Dé pijnstiller bestaat niet
Plaats een reactieDe effectiviteit van pijnstillers varieert sterk, concluderen Andrew Moore e.a. na het verzamelen van vijfendertig Cochrane Reviews. Dé pijnstiller bestaat dus nog steeds niet, maar verschil tussen goede en slechte pijnmedicatie is er zeker.
De auteurs publiceerden op 7 september hun review, waarin zij de effectiviteit van pijnmedicatie bij acute postoperatieve pijn onderzochten. Het doel daarvan was om de relatieve effectiviteit van diverse pijnstillers vast te stellen onder gestandaardiseerde condities. In de geïncludeerde placebogecontroleerde reviews kregen patiënten slechts één orale dosis van één medicament, zodat het effect van de afzonderlijke medicijnen goed was te vergelijken. Eerder onderzoek had al uitgewezen dat 18 procent van de patiënten voldoende pijnstilling bereikt met een placebo.
Medicijnen met een lage number needed to treat (NNT) waren ibuprofen, diclofenac, etoricoxib, codeïne/paracetamol, celecoxib (Celebrex) en naproxen. Medicijnen met een lange werkingsduur (meer dan 8 uur) waren etoricoxib, diflunisal, oxycodon/paracetamol, naproxen en celecoxib. Een eenmalige dosering van aspirine (500 mg), aceclofenac (Biofenac, 150 mg) of oxycodon (5 mg) leverde geen betere pijnstilling op dan een placebo.
Hogere doseringen van aspirine en oxycodon hadden echter wel effect. De auteurs merken op dat medicatie met een korte werkingsduur over het algemeen hogere NNT’s heeft dan medicatie met een lange werkingsduur. Bijwerkingen traden vooral op bij opioïdegebruik.
De belangrijkste conclusie was echter dat geen van de medicijnen aanzienlijke pijnreductie bood bij àlle patiënten.
Sarah Sloot
Doi: 10.1002/14651858.CD008659.pub2
- Meer nieuws
- Er zijn nog geen reacties