Op de stoel van de dokter
Plaats een reactieOnlangs hebben huisartsen in het zuiden van het land van CZ Groep (CZ, DeltaLloyd en Ohra) de nieuwe overeenkomst voor 2009 voorgelegd gekregen met het verzoek die te ondertekenen. Er staan vele nuttige zaken in. Maar soms gaat de zorgverzekeraar ook op de stoel van de dokter zitten.
In artikel 5 van de rubriek algemeen staat dat ‘met ingang van 1 januari 2009 het aanvragen van een MRI-onderzoek conform CZ-beleid is voorbehouden aan de tweede lijn’. Huisartsen die door CZ zijn gecontracteerd mogen dus geen MRI-aanvragen meer doen. Reden daarvoor is dat uit onderzoek is gebleken dat ‘de voorspellende waarde van MRI-onderzoek door huisartsen minder dan 50 procent is’. Bovendien wordt volgens CZ vaak opnieuw een MRI-onderzoek uitgevoerd als de patiënt wordt doorverwezen.
Afgezien van het feit dat dit onderzoek verder nergens wordt genoemd en dat het merkwaardig is dat de huisarts wordt aangesproken op onderzoek dat in de tweede lijn onnodig wordt uitgevoerd, gaat het om een principiële aangelegenheid. Interne kwaliteitsbewaking en herregistratie-eisen moeten de kwaliteit borgen en het is niet aan de zorgverzekeraar om te bepalen hoe de arts tot een diagnose komt. Als zelfs deze piketpaaltjes omvallen, is het hek van de dam.
Overigens is de onderbouwing van de CZ Groep voor dit standpunt bizar. In juli 2008 publiceerde MC een artikel van Algra c.s. over de kwaliteit van handelen van huisartsen in Alkmaar en omgeving bij het aanvragen van MRI-onderzoeken (MC 28/2008: 1212). Uit die studie bleek dat huisartsen heel goed in staat zijn tot zinnige aanvragen en beleidsconsequenties en scoorden zij zelfs beter op een aantal punten dan tweedelijnsartsen.
Drunen, februari 2009
Ronald Morshuis, huisarts
- Er zijn nog geen reacties