Laatste nieuws
Ellen Vijzelaar
4 minuten leestijd
ouderenzorg

Hij hoort bij mij!

Ultieme zorg op maat voor dementerend echtpaar

1 reactie
Mischa Keijser /hollandse hoogte
Mischa Keijser /hollandse hoogte

Als de dementerende man van mevrouw B. – zelf ook dementerend – een kamer krijgt in een verpleeghuis, doet ze er alles aan om hem terug te krijgen. De zorgverleners staan machteloos. Een hartverscheurend verhaal uit de praktijk van een huisarts.

De heer B. (84) kon niet meer thuis blijven wonen. Ondanks vier dagen dagopvang en veel begeleiding en thuiszorg raakten zijn echtgenote en kinderen overbelast. Hij was toenemend dement en kon niets zonder coaching. Als zijn echtgenote (80) niet ook dementerend zou zijn, had het misschien nog wel langer gekund thuis. Maar hij had zere benen. En als hij dat opmerkte – steeds maar weer – kneep zijn vrouw er even in ter onderzoek. En dan begon hij te schreeuwen van de pijn. En dan belde zij haar kinderen, of 112, soms meermaals per nacht. In toenemende mate begreep zij niet waarom hij niets meer begreep en dan werd ze boos op hem, en dan raakte hij nog meer in de war.

Grove leugens

Schuin tegenover hun huis was een kleinschalige gesloten psychogeriatrische verpleegafdeling in het verzorgingshuis. Daar kreeg hij een kamer. Hij was erg tevreden. En zijn vrouw mocht hem zoveel bezoeken als ze wilde. Maar ze ‘pikte het niet’. Dat hij overdag van huis was, was prima, maar ’s nachts hoorde hij thuis in hun bed. Zij was immers al zoveel jaar met hem getrouwd. En dat de meeste nachten eindigden in grote paniek en ruzie en ellende, en dat het voor niemand nog te managen was, dat waren ‘grove leugens’. Ze nam hem mee naar huis, ’s middags of ’s avonds, en weigerde de deur open te maken. Ze schold, ze vocht soms als een leeuwin om haar man voor zichzelf te behouden. Ze stond schreeuwend op de deur te bonken van het verzorgingshuis, dreigde met geweld en stenen en ‘de krant’. Ze dreigde met moord en zelfmoord en een mes. Haar echtgenoot werd daar angstig en onrustig van. En anderen ook.

Heel veel lieve, ervaren, bekwame, betrokken hulpverleners maakten steeds weer nieuw beleid. Zelf ook in het verpleeghuis worden opgenomen wilde ze niet. Voor een dwangmaatregel was ze nog te ‘goed’. Een autoritaire aanpak, uitleg van de situatie en redelijkheid bleken averechts te werken. ‘Ze kwam van Urk, en die maakten het zelf wel uit.’ Meer zorg, meer pillen, meer begeleiding en vooral een zachte hand, begrip en geduld, daar kwamen we op uit. En richtlijnen voor de verschillende betrokken disciplines hoe te handelen bij crisissen. De kinderen en huisartsenpost konden het allang niet meer behappen. Zij mochten rechtstreeks de crisisdienst van de ggz benaderen.

Gordijnen dicht

Een paar minuten voor mijn avonddienst gisteren afliep, kwam een assistente briesend de koffiekamer in. Weer (mijn) mevrouw B. die haar man had meegenomen naar huis en niet meer had terug-gebracht. En de crisisdienst ging er niet heen ‘want het dossier was gesloten’. Huh? En de kinderen gingen er niet meer heen. Die belden de hap. Evenals het verpleeghuis.

‘Laat mij het nog maar een keer proberen. Maar ik ga met mijn eigen auto, alleen, en ik bel op weg naar huis na afloop. Als het mij niet lukt, nemen jullie (de overdracht naar de crisisdienst) weer over.’ Dat was goed.

Hoewel het nog licht was buiten, waren alle gordijnen dicht, inclusief die in het halletje. Ik belde aan. Er gebeurde niets. Ik belde nogmaals. Nu hoorde ik mevrouw B. schelden en gillen dat ik weg moest gaan. Door de brievenbus stelde ik me voor. Het werd stil. Er werd naar sleutels gezocht, ze deed open in haar ondergoed. ‘Goed dat u het bent, want voor iemand anders zou ik niet opendoen.’ Samen stonden we in het donkere halletje. ‘Het verpleeghuis belde, ze zijn uw man kwijt’, zei ik. ‘Dat liegen ze, want ze weten heel goed dat hij hier bij mij is’, zei ze fel. ‘Mag ik hem even zien?’ ‘Ja, natuurlijk. Hij is boven, we lagen al in bed.’

En daar lag hij, alsof hij nooit was weg-geweest, klaar voor de nacht. Ze begon te huilen. ‘Ik had hem meegenomen, maar nu moet hij zeker weer terug. Kijk hem nou toch eens! Hij is misschien niet helemaal goed, maar hij is toch zeker ook niet ziek!’ Ze vertelde dat ze hem na het eten had bezocht, net als anders. Ze hadden hun jas aangedaan en waren op het bankje bij de gesloten deur gaan zitten. Toen de deur openging voor andere bezoekers, had ze hem overeind getrokken en mee naar huis gesmokkeld. Ze moest er zelf om lachen, ze had het plan van tevoren bedacht. Gordijnen dicht, deur op slot.

Geen leven

Ik mocht hem aankleden en terugbrengen. Zelf bleef ze liever thuis. Hartverscheurend huilde ze. Ze vertelde iedere dag te bidden ‘dat God hen beiden op kwam halen’. Dit was toch geen leven. Een laatste kus. ‘Morgen kom ik je weer opzoeken, als ik er tenminste nog in kom daar.’ De heer B. vond alles goed.

‘Fijn dat u er weer bent, meneer B.’, zei de verzorgende. ‘Ik breng u weer naar uw kamer.’ ‘Heb ik hier een kamer?’, zei de heer B. En hij liep mee aan haar hand.

Ellen Vijzelaar (pseudoniem), huisarts
De werkelijke naam van de auteur is bij de redactie bekend.

contact:
redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteur.

Download het artikel (PDF)

dementie ouderenzorg geriatrie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.