Keten beveiligt medicatieoverdracht
Zuid-Limburg pakt in acht stappen fouten bij het overdragen van recepten aan
Plaats een reactieBij elke stap in de keten van huisarts naar specialist is er een risico op fouten in de medicatieoverdracht. Daarom hebben artsen en apothekers in Zuid-Limburg gezamenlijk een plan van aanpak gesmeed om deze fouten zoveel mogelijk uit te bannen.
Van alle ziekenhuisopnames zijn er circa 41.000 per jaar (2,4%) gerelateerd aan medicatie. Circa 19.000 van deze opnames zijn potentieel vermijdbaar.2 Voorschrijvers en verstrekkers van medicatie startten daarom een project dat uitmondde in acht verbetermaatregelen.
Omdat er ondanks verschillende normen en richtlijnen veel fouten werden gemaakt in de overdracht van medicatiegegevens heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg, samen met kennisorganisaties, beroepsgroepen, branche- en koepelorganisaties in de zorg, de richtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens in de keten’ opgesteld. Deze richtlijn bestaat uit drie basisafspraken. Ten eerste: bij elk contact met een voorschrijver is er altijd een actueel medicatieoverzicht beschikbaar waarop het medisch handelen wordt gebaseerd; ten tweede: bij een spoedopname is er zo snel mogelijk, maar zeker binnen 24 uur, een actueel medicatieoverzicht beschikbaar en tot slot: bij overdracht naar de volgende schakel is zo snel als nodig voor verantwoorde zorg, maar zeker binnen 24 uur, een actueel medicatieoverzicht beschikbaar.3
Actuele medicatie
In 2007 zijn openbare apothekers en ziekenhuisapothekers in de Westelijke Mijnstreek een samenwerkingsverband gestart om de medicatieoverdracht te verbeteren: het Apotheek Service Punt (ASP). Doel van het ASP is om bij alle opnamen, zowel gepland als ongepland, in het Zuyderland Medisch Centrum (voorheen: Maaslandziekenhuis en later Orbis Medisch Centrum) de actuele medicatie van de patiënt beschikbaar te hebben. Door informatiesystemen te koppelen, kreeg de zorgverlener inzage in de medicatie van de patiënt en kon hij dit (telefonisch) met de patiënt bespreken. Bij ontslag zet het ASP de ontslagmedicatie van de patiënt op een rij, en worden de huisarts en openbare apotheker hier optimaal over geïnformeerd. Uit evaluaties bleek dat het ASP zeer nuttig is bij de medicatieveiligheid en medicatieoverdracht, maar ook dat het systeem erg kwetsbaar was. Daarom ging in 2011 een projectgroep ‘medicatieoverdracht’ van start om de medicatieveiligheid, en met name bij de overdracht in de keten, aan te pakken en te verbeteren. Door de intensieve samenwerking tussen de voorschrijvers, verstrekkers en MCC Omnes zijn acht maatregelen opgesteld om de medicatieoverdracht in de keten te verbeteren.
1. Toestemming. Sinds 2012 vragen huisartsen, apothekers en specialisten de patiënt actief toestemming om de medicatiegegevens elektronisch te delen. Zo draagt de patiënt zelf bij aan een veilige medicatieoverdracht. Bij een verwijzing naar het ziekenhuis krijgt de patiënt een brief mee met meer informatie. Ook wordt uitgelegd wat de risico’s zijn als de patiënt geen toestemming geeft om medicatiegegevens te delen. Een bijzonder aspect bij dit proces is dat het ziekenhuis en medisch specialisten meewerken door via het Landelijk Schakelpunt (LSP) toestemmingsrecepten van de patiënt naar de perifere apotheek te versturen.
2. Controle koppeling. De projectgroep heeft de twee soorten koppelingen getest die van belang zijn voor de medicatieveiligheid. Om het elektronisch verzenden door specialisten (minder overschrijfstappen) te stimuleren is de koppeling van het ziekenhuis naar de openbare apotheek getest. Los daarvan is getest of verstrekte medicatie (of dienstrecepten) vanuit het openbare apotheeksysteem werden doorgegeven aan de huisarts. Als de koppeling niet werkte, werden verbetermaatregelen genomen.
3. Medisch stopbericht. Sinds 2012 gebruiken huisartsen, specialisten, openbare en ziekenhuisapothekers van de Westelijke Mijnstreek het medisch stopbericht. Daarmee informeren ze elkaar digitaal over het stopzetten van voorgeschreven medicatie en over de reden daarvan. Hiervoor gebruiken ze het Medrec-bericht dat informatie bevat over het stopzetten of aanpassen van de desbetreffende medicatie. Dit verschaft artsen en apothekers meer inzicht in de actuele medicatie van de patiënt. Het medisch stopbericht is geïmplementeerd bij alle zorgprofessionals van de Westelijke Mijnstreek en wordt continu verbeterd.
4. Cyberlab. Cyberlab is een digitale module voor het aanvragen van labdiagnostiek. Het biedt de openbare apotheker behalve het meest actuele medicatieoverzicht van de patiënt, ook inzage in alle tussentijdse metingen van de bloedwaarden van een patiënt. De openbare apotheek in de Westelijke Mijnstreek gebruikt deze module sinds 2014.
5. Medicatie bij polibezoek en geplande opname. Sinds 2014 worden voor alle geplande opnames, poliafspraken en telefonische consulten van de volgende dag vooraf de medicatiegegevens van de patiënt opgehaald uit het LSP. Deze thuismedicatie blijft zeven dagen in het ziekenhuisvoorschrijfsysteem staan. Hierdoor is het actuele medicatieoverzicht van de patiënt direct beschikbaar voor de specialist. Verder checkt het systeem automatisch de thuismedicatie met het actuele medicatieoverzicht, waardoor medicatieverificatie tijdens een poliklinische afspraak relatief eenvoudig is.
6. Medicatie bij ontslag (kniprecepten). Voorheen schreven specialisten bij ontslag in principe medicatie voor drie maanden voor. Sinds 2014 krijgt de patiënt bij ontslag uit het ziekenhuis in eerste instantie medicatie voor twee weken mee. Daarna kan hij de resterende medicatie ophalen bij de openbare apotheek. Door deze ‘knip’ krijgt de eerste lijn de tijd om de regie over te nemen van de tweede lijn.
7. Jaarlijkse controle chronische herhaalmedicatie. Alle huisartsen nemen jaarlijks met de openbare apothekers van de Westelijke Mijnstreek het totale medicatieoverzicht van de baxterpatiënten door. De huisarts is met de openbare apotheker verantwoordelijk voor het accorderen – en eventueel verbeteren – van de totale lijst, ook voor de medicatie die de specialist voorschrijft. Uitzonderingen hierop zijn chemotherapie, psychofarmaca en biologicals.
8. Meldpunt. MCC Omnes heeft een meldpunt ingesteld voor het doorgeven en bespreekbaar maken van knelpunten en verbetertips. De huisartsen en openbare apothekers melden hier aandachtspunten voor de samenwerking met Zuyderland Medisch Centrum. Ook opmerkingen van patiënten kunnen worden doorgegeven. Een kerngroep van professionals bespreekt de meldingen uit het meldpunt en zorgt voor passende verbetermaatregelen. Dit draagt bij aan een aanspreekcultuur bij de zorgverleners waarbij men elkaar stimuleert om de transmurale werkafspraken te volgen.
De patiënt krijgt uitgelegd wat de risico’s zijn van geen toestemming geven
Meer opt-in
Om te toetsen of deze maatregelen daadwerkelijk hebben geleid tot een betere medicatieoverdracht in de keten, zijn verschillende uitkomsten in kaart gebracht. Ten eerste is gekeken naar het percentage opt-in in de Westelijke Mijnstreek; dit is het percentage patiënten dat toestemming heeft gegeven voor het digitaal uitwisselen van hun gegevens. De figuur laat zien dat deze regio het hoogst scoort in het percentage opt-in voor de apotheek (100%). Het percentage opt-in voor huisartsen is 47 procent.⁴
Verder is gekeken in hoeverre de medicatievoorschriften van de huisarts, de openbare apotheek en het ziekenhuis met elkaar overeenkomen. Hierbij werd per patiënt gekeken naar verschillen in medicatievoorschrift tussen de huisarts, openbare apotheek en ziekenhuisapotheek vóór de implementatie van de acht verbetermaatregelen en ná de implementatie (zie tabel). De verschillen traden vooral op bij biologicals.
Uitdaging
Het project heeft ertoe geleid dat de medicatievoorschriften van patiënten in de Westelijke Mijnstreek beter corresponderen tussen de huisarts, de openbare apotheek en het ziekenhuis. De komende maanden zullen we proberen om de verschillen nog verder terug te brengen, waarbij we met name zullen kijken naar de biologicals.
De uitdaging is ervoor te zorgen dat de medicatieoverdracht in de keten blijvend verbetert. Een MCC kan deze rol uitstekend oppakken. In de regio Westelijke Mijnstreek heeft MCC Omnes deze rol op zich genomen en initieert, evalueert, faciliteert en borgt het afspraken rondom een veilige medicatieoverdracht. Daarnaast zoeken we naar de verbinding met de patiënt en de zorgverzekeraar als medebelanghebbenden bij veilige medicatieoverdracht. De proeftuin Anders Beter van de Westelijke Mijnstreek – waarin deze partners nauw samenwerken – kan hierbij de motor zijn.
auteurs
Dennis Muris
projectmanager Medisch Coördinatie Centrum (MCC) Omnes, Sittard
Hugo van der Kuy
ziekenhuisapotheker/klinisch farmacoloog, Zuyderland Medisch Centrum, Sittard
Paul Bergmans
directie MCC Omnes, Sittard, huisarts, Huisartsenpraktijk Dirckx & Bergmans, Geleen
Mariëlle Krekels
directie MCC Omnes, Sittard, nefroloog, Zuyderland Medisch Centrum, Sittard1
Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteurs.
contact
m.krekels@zuyderland.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Referenties
1. Maurice Verhey (openbare apotheker), Lilo Crasborn (algemeen coördinator MCC Omnes), Jeanne Krikke (MCC Omnes), Louis de Wolf (huisarts) en Arsène Kusters (openbare apotheker) hebben ook meegewerkt aan dit artikel en de bijbehorende verbetermaatregelen.
2. Final Report of ‘Hospital Admissions Related to Medication’ in Nederland (HARM-study), Utrecht, Nederland, 2006.
3. Overdracht van medicatiegegevens in de keten. Onderschreven door: ActiZ, GGZ Nederland, KNMP, LHV, NFU, NHG, NPCF, NVZ, NVPF, NVZA, Federatie Medisch Specialisten, V&VN, ZN, FNT, KNMT, VGN, Verenso, NVAVG, LHV apotheekhoudende afdeling, ASKA, InEen en Napco, Utrecht, Nederland, 2008.
4. https://www.vzvz.nl/page/Zorgverlener/Aansluiten/Regionalisatie/Regio-indeling, Den Haag Nederland, 2017 (week 46).
download dit artikel in pdf- Er zijn nog geen reacties