Laatste nieuws
Wilbert van Rooij
1 minuut leestijd

Pseudowetenschap

Plaats een reactie

In zijn tendentieuze column ‘Pseudowetenschap’ (MC 47/2008: 1947) waarschuwt epidemioloog Luc Bonneux de lezers nog maar eens voor psychodynamische therapieën die schadelijk, riskant en onbewezen zouden zijn. Onderbouwing voor zijn stelling haalt hij uit een artikel in JAMA. Daaruit zou de effectiviteit van psychodynamische therapie moeten blijken, maar Bonneux brandt de studie op methodologische gronden af.


Hier maakt hij een denkfout, die hij in de rest van zijn betoog voortzet. Omdat de JAMA-studie in zijn ogen methodologisch niet goed in elkaar zit, zullen de onderliggende theorie, de onderzoekers, het psychodynamische onderzoeksveld en psychiaters (en psychologen?) die psychodynamische therapieën doen ook wel niet deugen. Hierbij haalt de columnist Freud nog maar eens van stal, alsof hij nog steeds de bron zou zijn waar een psychodynamisch therapeut dagelijks uit put.


Misschien moeten we concluderen dat Bonneux geen enkel zicht heeft op wat er anno 2008 gebeurt in psychotherapieland. Mogelijk wil hij hier ook geen zicht op krijgen, want in zijn inleiding zet hij verschillende groepen mensen met psychische aandoeningen weg als ‘mensen die niet goed bij hun hoofd waren’, een kwalificatie die zelfs voor een column behoorlijk denigrerend en stigmatiserend is.


Had Bonneux moeite gedaan zich te verdiepen in zijn onderwerp, dan had hij kennis kunnen nemen van een snelgroeiende hoeveelheid fundamenteel onderzoek naar grondslagen en effecten van psychodynamische therapievormen, waarin kennis uit zowel neurowetenschappen, cognitieve wetenschappen, sociale psychologie als ontwikkelingspsychologie (hechtingstheorie) samenkomt. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot effectievere behandelingen voor ernstige aandoeningen zoals de borderlinepersoonlijkheidsstoornis (waartegen geen bewezen effectieve cognitieve therapievorm bestaat). De effectiviteit van bijvoorbeeld de mentalisation-based therapy is inmiddels meermalen overtuigend met randomized controlled trials aangetoond. Veel moderne cognitieve gedragstherapeuten hebben ingezien dat psychodynamische elementen onmisbaar zijn in hun behandeling en incorporeren deze (zoals bij de eveneens evidence-based schemagerichte therapie het geval is).

Tilburg, november 2008

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.