Laatste nieuws
Willem van der Ham
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Het verdiende loon

4 reacties

De Orde en minister Klink liggen de laatste tijd fors in de clinch over de specialisteninkomens. Binnen de Orde zorgt dit debat voor enige onrust die direct voortvloeit uit de door VWS berekende macrobudgetoverschrijdingen en de daaruit volgende generieke korting van 12,7 procent op het uurtarief. Deze korting bestrijden wij bij de rechter.

Er zijn in 2008 omzet- en inkomensverschillen ontstaan die zo nooit bedoeld zijn, maar wel zijn te verklaren door de toepassing van een incorrecte ondersteunerscompensatiefactor. De Orde en de betreffende wetenschappelijke verenigingen hebben VWS daar herhaaldelijk op gewezen en het ministerie al eerder verzocht om een correctie uit te voeren. Helaas is dat pas begin 2009 gelukt en gaat deze per 1 januari 2010 in.

Daarom heeft de Orde gemeend om zelf ook een voorstel te moeten doen dat aan de ongewenste situatie een einde maakt. We hebben daartoe de specialisten die hun omzetten fors hebben zien stijgen, opgeroepen op vrijwillige basis dat deel hiervan terug te storten naar het ziekenhuis. Dit valt juridisch niet af te dwingen, maar het Orde-bestuur vindt het moreel en uit overwegingen van solidariteit binnen de hele beroepsgroep wenselijk. Het ziekenhuis zal in overleg moeten treden met de zorgverzekeraars over de terugstorting en besteding van deze ‘bijzondere’ gelden.

Zoals te verwachten viel, oogstte dit voorstel naast instemming ook kritiek, met als meestgehoorde argument van de zijde van de criticasters dat men nu eenmaal ‘recht’ heeft op deze inkomsten. Als anesthesioloog behoor ik tot de royale stijgers en deel ik die opvatting niet. Wij hebben altijd het standpunt verdedigd dat elke specialist loon naar werken verdient. Dit principiële uitgangspunt gebiedt mij nu te erkennen dat ik niet zo veel extra werk heb verricht dat dit mijn inkomensvooruitgang rechtvaardigt.

Het kan in mijn ogen niet zo zijn dat de ene dokter door toepassing van een niet correcte factor zo veel meer verdient dan de andere, terwijl zij vergelijkbare inspanningen leveren. Vooral de discrepantie tussen zij die in een academisch ziekenhuis werken en sommigen in het vrije beroep, is op geen enkele manier te verdedigen. Kennis en vakmanschap zijn gelijkwaardig en niemand kan mij wijsmaken dat de enorme verschillen voortkomen uit extra inspanningen. Een werkweek van tweehonderd uur bestaat nu eenmaal niet.

We verwachtten dat met de invoering van het normatief uurtarief een einde zou komen aan de toen nog aanmerkelijke inkomensverschillen tussen de verschillende medische disciplines. Dit heeft deels geholpen, maar door weeffouten in het nieuwe systeem zijn onvoorziene bijeffecten opgetreden, waarvan het niet meer dan billijk is dat ze worden hersteld. Dat vinden de wetenschappelijke verenigingen ook.

Dat er enig verschil in beloning bestaat, is wat mij betreft goed te verdedigen. Maar de uitwassen die nu zijn opgetreden, zijn niet verdedigbaar. Zij zijn strijdig met de opvatting dat men inderdaad naar de geleverde inspanning gehonoreerd dient te worden. Bovengeschetste inkomensontwikkeling valt niet te verdedigen en ondermijnt onze maatschappelijke positie; wie niet als ‘grootgraaier’ wil worden geafficheerd, moet zich ook niet zo gedragen.

Willem van der Ham, voorzitter Orde

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.