Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
3 minuten leestijd
Wetenschap

Groeiende resistentie in Afrika tegen aidsremmer

Plaats een reactie

De resistentie van hiv tegen een van de meest gebruikte aidsremmers, tenofovir, neemt toe. Dat blijkt uit een meta-analyse gepubliceerd in The Lancet Infectious Diseases. Eerder deze week noemde eerste auteur dr. Ravi Gupta de resultaten tegenover de BBC ‘zeer zorgwekkend’.

De Nederlandse internist-infectioloog in opleiding dr. Raph Hamers is een van de coauteurs. Hij is verbonden aan het AMC en het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) en doet onderzoek naar hiv-therapieresistentie in Afrika. Hij werkt momenteel in het Kilimanjaro Christian Medical Center in Tanzania. Hamers legt uit wat er aan de hand is: ‘Hiv is een snel delend virus en maakt bij de vermenigvuldiging van zijn genetisch materiaal allerlei fouten die leiden tot mutaties. Hierdoor kan er snel resistentie optreden. Bij ongeveer 20 procent van de Afrikaanse patiënten die de standaardbehandeling krijgen, wordt het virus na enige tijd niet meer onderdrukt. Anders gezegd, de behandeling faalt. Bij 60 procent van deze groep blijkt het virus resistent tegen tenofovir. Dat is veel, zeker vergeleken met patiënten uit Noord-Amerika en Europa bij wie slechts 20 procent resistentie ontwikkelt.’

De verklaring is tweeledig: gebrekkige therapietrouw en de manier van monitoren. Hamers: ‘In het westen is de behandeling afgestemd op de individuele patiënt; je geeft die medicijnencombinatie waarvan je verwacht dat die het beste is en vervolgens monitor je aan de hand van de hoeveelheid virusdeeltjes in het bloed van de patiënt de therapierespons. Constateer je therapiefalen, dan switch je naar een andere combinatie van geneesmiddelen. Dat kan in Afrikaanse landen vaak niet. Zogeheten eerstelijnsbehandeling met onder andere tenofovir kost ongeveer 150 dollar per jaar, maar medicijnen voor de alternatieve tweedelijnsbehandeling zijn zes keer duurder, derdelijnsmedicijnen zijn zelfs vijftien keer zo duur – maar eigenlijk nauwelijks beschikbaar. Die alternatieven zijn voor de grootschalige aanpak die hier noodzakelijk is onhaalbaar. Hier suddert therapiefalen vaak lang en ongemerkt door. En dat is desastreus: hoe langer het falen duurt, hoe resistenter het virus wordt. Op een gegeven ogenblik kunnen mensen zelfs onbehandelbaar worden.’

Bovendien dreigt een volksgezondheidsprobleem, zegt Hamers. ‘Cijfers wijzen uit dat in Afrika nu gemiddeld 5 procent van de mensen besmet wordt met een reeds resistent virus, maar dit getal stijgt. Een toenemend deel van de hiv-geïnfecteerde mensen die de standaardbehandeling krijgen, zullen daar op den duur niet goed op reageren.’
Daar kan nog een probleem bijkomen, aldus Hamers. Momenteel wordt in westerse landen de effectiviteit van PrEP – pre-expositieprofylaxe – beproefd, een pil met hiv-remmers, waaronder tenofovir, die een hiv-infectie kan voorkomen. De pil is bedoeld voor mensen die geen hiv hebben, maar die wel een verhoogd risico lopen om geïnfecteerd te raken. ‘Nu zijn er nog maar weinig nieuw geïnfecteerde mensen met een tenofovirresistent virus. Maar we moeten rekening houden met een mogelijke stijging. Dus moeten we routinematig in de grootschalige Afrikaanse behandelprogramma’s in de gaten houden welke resistente virussen er circuleren, zodat we tijdig maatregelen kunnen treffen.’

Hamers bepleit als remedie in de eerste plaats meer en systematischer aandacht voor therapietrouw. Ten tweede moet in Afrika regelmatige meting van de viral load prioriteit krijgen. De logistiek daarvan is momenteel sterk vereenvoudigd dankzij het gebruik van ‘dried blood spots’, waarbij druppeltjes bloed op een filterpapiertje worden verzameld en gewoon met de post naar een lab kunnen worden opgestuurd. Wereldgezondheidsorganisatie WHO beveelt de methodiek aan, ook omdat Unaids wil dat in 2020 90 procent van de mensen die met hiv geïnfecteerd zijn, dit van zichzelf weet, dat 90 procent van hen wordt behandeld met aidsremmers en dat 90 procent een onderdrukt virus heeft.
Hamers is optimistisch, maar de realiteit is weerbarstig. ‘Mensen moeten hun hele leven deze hiv-behandeling krijgen – wetend dat het in de eerste jaren al mis kan gaan, is er nog een lange weg te gaan.’

Henk Maassen


 

 

© shutterstock
© shutterstock
Eerder over dit onderwerp:
Wetenschap resistentie HIV
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.