Minder sterfte op de ic

Het aantal patiënten dat overlijdt tijdens een opname op de intensive care is de afgelopen jaren sterk gedaald. Dat blijkt uit het jaarboek 2014 van de Stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE). Ook nam de aanwezigheid van de intensivist toe en zijn er meer verpleegkundigen beschikbaar per patiënt.

Er is een grote variatie tussen patiënten en het type ic-opname. Daarom werd gewerkt met de ‘case-mix gecorrigeerde sterfte’ (SMR) en werd rekening gehouden met de ernst van de ziekte. Tussen 2010 en 2014 is de gemiddelde IC-sterfte en ziekenhuissterfte (als percentage van het aantal opnamen) gedaald van 9,1 procent naar 8,5 procent (ic) en van 14,3 naar 12,4 (ziekenhuis).

 Ook de SMR daalde significant zodat verschillen niet verklaard kunnen worden door een veranderende patiëntpopulatie ten opzichte van 2010. Wel bestaan tussen de wijze van organisatie in ic’s verschillen en kan de aanwezigheid van een Medium Care-afdeling of samenwerking met een hospice de sterftecijfers hebben beïnvloed.

Op werkdagen was er gemiddeld gedurende 16 uur per etmaal minstens één intensivist aanwezig (in 2010 was dit 13 uur), in het weekend en op feestdagen 14 uur (eerder 11 uur). Zowel op werkdagen als op weekend- en feestdagen bleek er gemiddeld 23 uur per etmaal een intensivist aanwezig dan wel binnen 20 minuten oproepbaar. In 2010 waren er gemiddeld 0,77 ic-verpleegkundigen per patiënt beschikbaar, in 2014 waren dit er 0,84 (ongeveer 4 verpleegkundigen per 5 patiënten). Overigens is de latere sterftekans van ic-patiënten nog steeds aanzienlijk: 23 procent van alle ic-patiënten is één jaar na opname overleden.

Karen Slikboer

NICE rapport: Focus IC - jaarboek 2014

Lees ook:

• FMS staat volledig achter ic-richtlijn (6 juli 2015)
• Onderzoek naar ic's komt op gevoelig moment (Nr. 06 - 05 februari 2015)
• NICE rapport 2013: Sterftecijfers ic laatste jaren gedaald (4 juli 2014)