Poolse arts hoeft geen Nederlands te spreken (2)
Plaats een reactieRegelmatig treft men bedenkingen aan betreffende de onderlinge erkenning van medische diplomas in landen van de Europese Unie, zo ook in Medisch Contact (MC 41/2007: 1672). Er wordt dan gepleit voor codificatie van veel uitgebreider regelgeving in de Europese Directieven, vooral op het gebied van talenkennis. Eigenlijk is dat vreemd. Op nationaal niveau roepen de verenigingen allen dat regelgeving zoveel mogelijk aan de professie moet worden overgelaten, op Europees gebied zou dat dus niet gelden.
Nu is onderlinge erkenning van diplomas met zo weinig mogelijk restricties een hoeksteen van de gemeenschappelijke Europese markt. Daarbij horen geen examens en geen gedetailleerde regelgeving. De EU zal wat dat betreft geen uitzondering kunnen maken voor de medische beroepen. De consequentie is dat bij migratie van artsen in de EU de zelfregulerende mechanismen van de professie hun werk moeten doen. Toelatingsprocedures van ziekenhuizen, huisartsengroepen en werkgevers zorgen daarvoor.
In Nederland en enkele andere Europese landen is er ook het systeem van visitatie. Zelfstandige vestiging zonder locale talenkennis zal vrijwel nooit voorkomen. Er is dan ook op Europees niveau maar heel weinig casuïstiek van gevallen waarin dit mis gaat. Ten slotte zijn er in tuchtrecht en eventueel civiel recht nog correctiemogelijkheden. Als de professie op een verstandige wijze met migratie van artsen in de EU omgaat, is er weinig reden voor bezorgdheid.
Nijmegen, oktober 2007
Dr. C.C. Leibbrandt, oud secretaris-generaal UEMS
- Er zijn nog geen reacties