Jonge huisartsen bereid om goodwill te betalen (2)
Plaats een reactieOntstemd leest de aios in Medisch Contact dat jonge huisartsen bereid zijn om goodwill te betalen (MC 44/2007: 1796). Ontstemd, omdat 65 procent van de 1079 aios die de enquête van de belangenorganisatie LOVAH hebben ingevuld, juist goodwill afwijst. Slechts 6 procent is zonder meer bereid goodwill te betalen. Het valt te betreuren dat Medisch Contact de ruwe data van de enquête vanaf het besloten deel van de LHV-website voortijdig heeft geïnterpreteerd en gepubliceerd, zonder wederhoor toe te passen. De titel suggereert bovendien iets heel anders dan wat de aios met deze enquête heeft willen zeggen.
Het merendeel van de aankomend huisartsen is tegen het vragen van goodwill. Van de overige aios vindt 28 procent dat goodwill alleen onder bepaalde voorwaarden mag worden gevraagd. In de wetenschap dat de minister marktwerking en goodwill niet afwijst, voelt een meerderheid van de aios zich voor het blok gezet door de goodwillwolven. Zij stellen daarom uit pragmatische overwegingen voorwaarden. Mocht goodwill onafwendbaar zijn, dan dient er alleen een vergoeding te worden gevraagd voor de immateriële waarde van een aantal bijzondere faciliteiten waarvan de startende huisarts profijt kan hebben.
Te denken valt aan een hoogwaardige automatisering of een NHG-geaccrediteerde praktijk. Goodwill kan en mag niet gelden voor de basiszorg die iedere huisarts wordt geacht te leveren. De goodwill mag ook niet louter worden opgestuwd door een overschot aan startende huisartsen, vindt 76 procent van de ondervraagden. Het vragen van goodwill bij overname van een huisartspraktijk is immoreel en 55 procent van de aios vindt dat het uiteindelijk ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg.
Het door de LHV ingenomen standpunt tégen de goodwill, wordt dan ook door de LOVAH ondersteund.
Amsterdam, januari 2008
Renée Weersma, voorzitter LOVAH
Gaël Pennings, werkgroep Politiek Maatschappij LOVAH
- Er zijn nog geen reacties