootste bedreiging van de volksgezondheid van de 21ste eeuw. Mondiaal zullen er meer voedseltekorten ontstaan door droogte of juist overstromingen. Infectieziekten krijgen meer kans. Geld om de klappen van natuurrampen op te vangen kan niet worden besteed aan de gezondheidszorg. Ook in Nederland moeten we ons hier bewust van zijn. De uitstoot van fijnstof zorgt nu al voor duizenden vroegtijdige doden per jaar. Hittegolven zullen vaker voorkomen, waardoor zonder goede maatregelen meer mensen zullen overlijden.
De gezondheidszorg is zelf ook een grote vervuiler. Van de totale uitstoot aan broeikasgassen is 5 procent afkomstig van de gezondheidszorg. In 2030 moet de CO2-uitstoot zijn gereduceerd met 49 procent ten opzichte van 1990, in 2050 zelfs met 95 procent. De gezondheidszorg is dus belangrijk om deze doelstellingen te halen. Gelukkig zetten zorginstellingen al de nodige stappen. Zo hebben diverse partijen de Green Deal Zorg 2.0 ondertekend waarmee ze aangeven te gaan verduurzamen.
Ook voor de arts van de toekomst liggen nu al belangrijke uitdagingen klaar. De problemen rondom klimaatverandering moeten we duidelijk maken aan alle artsen. Willen wij écht toekomstbestendige artsen opleiden, dan moeten we klimaatverandering opnemen in het Raamplan Artsopleiding 2020.
GJ Bonte
Neuroloog, Dalfsen
@Keppel Hesselink: Maak je niet druk! Nog voordat de eerste artsen die volgens dit blinkende raamplan zijn klaargestoomd in onze geneeskunde leerfabriekjes en op de werkvloer zijn afgeleverd afgeleverd, zijn we al weer twee zeer ambitieuze en evenzee...r nietszeggende raamplannetjes verder...
Het is bezigheidstherapie voor mensen die blijkbaar niets beters te doen hebben. Een vorm van "verborgen werkloosheid" zogezegd. Niets om je druk over te maken. Te onbelangrijk om zelfs maar te lezen...
jan keppel hesselink
pijnarts, Bosch en Duin
Ik lees de korte omschrijving aan het begin van dit artikel over het profiel van de arts van de toekomst. Ook lees ik dat er minder nadruk komt op het kennen van ziektebeelden.
Het zal wel aan mij liggen, maar de beschrijving van de arts van de toe...komst lijkt mij meer een beschrijving van een medisch sociaal werker dan een beschrijving van een clinicus. Dit soort toekomstige artsen zullen wel over vers fruit kunnen spreken maar herkennen in hun spreekkamer niet meer de beginnende Parkinson patient in die ouder wordende man die klaagt over depressieve gevoelens.
Ze zullen niet meer a vue de patient met de ziekte van Marfan herkennen en frome frustes van ziektebeelden kennen ze vermoedelijk al helemaal niet meer. De klinische blik zal wel geëvolueerd zijn in de modes en gektes van de hedendaagse tijd.
De essentie van een arts is nu juist dat hij uiteenlopende ziektebeelden kent, de pathologie ervan begrijpt en de symptomatologie, en op basis daarvan zijn patienten kan adviseren. Informatie over hoe gezond wortels zijn, yoga en dagelijks wandelen, dat vindt immers iedereen bij elke coach om de hoek en zo ongeveer op elke site over gezondheid.
Het lijkt me dat we totaal op de foute weg zijn met het omarmen van 'lifestyle' geneeskunde en het opleiden van artsen als sociaal werkers. Maar goed, daar komen we wel weer achter in 2030. Dan wordt klinische kennis en ervaring vast weer hoger gewaardeerd.