Chemo bij B-cellymfoom kan veel agressiever
Plaats een reactieMet een nieuw, intensief chemotherapeutisch doseringsschema kan de overleving onder patiënten met een diffuus groot B-cellymfoom flink worden verbeterd, zo vinden Christian Récher e.a. deze week in The Lancet.
Récher en zijn team vergeleken in hun fase III-studie een intensief doseringsschema met standaardtherapie. De standaardtherapie, die ook in Nederland wordt gebruikt, bestaat uit doxorubicine, cyclofosfamide, vincristine en prednison (R-CHOP) plus rituximab. Het intensieve schema bestond uit doxorubicine, cyclofosfamide, vindesine, bleomycine en prednison (R-ACVBP) plus rituximab.
Récher e.a. randomiseerden 180 patiënten van 18-59 jaar met niet eerder behandeld diffuus groot B-cellymfoom tussen de beide behandelingen. Een gedetailleerd doseringsschema is te vinden in figuur 1. Ook in Nederland worden B-cellymfomen met R-CHOP behandeld.
De onderzoekers vonden dat na drie jaar 81 procent van de patiënten in de R-ACVBP groep nog geen incident had doorgemaakt, tegenover 67 procent in de R-CHOP groep, een relatief risico van 0,56. De relatieve risico’s voor progressievrije overleving en algehele overleving na drie jaar waren respectievelijk 0,48 en 0,44 ten faveure van R-ACVBP. Wel was de intensieve behandeling geassocieerd met meer ernstige bijwerkingen.
In deze groep maakten 82 patiënten (42%) een ernstige bijwerking door, in de R-CHOP groep waren dat er 28 (15%). Bijwerkingen die in de R-ACVBP groep meer voorkwamen waren anemie, trombocytopenie, neutropenie en febriele neutropenie, infecties tijdens de neutropene periode en ernstige mucositis. Uiteindelijk completeerden 325 van de 380 patiënten de behandeling.
In een begeleidend commentaar stelt Julie Vose dat het intensieve regime vanwege de hoge kans op bijwerkingen en kosten alleen gebruikt moet worden bij patiënten met een hoog risico op recidief.
Sarah Sloot
The Lancet 2011; 378: 1858–67
- Meer nieuws
- Er zijn nog geen reacties