Levensverwachting bij hiv blijft toenemen

De levensverwachting van Europeanen en Noord-Amerikanen met hiv steeg ook na de introductie van antiretrovirale therapie (ART) nog fors. Dit concludeert een onderzoeksconsortium onder de naam Antiretroviral Therapy Cohort Collaboration. De resultaten verschenen in The Lancet HIV.

De introductie van ART, midden jaren negentig, veranderde de behandeling en levensverwachting van hiv-patiënten enorm. Sindsdien zijn nog verdere verbeteringen bereikt, bijvoorbeeld door minder schadelijke medicatie, meer keuzes (bij resistentie) en een betere preventie en aanpak van aandoeningen die bij hiv kunnen optreden (zoals infecties, maar ook hart- en vaatziekten en kanker).

De onderzoekers gebruikten gegevens van bijna 90 duizend Europeanen en Noord-Amerikanen met hiv die tussen 1996 en 2010 met ART startten. Ze gebruikten mortaliteit tijdens de eerste drie jaren, doodsoorzaak, viral load en CD4-count om de gemiddelde levensverwachting na de start met ART uit te rekenen. Ze hielden ook rekening met hoe de patiënten hiv hadden opgelopen: het is bekend dat degenen die het krijgen door intraveneus drugsgebruik een lagere levensverwachting hebben.

De sterfte in de eerste jaren na start met ART was voor het laatste cohort duidelijk lager dan van de vroegere cohorten. Dit viel niet alleen door lagere viral load en betere CD4-count te verklaren. De sterfte aan andere aandoeningen dan aids nam af. De onderzoekers berekenden dat de levensverwachting voor 20-jarigen die beginnen met ART tussen 1996 en 2010 met 9 jaar toenam voor vrouwen en 10 jaar voor mannen. De levensverwachting van patiënten in laatste cohort (start behandeling tussen 2008 en 2010) die na een jaar een CD4-count van meer dan 350 cellen/microliter hebben, benadert die van de algemene bevolking.

Lancet HIV,  2017. Doi: 10.1016/S2352-3018(17)30066-8 en 10.1016/S2352-3018(17)30086-3