Orde-voorzitter: Loon naar werken, of toch niet?

Na de kwaliteit van de zorg is nu ook onze honorering tot publieke schietschijf verklaard en dus onderhevig aan zware politieke druk.

Minister van Financiën Wouter Bos heeft zich na uitspraken van collega Ab Klink eveneens in het debat gemengd en aangekondigd dat hij ‘honderden miljoenen’ aan budgetoverschrijdingen bij de medisch specialisten wil terughalen.

Minister Klink had het eerder al over een bedrag van €400 miljoen euro, een schatting die volgens de Orde met enige distantie moet worden bekeken, omdat VWS deze na herhaaldelijke verzoeken onzerzijds niet kan onderbouwen met harde cijfers en feiten. Vandaar dat wij volop met deze minister in gesprek zijn om een inzicht te krijgen in de werkelijke omvang van de groei van de omzetten van medisch specialisten.

Ik heb zelf al meerdere malen gesignaleerd dat de vervanging van de honorering via FB-parameters en de lumpsum door de DBC’s tot merkwaardige discrepanties en mogelijk tot systeemfouten heeft geleid.

Het vermoeden bestaat dat in het bijzonder de ondersteunende specialismen hierdoor onevenredig zijn bevoordeeld. Zelfs als dit het geval zou zijn, dan betekent dat nog niet dat we alle specialisten over één kam mogen scheren. Het gaat blijkbaar meer om beeldvorming dan om de werkelijkheid, onderbouwd met feiten.

Wat is er nu écht aan de hand? Het ministerie van VWS en de Orde zijn in januari 2007 een onderbouwd en verantwoord uurtarief overeengekomen. Dit is op 1 januari 2008 ingevoerd. Voor de berekening ervan is uitgegaan van een norminkomen, normkosten en een normatieve werkbelasting. De verandering van de systematiek blijkt tot omzetwijzigingen ten voordele en ten nadele te leiden. Een vergelijk tussen de DBC’s 2007 en 2008 gaat niet op omdat de prijzen gewijzigd zijn. Dit bemoeilijkt een analyse.

Alle partijen zijn erbij gebaat dat de financieringssystematiek klopt en dat de doelen worden bereikt. En dat lukt. De laatste jaren hebben we grote vorderingen gemaakt op het terrein van kwaliteit en patiëntgerichtheid. Dat resulteert in de eerste plaats voor ons land op de European Health Consumer Index en dat alles zonder premiestijgingen. We moeten dus niet op basis van onbewezen stellingen of politiek gewenste conclusies ook het kind wegsmijten als nieuw en schoon reiniging van het badwater volstaat.

De opmerkingen van minister Bos zijn dus prematuur. Duidelijk is dat de Orde nooit zal instemmen met de door hem geopperde verlaging van het uurtarief. Daardoor worden immers alle specialismen getroffen. Het uurtarief is het resultaat van langdurige onderhandelingen met minister Hoogervorst en goedgekeurd door het parlement. Het lijkt me dus raadzaam dat we meer aan feitenvorming dan aan beeldvorming gaan doen.

De Orde heeft daartoe zelf de afgelopen maand de staven een omzetenquête 2008 gestuurd. Pas als de gerealiseerde omzetten bekend zijn en zijn vergeleken met de lumpsum 2007 (inclusief het b-segment en gecorrigeerd voor inflatie en productiegroei 2008), kunnen we beoordelen of er een kostenstijging is en naar de oorzaken daarvan kijken en op basis van harde feiten adequate maatregelen nemen, zodat iedereen loon naar werken krijgt. Niet te weinig, maar ook niet te veel.

Willem van der Ham, voorzitter Orde