Minder follow-up na prothese
Plaats een reactieHet nieuwe follow-upprotocol van het UMC Utrecht voor patiënten met een primaire totale heup- of knieprothese vermindert het aantal controlebezoeken met ongeveer 75 procent.
In het nieuwe protocol ziet de chirurg de patiënt nog slechts éénmaal postoperatief terug op de polikliniek, drie maanden na de operatie. Daarnaast krijgen patiënten een informatiefolder mee en vullen zij jaarlijks een (digitale) vragenlijst in.
Op basis van de zo verkregen gegevens wordt bepaald of verdere follow-up noodzakelijk is. Indien er sprake is van een ongecompliceerd beloop, wordt de patiënt ontslagen van verdere controle op de polikliniek. Volgens de onderzoekers van de Utrechtse afdeling Orthopedie leidt het nieuwe protocol tot meer patiënttevredenheid, een kortere toegangstijd en meer onderzoeksdata.
In veel ziekenhuizen worden patiënten op vooraf vastgestelde momenten teruggezien. Het moment en de frequentie van deze controles verschilt per instelling, 94 procent van de ziekenhuizen voert de controlefollow-up van deze patiëntengroep jaarlijks of tweejaarlijks uit.
De CBO-richtlijn Diagnostiek en behandeling van heup- en knieartrose beschrijft slechts dat routinematige follow-up niet noodzakelijk is, tenzij het type prothese of de (relatief jonge) leeftijd van de patiënt daartoe aanleiding geven. DvD
Lees het artikel Follow-up protocol voor patiënten met een heup- of knieprothese, door Rene Castelein c.s. UMC Utrecht
- Er zijn nog geen reacties