Laatste nieuws
2 minuten leestijd
Nieuws

Drentse huisartsen dreigen apotheek te verliezen

Plaats een reactie

Door de vestiging van een apotheker dreigen de drie apotheekhoudende huisartsen in het Drentse Westerbork de vergunning voor hun apotheek te verliezen. De drie praktijken doen mee aan een experiment om zorg en inkoop te scheiden, uitgevoerd in samenwerking met zorgverzekeraar Groene Land Achmea (zie ook MC nr. 4/2001, p. 116). Volgens het in juni 1999 afgesloten convenant huisartsenzorg zou het ministerie van VWS zich ‘maximaal inspannen’ om de positie te beschermen van apotheekhoudende huisartsen die aan dergelijke experimenten wilden meedoen. In januari liet minister Borst echter weten dat de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG), waarin het primaat van de apotheker is vastgelegd, deze ruimte niet biedt.

Sinds september 1999 is er een apotheek in Westerbork. Veel klanten heeft hij niet, want de patiënten blijven de drie huisartsenapotheken trouw. Desondanks oordeelde de Commissie voor Gebiedsaanwijzing in de provincie Drenthe in juli vorig jaar dat de vergunningen van de drie huisartsen werden ingetrokken. Eind januari hebben de drie in hoger beroep hun zaak verdedigd voor de landelijke commissie. Een uitspraak is binnen enkele weken te verwachten.

M. W. Knooihuizen - van der Nat, meewerkend echtgenote in een van de praktijken, vreest voor de toekomst van de huisartsenzorg op het platteland: ‘In Dalen, hier vlakbij, zijn twee van de drie apotheekhoudende huisartsen opgestapt. De derde heeft zijn apotheek toen maar aan een apotheker verkocht, omdat hij bang was dat geen enkele huisarts in deze onzekere tijd de goodwill zou willen betalen.’ Staan patiënten eenmaal bij een apotheker ingeschreven, dan zijn zij in de toekomst voor spoedeisende hulp vermoedelijk aangewezen op de 24-uursdienst van apotheken in het ver weg gelegen Assen.

In december vorig jaar vroeg de Tweede Kamer minister Borst bij motie om nog vóór de voorgenomen integrale wijziging van de WOG ‘de noodzakelijke maatregelen te treffen om de positie van de apotheekhoudende huisarts te waarborgen’ en het primaat van de reguliere apotheker op te heffen. De minister noemde deze motie overbodig, omdat de positie van de apotheekhoudende huisartsen juist door het scheiden van zorg en inkoop ‘niet in gevaar’ zou zijn. Naar aanleiding van de ‘zaak-Twijzel’, waarin eveneens een apotheekhoudend huisarts zich beriep op deelname aan het experiment, oordeelden ambtenaren van het ministerie van VWS echter dat de overheid die bescherming niet kon bieden. Volgens Hans Hendriks, zegsman namens de LHV, keerden zij zich daarmee tegen de opvattingen van een belangrijke adviseur van de minister. Deze laatste noemde beleidswijziging goed verdedigbaar, juist omdat de uitkomst van het experiment nodig is voor de op handen zijnde wijziging van de WOG.

Ook Groene Land Achmea heeft bij het ministerie tevergeefs aangedrongen op bescherming van de apotheekhoudend huisartsen. Volgens de zorgverzekeraar bedreigt de huidige regelgeving het voortbestaan van de huisartsenzorg op het platteland omdat een plattelandspraktijk zonder apotheek voor huisartsen niet aantrekkelijk zou zijn.

Knooihuizen heeft de moed nog niet verloren: ‘Vanwege onze leeftijd houden wij er over een paar jaar mee op. Toch willen we ons best doen om de vergunningen te behouden en zo een rendabele praktijk over te dragen.’

Nieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.