Nuttige aanvulling (2)
Plaats een reactieIn de samenvatting van hun artikel over het belang van MammaPrint, stellen de auteurs dat de MammaPrint is goedgekeurd door de Amerikaanse FDA en opgenomen in de nieuwe Nederlandse richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van borstkanker en dus geschikt is voor gebruik in de kliniek (
).
In de evidence-based CBO-richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom 2008 staat dat de methode van het bepalen van genexpressieprofielen zeer veelbelovend is om de prognose van de individuele patiënt met borstkanker beter te kunnen voorspellen. Echter, er staat niet dat toepassing in de kliniek wordt aanbevolen. Er wordt nader onderzoek verricht om de klinische toepasbaarheid beter te kunnen schatten. De aanbeveling in bovengenoemde richtlijn is dan ook om ...genexpressieprofielen bij voorkeur in studieverband toe te passen.
Maar er is meer nodig om te kunnen adviseren dat genexpressieprofielen op routinematige wijze in de kliniek te hanteren zijn. Niet alleen de indicatie voor het toedienen van adjuvante systeemtherapie is van belang, ook het op (meer) betrouwbare wijze schatten van de kans op het ontstaan van een locoregionaal recidief. Wat dit laatste betreft, wordt geconstateerd dat genexpressieprofielen (nog) niet geschikt zijn bevonden om de kans op het ontstaan van een locoregionaal recidief (beter) te kunnen voorspellen. Ook moeten er antwoorden komen op de volgende vragen: Welk genexpressieprofiel geniet de voorkeur?
Moet bij alle borstkankerpatiënten de indicatie voor het toedienen van adjuvante systeemtherapie worden bepaald op basis van genexpressieprofielen? Of gaat de voorkeur uit naar toepassing bij geselecteerde groepen patiënten? Zijn de bepalingen van de genexpressieprofielen in Nederland op voldoende betrouwbare en op voldoende snelle wijze te realiseren? Zijn de financiën geregeld?
Den Haag, november 2008
prof. dr. H. Struikmans, radiotherapeut, Medisch Centrum Haaglanden
- Er zijn nog geen reacties