Help, de bedrijfsarts wil informatie!
Curatieve artsen zouden iets meer moeten weten van de Wet verbetering poortwachter
14 reactiesRegelmatig krijgen huisartsen en specialisten informatieverzoeken van een bedrijfsarts. Omdat zij de finesses van verzuimbegeleiding en de wettelijke regelingen niet kennen, leidt dat nogal eens tot irritatie. Enige uitleg over de reden van die verzoeken is daarom nuttig.
U bent huisarts en u krijgt het zoveelste verzoek van een bedrijfsarts om medische informatie. U denkt misschien: ‘Zonde van mijn tijd; die bedrijfsarts moet zelf maar een beoordeling doen.’
Toen ik huisarts was, ergerde ik me vaak aan alle informatieverzoeken van bedrijfsartsen, medisch adviseurs, verzekeraars en advocaten. Ze belandden vaak in het bakje ‘nog te doen’ ergens onder op de stapel met te tekenen opiumrecepten en allerlei andere klusjes. Ik vond het ook altijd lastig om een goed antwoord te geven op de vragen die werden gesteld, vooral over de prognose. Eerlijk gezegd kwam dat omdat ik als huisarts onvoldoende op de hoogte was van de Wet verbetering poortwachter en over de verschillende stadia, stappen en begeleiding in het werkhervattingsproces.
De vraag naar het herstel op de langere termijn wordt vaak niet beantwoord
Andere wereld
Drie jaar geleden stapte ik over naar de arbowereld. Dat was een heel andere wereld met termen als spoor 1 en 2 en verkorte wachttijd, en afkortingen als WIA en IVA. Geleidelijk kreeg ik meer inzicht in de Wet verbetering poortwachter en begreep ik ook beter waarom deze verzoeken om informatie werden gedaan. Uiteraard omdat ik ze als bedrijfsarts nu zelf moest indienen.
Veel huisartsen en specialisten antwoordden vaak summier of pas na een herinnering. En de meest essentiële vraag, die naar de verwachting van het herstel op de langere termijn, wordt vaak niet beantwoord.
Ik vroeg daarom een aantal oud-studiegenoten, collega’s en curatieve artsen naar hun ervaring met de verzoeken van bedrijfsartsen om medische informatie. Wat bleek: de meeste artsen zonder personeel waren niet of onvoldoende op de hoogte van de Wet verbetering poortwachter en ergerden zich – net als ik toen ik huisarts was – aan de vragen van de bedrijfsarts.
De Wet verbetering poortwachter
Het doel van de Wet verbetering poortwachter is dat bij langdurige ziekte arbeidsongeschiktheid zoveel mogelijk wordt voorkomen en dat mensen aan het werk blijven, liefst eigen werk of als dat niet meer lukt ander werk, eventueel bij een andere werkgever. Als iemand langdurig uitvalt wordt het steeds lastiger om terug te keren. Daarom moet er ook veel contact blijven tussen werkgever en werknemer.
De wet regelt de rechten en plichten van werkgever en werknemer bij ziekte (zie het stappenplan). De werkgever betaalt bij ziekte gedurende twee jaar minimaal 70 procent van het loon. Beiden moeten er zoveel mogelijk aan doen om iemand in eigen werk te re-integreren, of als dat niet lukt in een andere functie binnen het bedrijf; dit is spoor 1. Als er geen mogelijkheden voor passend werk zijn bij het eigen bedrijf moet de werkgever een arbeidsdeskundige inschakelen. Deze geeft advies over werk bij een ander bedrijf of een scholingstraject; dit is spoor 2.
Als heel vroeg in het ziekteproces duidelijk is dat terugkeer naar eigen werk niet meer mogelijk is, kan sneller arbeidsdeskundig onderzoek worden ingezet, maar meestal gebeurt dit na een jaar ziekteverzuim.
Als al vroeg duidelijk is dat iemand helemaal niet meer kan werken, bijvoorbeeld bij een palliatief beleid bij kanker, met de verwachting dat iemand binnen een halfjaar gaat overlijden, kan een IVA-uitkering worden aangevraagd. Er moet dan sprake zijn van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid met geringe kans op herstel. In deze situatie wordt vaak medische informatie opgevraagd om duidelijk te krijgen of er sprake is van duurzaamheid, oftewel: iemand kan echt niet meer beter worden.
Een andere reden om informatie op te vragen is bij onduidelijkheid over de diagnose of het beleid. Patiënten kunnen vaak niet goed reproduceren wat de behandelaar precies heeft verteld.
Als iemand bijna twee jaar ziek is en het is niet gelukt geheel terug te keren in eigen werk of ander werk, kan een WIA-aanvraag worden gedaan. Het UWV toetst of alle stappen van de Wet verbetering poortwachter zijn gezet en beoordeelt welke verdiencapaciteit iemand nog heeft. Als iemand theoretisch, met de beperkingen die er zijn, 65 procent van zijn laatstverdiende loon met ander werk kan verdienen krijgt hij/zij geen uitkering.
Na twee jaar stopt de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever.
Minder irritatie
Het helpt als huisartsen meer weten over de Wet verbetering poortwachter. Dat zal de irritatie verminderen rond verzoeken om informatie. Daarnaast zijn ook patiënten erbij gebaat; zij krijgen geen tegenstrijdige adviezen van verschillende artsen en staan met de juiste informatie sterker bij het aanvragen van een uitkering als ze echt niet meer in staat zijn te werken. Aan de hand van een casus laat ik zien hoe de Wet verbetering poortwachter werkt.
Mijnheer S., 65 jaar, kwam op mijn spreekuur. Tien jaar geleden was hij na een dotterbehandeling langdurig ziek geworden waarbij als complicatie een vals aneurysma van de aorta ontstond en het lang duurde voor hij weer opknapte. Daarna zou hij zijn werk in een loods voor landbouwmachines weer hebben kunnen oppakken. Hij kwam al die tijd jaarlijks op controle bij de specialist waarbij ook een echo van de aorta werd gemaakt. Bij de laatste controle bleek de diameter van de aorta plots 5,5 cm te zijn en had hij te horen gekregen dat hij zich absoluut niet mocht inspannen en dat zijn bloeddruk beslist onder de 120/70 mmHg moest blijven. Hij kreeg medicatie en moest na drie maanden terugkomen. Sindsdien deed hij praktisch niets meer. Ook thuis durfde hij eigenlijk niets te doen, zelfs geen boodschappen, de hond uitlaten of autorijden. Hij had een bloeddrukmeter gekocht en mat drie keer daags zijn bloeddruk, die meestal net iets boven de streefwaarde was.
Voor patiënten is werk belangrijk en dat verdient aandacht, niet alleen van de bedrijfsarts
Aan het werk
De Wet verbetering poortwachter beoogt zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden. Als dit niet in eigen werk lukt, dan wordt gekeken naar vervangende werkzaamheden bij de eigen werkgever en als dát niet lukt bij een andere werkgever. In theorie zou mijnheer S. onder bepaalde voorwaarden niet stressvol, zittend werk kunnen verrichten.
De adviezen van de specialist hadden hem echter dusdanig beperkt, dat zelfs praten over werk geen haalbare kaart was. Zijn kwaliteit van leven was flink afgenomen.
Ik vroeg zijn behandelaar om informatie over diagnose, behandeling, adviezen en prognose. Helaas kreeg ik geen antwoord; pas na herhaald verzoek ontving ik een korte brief met daarin de diagnose, het advies aan de patiënt om zich niet in te spannen en dat geen verbetering viel te verwachten, alleen na een operatieve ingreep.
Mondeling was aan meneer S. verteld dat een operatie alleen kon plaatsvinden bij een acute ruptuur van het aneurysma. Want er waren te veel aftakkingen betrokken bij het aneurysma en het was te riskant om de operatie electief curatief in te zitten. Dit stond helaas niet in de brief met medische informatie. Omdat er geen verbetering optrad en ook niet viel te verwachten, vroeg hij na een aantal maanden een Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA, zie kader) aan. Die werd niet toegewezen omdat er nog uitzicht was op herstel.
Ik moest hem twee jaar lang blijven vervolgen voordat er een WIA-aanvraag (Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) kon worden gedaan. Mijnheer S. vond dit belastend: hij werd steeds geconfronteerd met zijn beperkingen. Gaandeweg lukte het hem gelukkig om zijn situatie te accepteren en kon hij weer de hond uitlaten en wat activiteiten ondernemen in en rond het huis. De WIA-aanvraag werd toegewezen.
Veel prettiger
Als de behandelaar in een brief in een paar zinnen de prognose had toegelicht, zou de IVA-uitkering voor meneer S. waarschijnlijk al in eerste instantie zijn toegekend. Dat zou voor mijnheer S. veel prettiger zijn geweest en had mij veel werk bespaard.
Zo zijn er vele voorbeelden waarbij de patiënt nadeel ondervindt van gebrekkige informatieoverdracht tussen artsen. Ik denk dat een mogelijke reden is dat veel artsen niet weten dat de Wet verbetering poortwachter niet alleen over het eigen werk van een patiënt gaat, maar ook over vervangende werkzaamheden of ander werk. Iemand die zwaar fysiek werk deed, kan zijn eigen werkzaamheden misschien niet meer doen maar bijvoorbeeld wel helpen op kantoor.
De vraag naar de prognose kan ook lastig zijn. Het is niet altijd duidelijk wat een bedrijfsarts met deze vraag bedoelt. Voor een huisarts kan het onduidelijk zijn of er consequenties zijn verbonden aan uitspraken over de prognose.
De KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens kan hier behulpzaam zijn. Hierin staat meer informatie over het beroepsgeheim en het delen van informatie met andere instanties.
Voor het verstrekken van informatie aan de bedrijfsarts geldt: de bedrijfsarts moet goed hebben aangegeven met welk doel hij de gegevens opvraagt, welke gegevens hij al heeft en welke aanvullende gegevens hij nodig heeft.
In de opleiding
Ik pleit voor meer aandacht voor dit onderwerp in de geneeskundeopleiding, casuïstiek kan daarbij veel verduidelijken. Daarnaast heeft meer overleg tussen bedrijfsarts en huisarts en/of specialist zeker meerwaarde. Toen ik huisarts was, zou ik geholpen zijn als een verzoek om informatie gepaard was gegaan met meer uitleg. Hierin ligt dus een belangrijke rol voor de bedrijfsarts. In het leven van patiënten is werk belangrijk en dat verdient daarom aandacht, niet alleen van de bedrijfsarts maar ook van de andere zorgverleners.
auteur
Eveline van den Hogen, aios bedrijfsgeneeskunde
contact
e.vandenhogen@denieuwearts.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Lees ook:
M.A.J.M. Hamers
bedrijfsarts, Nijmegen
Allereerst mijn complimenten voor Eveline van den Hogen voor het onder de aandacht brengen van dit ogenschijnlijk (maar allerminst) banale thema. Dit gaat over de inrichting van de gezondheidszorg en sociale zekerheid. En aan de reacties te zien, maa...kt dit wel wat los.
Het zou helpen als behandelaars ( huisartsen, medisch specialisten, psychologen) functioneringsherstel en participatie als behandeldoel zouden stellen. Pas dan hebben we ( behandelaar en bedrijfsarts) een gezamenlijk doel en is arbocuratieve samenwerking zinvol. Als bedrijfsarts hebben we veel te bieden, omdat we informatie hebben over het gedrag en functioneren en omdat we de werksituatie kunnen beïnvloeden. We kunnen bijv de werkgever adviseren het werk tijdelijk of structureel aan te passen (de prognose is belangrijk omdat dit de investeringen van werkgever en werknemer bepaalt) of zelfs een therapeutische werksetting te bieden (bijv om een depressieve patiënt gelegenheid te bieden om te activeren in een veilige setting). Een behandelaar zou moeten blijven zoeken naar behandelmogelijkheden tot herstel van functioneren bereikt is of tot duidelijk is dat er geen behandelmogelijkheden meer zijn. Een uitspraak op dit vlak is belangrijk in de acceptatie van het feit dat wellicht aanpassing van het werk nodig is.
Ik vraag vaak aan de werknemer om zelf informatie van de diagnostiek, behandelplan en evaluaties aan te leveren, maar deze is vaak niet gemakkelijk toegankelijk voor de werknemer of de werknemer krijgt het advies van de behandelaar om dit niet aan de bedrijfsarts te verstrekken.
Verzekeringarts ., Oisterwijk
Iedere arts, huisarts ,verzekeringsarts , en bedrijfsarts en alle overige medisch specialisten dienen te beseffen dat juist het bevorderen van passende arbeid, ook bij mensen met een aandoening, niet alleen structuur, eigenwaarde, een zelf verdiend ...inkomen, en persoonlijke groei bevorderd. Zelfs gecorrigeerd voor de aandoening blijken mensen die passende arbeid verrichten niet alleen een beter leven te hebben, maar zelfs ook langer te leven. Zie de publicatie van Christina Anderson van het Karolinsky instituut. Toch heeft het co schap sociale geneeskunde nog steeds een ondergeschoven positie. Heel ten onrechte.!!
P.J.P. van der Ven
Huisarts, Nijmegen
Geachte collega van den Hogen,
De volgende zinssnede uit uw artikel "En de meest essentiële vraag, die naar de verwachting van het herstel op de langere termijn, wordt vaak niet beantwoord." verbaasde mij zeer en deze vraag ervaar ik van uw colleg...a's die mij om prognoses vragen dan ook altijd als oncollegiaal. Is het u bekend dat de KNMG de behandeld arts afraad een uitspraak te doen over prognoses/verwachtingen?
Zie hiervoor de KNMG site:
- "Als de medisch adviseur u om een oordeel of prognose over de patiënt vraagt, is het niet aan u om op dit verzoek in te gaan."
- "Soms verzoekt een advocaat om een oordeel over, of een prognose van de gezondheidssituatie van zijn cliënt. Het is echter niet aan u, als behandelend arts, om aan dit verzoek te voldoen. Voor deze vragen zal de advocaat een eigen medisch adviseur moeten inschakelen."
- De taak als behandelend arts bij arbeidsverzuim wordt omschreven: "Het is niet aan u om de arbeidsongeschiktheid van uw eigen patiënt te onderzoeken op verzoek van de werkgever. Dit is in de eerste plaats de taak van de bedrijfsarts. Deze moet werknemers die zich arbeidsongeschikt hebben gemeld, beoordelen en begeleiden. Zo nodig kan de bedrijfsarts daarover met u afstemmen." En belangrijker voor u essentiële vraag: "Dit betekent onder meer dat behandelend artsen geen waardeoordeel (geneeskundige verklaring) mogen geven over de arbeidsongeschiktheid van een werknemer."
Afstemmen jazeker (zie ook reactie Reinout Mesland)! Prognoses uitspreken door behandelend arts nee! Dit houdt de belangrijke relatie tussen behandelend arts en patiënt in stand en vermindert de kans op tuchtzaken voor uw collega's de behandelend artsen. Mede aan u de, al door collega de Ruijter genoemde, lastige prognose klus, niet aan de behandelend arts.
Met vriendelijke groet en overleggen kan altijd,
Paul van der Ven
Huisarts
Ps. de oplossing kan zo nodig zijn een andere arts inschakelen die niet de behandelend arts is. Hiervoor kan de bedrijfsarts verwijzen. Zie hiervoor de bij u bekend NVAB leidraad "Verwijzen door de bedrijfsarts".
E.M. Beun
huisarts
"Voor het verstrekken van informatie aan de bedrijfsarts geldt: de bedrijfsarts moet goed hebben aangegeven met welk doel hij de gegevens opvraagt, welke gegevens hij al heeft en welke aanvullende gegevens hij nodig heeft."
Ik ontvang zelden een v...erzoek tot verstrekken van informatie wat aan 1 van deze voorwaarden voldoet.
M.P. de Bakker
Huisarts, Deurne
Patiënt is zelf (mede)eigenaar van medische gegevens. Patiënt heeft inzage/correctie/kopie-recht en kan tegenwoordig op nagenoeg alle (digitale) zorgportalen zelf zijn medische gegevens ophalen en zo nodig delen met anderen zoals bedrijfsarts of ver...zekeringsarts. Op deze wijze maak je patient zelf ook (mede)verantwoordelijk voor medische informatieverstrekking en (re)-integratie. Waarom zou de curatieve sector dan nog onnodig (administratief) overbelast moeten worden, we lopen nu al over.
R.M. Mesland
Zelfstandig bedrijfsarts, Aalsmeer
Beste collega de Bakker,
Dat is een goede toevoeging. Regelmatig vraag ik de patiënt het zo te doen.
Als eigenaar van de medische gegevens vragen patiënten ook regelmatig een kopie van bijvoorbeeld de specialistenbrief of uitslagen t.b.v. eigen ge...bruik, bijvoorbeeld ter inzage aan de bedrijfsarts. Ik kom het dan ook tegen dat huisartsen (en medisch specialisten) dit weigeren met de mededeling dat de bedrijfsarts een brief moet sturen, waarna de huisarts (of medisch specialist) een factuur mee kan sturen. Dit is een onnodige administratieve belasting van de bedrijfsarts, die het al erg druk heeft met begeleiding, advisering en preventie.
Daarnaast kunnen ook huisartsen ter plekke bij de huisarts een toestemmingsbrief laten ondertekenen, bijvoorbeeld als het idée voor een onderlinge afstemming daar ontstaat. Dat scheelt ook.
Omgekeerd stuur ik nooit een factuur als ik de huisarts informatie geef.
Het komt toch weer neer op een logische prettige samenwerking.
I.A.P. Brouwer
Huisarts
Dit is niet juist. De bedrijfsarts heeft informatie nodig om een juiste inschatting te maken van mogelijkheden en beperkingen in relatie tot arbeid. Hier heeft hij niet zomaar het medische dossier voor nodig. Als huisarts is enige bescherming van de ...patiënt in deze op zijn plaats.
Verder denk ik niet dat huisartsen het belang van werk onderschatten
R.M. Mesland
Zelfstandig bedrijfsarts, Aalsmeer
Beste collega Brouwer,
Uit uw reactie denk ik op te kunnen maken dat er een verkeerd beeld bestaat van de bedrijfsarts, een autonoom medisch specialist m.b.t. het functioneren van mensen. Het is onjuist om te denken dat een bedrijfsarts alleen zijn.../ haar werk kan doen bij gratie van de informatie van andere dokters, psychologen, e.a.
Wat precies vindt u niet juist?
Een bedrijfsarts is ook gewoon een dokter (met zijn eed en beroepscodes), die ook gewoon zijn patiënt volledig beschermd.
I.A.P. Brouwer
Huisarts
Beste collega Mesland,
Ik denk dat ik een helder beeld heb van de functie van bedrijfsarts. Waarbij ik wil benadrukken dat begeleiding naar herstel op gebied van arbeid zeer belangrijk is. Ik denk niet dat er huisartsen zijn die dit niet inzien.
Er... kan echter tóch een verschil bestaan tussen het belang van een bedrijfsarts en een patiënt. Waarbij ik me soms zorgen maak over bescherming van informatie als beschreven in iemands medisch dossier.
R.M. Mesland
Zelfstandig bedrijfsarts, Aalsmeer
Beste collega,
Ik ben het met je eens natuurlijk. Daarnaast heb ik twee toevoegingen:
1) huisartsen, maar ook medisch specialisten en bijvoorbeeld psychologen, doen er goed aan te beseffen dat het hebben en het houden van werk heel belangrijk ...is voor de gezondheid en het welzijn van mensen. Het werk wordt m.i. teveel gezien als "alleen maar belastend en hinderlijk".
2) Als bedrijfsarts heb ik juist ook veel te brengen. Het gaat niet alleen maar over "halen", twee weten meer dan één. Heel vaak lever ik de input en de inzichten, waarmee de huisarts goed geholpen is. Ik merk dat de meeste huisartsen "ontdooien" als ik ze bel en ze merken dat ik ook gewoon dokter ben, die begeleidt en mensen graag beter wil maken of houden (preventie, een andere belangrijke taak van de bedrijfsarts!).
met vriendelijke groet,
Reinout Mesland
N.T. . van den Broek
Huisarts, docent, Groningen
Eens! Als huisarts bel ik vaak met een bedrijfsarts, soms samen met de patiënt op mijn spreekuur. Ook stuur ik patiënten proactief naar de bedrijfsarts in geval van verzuim waarbij ik vermoed dat het langer duurt, of preventief. In het onderwijs/cosc...happen M2 hebben wij Patiënt Journeys gemaakt om aankomend basisarts mee te laten lopen met Pt naar andere specialismen om elkaars waarde/vakgebied te ervaren. Uiterst inzichtelijk en leerzaam om met elkaar rond patiënt zo optimaal mogelijk zorg te bieden danwel reïntegratie traject te krijgen. Van groot belang voor welzijn patiënt en minder belasting zorgkosten/ziekteverzuim.
W. de de Ruijter
Verzekeringsarts Bezwaar en Beroep UWV, Rotterdam
Goed, deze aandacht voor informatie-uitwisseling!
Paar aanvullingen:
- bij een verkorte IVA aanvraag (zie kader in artikel) gaat het erom of herstel van belastbaarheid geheel is uitgesloten; als er nog een geringe kans op herstel bestaat, wordt een... verkorte IVA niet toegekend. Dat is anders bij de reguliere WIA-beoordeling na twee jaar arbeidsongecshiktheid dus!
-is in de casus wel duidelijk dat heer S. volledig arbeidsongeschikt is? ‘De WIA- aanvraag werd toegewezen’ biedt daarvoor te weinig informatie..... was hij na arbeidsdeskundig onderzoek inderdaad 80-100% arbeidsongeschikt? Van een medische reden voor ‘geen benutbare mogelijkheden’ lijkt namelijk in elk geval geen sprake.
- het is denk ik illusoir om te hopen dat de behandelende sector zich ooit gaat branden aan rechtstreekse vragen naar de prognose. Mijn suggestie: vraag goed naar huidige en toekomstige behandelopties, en of en wanneer die bij de individuele patient ingezet kunnen of gaan worden. En daarna zullen zowel bedrijfs- als verzekeringsartsen zich zelf een oordeel moeten blijven vormen over de betekenis voor de duurzaamheid van de volledige arbeidsongeschiktheid. Lastige klus, maar daar heeft de wetgever deze sociaal-geneeskundig specialisten nu eenmaal voor aangewezen.........
Slotnoot: ik gaf als oud-huisarts recent nascholing aan huisartsen over verzekeringsgeneeskunde aan huisartsen: ook hier bleek dat de sociale wetgeving een grote black box is voor de meesten. Hulde dus voor collega Eveline om iets te schrijven en aan MC aan te bieden!
M. de Mazliah-de Vries
Verzekeringsarts, Amsterdam
Interessant stuk, toch opvallend dat door de schrijver en/of de redactie van Medisch Contact niet verwezen wordt naar het advies van de KNMG artseninfolijn van 16-12-2020 (https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/artseninfolijn/praktijkdilemmas-1/prakt...ijkdilemma/mag-ik-informatie-verstrekken-aan-een-medisch-adviseur-van-een-verzekeringsmaatschappij.htm).
In het stuk hierboven wordt aangegeven: “De vraag naar de prognose kan ook lastig zijn. Het is niet altijd duidelijk wat een bedrijfsarts met deze vraag bedoelt.”
Ik denk dat het niet alleen maar onbegrip van de behandelend collega’s is.
Het advies van de KNMG artseninfolijn inzake vragen naar de prognose luidt: “Als de medisch adviseur u om een oordeel of prognose […] vraagt, is het niet aan u om
op dit verzoek in te gaan“
Hoewel de casus die de KNMG bespreekt gaat om een letselschadezaak, vraag ik mij af of er een is verschil met medische advisering door bedrijfsarts of verzekeringsarts inzake arbeidsongeschiktheid.
Ook in die zaken heeft een uitspraak over de prognose soms effect op de duur en hoogte van bepaalde regelingen & kunnen we veel dingen prima zelf beoordelen door literatuur te raadplegen en de cliënt zelf te spreken & te onderzoeken.
Twijfel ik dan nog, dan vraag ik meestal naar resterende behandelopties. Die kan de cliënt mij meestal niet vertellen, en behandelen is ook precies niet mijn expertise.
M. de Mazliah-de Vries
Verzekeringsarts, Amsterdam
Overigens verder helemaal eens met de stelling dat het zou helpen als er in de curatieve sector íéts meer kennis zou zijn over de sociale geneeskunde (niet alleen de WvP). Dat co-schap mag echt langer duren dan 2 weken!