Kwakzalvers op kaliloog (4)
Plaats een reactieZowel collega Treffers als collega Numan maakt bezwaar (MC nr. 47/2000, blz. 1665) tegen mijn recensie van Kwakzalvers op kaliloog van C. Renckens (MC nr. 43/2000, blz. 1525). Treffers noemt mijn recensie onbesuisd. Ik moet bekennen dat ik enigszins werd beïnvloed door de stijl van het besproken boek.
Numan verbaast zich over de weerzinwekkende opmerkingen in de recensie. Ook ík was verbaasd over Renckens oproep om alternatieve artsen psychologisch te laten behandelen (blz. 155). Ook in een radio-interview verklaarde hij dat de alternatieven allemaal psychiatrisch zouden moeten worden geholpen. Deze aanpak vergelijken met die van dissidente meningen in de Sovjet-Unie deed Renckens niet zelf, maar drong zich om begrijpelijke redenen aan mij op.
Overigens maakt Renckens wel eenzelfde soort vergelijking: Hij vergelijkt (blz. 222) de kwakzalverij met Noord-Ierse, Baskische en Balkanterroristen, omdat die ook door intellectuelen worden gesteund. Moet ik aannemen dat de Vereniging tegen Kwakzalverij niet door intellectuelen wordt gesteund? Dat zou me spijten. Ik vind dat deze vereniging wel degelijk - als ze een voorzitter had met onderscheidingsvermogen - een belangrijke taak kan hebben.
Het is zeker niet zo dat ik me verhef boven de reguliere geneeskunde. We kunnen trots zijn op de verworvenheden ervan. Die zijn mogelijk geworden door in onderzoekssituaties de werkelijkheid te reduceren. Er zijn mensen die daarom denken dat die gereduceerde werkelijkheid alles is wat er is. Renckens is daar een voorbeeld van. Hij maakt zich vrolijk over mensen die voorbij die reductie kijken. Hij minacht ze zelfs (blz. 212). Ik vind dat benepen, maar het is niet verboden.
Je kunt om zon wereldbeeld overeind te houden alles negeren wat daarmee niet in overeenstemming is. Je kunt het bestaan ervan ontkennen. Je kunt het onderzoek ernaar afwijzen (blz. 196). En als er toch onderzoek wordt gedaan, kun je publicatie ervan afwijzen (blz. 225). Je kunt zelfs nog verder gaan en een collega met een minder benepen blik proberen te laten schorsen (tevergeefs overigens, blz. 177-185). Maar dat maakt je nog niet tot iemand van wiens oordeel ik erg onder de indruk ben. Ik vind het opmerkelijk dat sommige collegas dat wel zijn.
Amsterdam, november 2000
- Er zijn nog geen reacties