Laatste nieuws
Ingrid Lutke Schipholt
5 minuten leestijd
chirurgie

Kennis is er voor de praktijk

Plaats een reactie

Leidse haio’s en de wetenschap

Hoe staat het met de theoretische kennis van de huisartsen in opleiding en wat zijn hun ervaringen met wetenschappelijk onderzoek? Door middel van de Landelijke Huisartsgeneeskundige Toets kunnen haio’s ontdekken op welke gebieden ze goed of zwak zijn.

In de artsenwereld zijn de meningen verdeeld over de vakinhoudelijke kennis van beginnende huisartsen. De meningen  variëren van ‘ze weten voldoende’ tot ‘verbijsterd over wat ze niet kunnen en niet weten’.

Toets


Al in de eerste weken van de huisartsenopleiding maken de Leidse haio’s de Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets (LHK). Deze toets krijgen alle haio’s twee keer per jaar te maken. De onderwerpen betreffen onder meer algemeen huisartsgeneeskundige thema’s, zoals juridische zaken, en orgaan- en systeemgebonden vragen, zoals over de tractus digestivus, het bewegingsapparaat of de huid. Door de diversiteit aan onderwerpen kunnen de haio’s hun zwakke punten ontdekken.


De haio’s ervaren de toets over het algemeen als pittig maar wel goed te doen. Haio Hetty den Houting (30 jaar en arts sinds begin 2000) viel het op dat er vooral veel praktijkvragen in zitten. ‘Als je weinig huisartsenervaring hebt, kun je die ook moeilijk allemaal goed hebben. Maar ik heb het vast niet slecht gemaakt, al vond ik gynaecologie en neurologie moeilijk. De vragen die met chirurgie te maken hadden, gingen als een trein. Niet zo verwonderlijk, want ik ben negen maanden agnio chirurgie geweest.’


Vyna Mahabier (30 jaar en sinds 2001 basisarts) vindt dat er behoorlijk wat aandacht aan juridische vragen werd besteed. Zo moesten de haio’s aangeven of de mening van een huisarts ertoe doet als een patiënt eist dat een eigen verklaring in het medisch dossier wordt opgenomen (het antwoord moet zijn: nee). Mahabier: ‘Die juridische zaken zijn nog niet echt aan de orde geweest. Dit zijn vast wel onderwerpen waarmee we eens te maken krijgen, maar ik ben ze nog niet tegengekomen. Al met al heb ik de toets wel redelijk gemaakt. De onderwerpen waar ik te weinig over weet, zal ik nog eens in de boeken nalezen. Zelfstudie is heel belangrijk in de opleiding.’


Jeroen Berkhoudt (28 jaar, arts sinds 2001) vond dat zijn foute antwoorden redelijk zijn verdeeld over de verschillende vragen. ‘Ik denk dat ik een voldoende heb. Er zaten veel vragen bij die ik zou hebben opgezocht als ik ze tijdens het spreekuur tegenkwam. Ik ben een praktijkmens, daarom heeft de wetenschap niet mijn hart gestolen. Uiteraard is wetenschappelijk onderzoek heel goed en maak ik er ook dankbaar gebruik van.’

Struikelblokken


De haio’s hebben in hun studentenperiode en/of daarna te maken gehad met wetenschappelijk onderzoek en hun ervaringen zijn nogal verschillend. Een ronde langs alle haio’s leert wat de struikelblokken op dit gebied kunnen zijn. Zo vindt de een het verwerken van data saai. Verder had iemand moeite met het vinden van veel - tweehonderd - proefpersonen. Een ander had gebrek aan ondersteuning. Dat je goed voorbereid moet zijn, is ook een les die veel haio’s trokken. Bovendien is een goede motivatie belangrijk voor het welslagen van het onderzoek.


Berkhoudt leerde in de doctoraalfase hoe wetenschappers een onderzoek kunnen manipuleren, toen hij te maken kreeg met wat hij noemt ‘een vorm van fraude’. Hij ontdekte een manipulatie in de berekeningen van een onderzoek naar het effect van verschillende vetzuren op de bloedstroom in de bovenste mesenteriaal arterie bij gezonde mensen. De arts-assistent bleek van de fouten in de berekeningen af te weten, maar mocht van de onderzoeksleider/specialist er niets aan veranderen. Berkhoudt, toen co-assistent, mocht er al helemaal niets van zeggen. ‘Het argument was dat het onderzoek op losse schroeven zou komen te staan als de manipulatie eruit zou worden gehaald. Ik werd erin meegezogen en deed ook mee omdat ik het wetenschappelijk onderdeel van mijn opleiding afgestreept wilde hebben. Uiteindelijk is het onderzoek nog gepubliceerd ook, in een Zweeds vakblad. De andere uitkomsten door toedoen van de foute berekeningen zullen patiënten geen kwaad doen. Met de juiste berekeningen zou de hypothese alleen maar nog beter aantoonbaar zijn geweest. Dat gemanipuleer stuitte mij tegen de borst. Ik ben nu bijzonder kritisch bij het lezen en beoordelen van wetenschappelijk onderzoek.’


Ook Hetty den Houting trekt lessen uit haar wetenschappelijk-onderzoeksperiode in de doctoraalfase. Zij heeft ervaren dat het contraproductief werkt als er te veel begeleiders zijn die iets te zeggen hebben over het artikel over het betreffende onderzoek. Houting zegt dit naar aanleiding van onderzoek naar de prevalentie van chlamydia onder zwangere vrouwen in Papua Nieuw-Guinea. Men  wilde weten welke risicogroepen zich zouden moeten laten testen. ‘Doordat er zoveel mensen bij het artikel waren betrokken, werd de tekst telkens door een andere medeauteur afgekeurd. We kregen te maken met tegengestelde meningen. Dat was heel frustrerend. Uiteindelijk is er helemaal geen artikel gekomen. Al met al hebben het onderzoek, het verslag en het artikel ons heel veel tijd gekost en het resultaat was niet buitensporig groot. Er is geen artikel gekomen, omdat we op de lange termijn andere dingen te doen hadden.’


Mahabier schreef geen artikel voor publicatie van haar wetenschappelijk onderzoek, en haar ervaring is positiever. Haar onderzoek richtte zich op opsporing van vrouwen in Suriname die een uitstrijkje hadden laten doen. Het bleek dat deze vrouwen vaak niet begrepen dat ze voor de uitslag contact moesten opnemen met de stichting die het onderzoek organiseert. De wenselijkheid van een betere voorlichting is dan ook een van de belangrijkste uitkomsten van haar onderzoek.

Kritisch


In het curriculum van de huisartsenopleiding is ook een wetenschappelijk onderzoek opgenomen. Al moet het onderzoek pas in het derde jaar klaar zijn, in de opleiding wordt in het eerste jaar al uitgebreid aandacht besteed aan de wetenschap in de huisartsgeneeskunde. De haio’s krijgen bijvoorbeeld les in kritisch lezen. Dit kan niet iedereen boeien, maar veel haio’s vinden het interessant om te merken dat een onderzoek dat op het eerste gezicht logisch lijkt, het bij goed lezen soms niet blijkt te zijn. Verder houden de haio’s bij toerbeurt een voordracht over een orgaan of ziekte.


Theoretische kennis doen de haio’s op via zelfstudie en de wekelijkse terugkomdag. Na elke terugkomdag blijkt wel dat de meeste huisartsen in opleiding het liefst te maken hebben met de praktijk en dat de kennis die zij willen opdoen gericht moet zijn op veelvoorkomende kwalen. Of, zoals Berkhoudt het omschrijft: ‘Theoretische kennis opdoen is nuttig, maar ik werk liever in de praktijk zodat ik mijn kennis direct kan toepassen.’

Huisartsenopleider en haio hebben een discussie over de interpretatie van onderzoek bij claudicatioklachten. De huisartsenopleider zegt: ‘Als je zowel de arteria dorsalis pedis als de arteria tibialis posterior aan een voet niet kunt palperen, staat wel vast dat er sprake is van perifeer arterieel vaatlijden in het betreffende been.’

Vraag: De bewering van de huisartsenopleider is juist.
(Het antwoord moet luiden: onjuist)

Uit: Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets april 2002, SVUH


Huisarts in opleiding (3)


Ondanks alle berichten over de zwaarte van het huisartsenvak en de vermeende slechte beloning, beginnen jaarlijks honderden artsen aan de opleiding tot huisarts. Hun achtergrond en motivatie mogen heel verschillend zijn, allen willen maar één ding: een goede huisarts worden. Maar hoe doe je dat? Medisch Contact volgt de dertien jonge dokters die in maart 2002 in Leiden aan de huisartsenopleiding begonnen.

Dit is het eerste deel van een serie. Zie voor de andere afleveringen het Dossier Haio's .

chirurgie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.