Cannabis in het basispakket

Het voormalig hoofd van het Bureau voor Medicinale Cannabis (BMC), de heer Scholten, houdt een pleidooi voor opname van cannabis in het basispakket (MC 38/2005: 1502). Volgens hem bestaan daarvoor voldoende therapeutische en juridische argumenten. Vandaag de dag komt een geneesmiddel of apotheekbereiding echter pas voor opname in het basispakket in aanmerking als er op zijn minst voldoende bewijs is dat het werkzaam is. Scholten geeft aan dat er voor de werkzaamheid van medicinale cannabis steeds meer bewijs komt. Hij onderbouwt de werkzaamheid bij neurogene pijn echter alleen met dieronderzoek en een abstract, terwijl hij voor de anti-emetogene werkzaamheid in de oncologie geen enkele literatuurreferentie noemt.

In 2003 heeft de Commissie Farmaceutische Hulp (CFH) van het College voor zorgverzekeringen juist op verzoek van het BMC het cannabis-dossier beoordeeld, maar te licht bevonden (zie: CFH-rapport medicinale cannabis:

www.cvz.nl/resources/cfh03-19rapport_tcm13-3999.pdf

). Het rapport erkent overigens dat er wel aanwijzingen zijn voor de werkzaamheid van de synthetische cannabinoïden, zoals dronabinol. Het betreft de toepassing bij pijn, misselijkheid en braken, spasticiteit en pijn bij MS, tics bij het syndroom van Gilles de la Tourette, en bevordering van de eetlust. Deze gegevens zijn echter niet zomaar extrapoleerbaar naar het gebruik van medicinale cannabis. 

Sinds 2003 staat medicinale cannabis voor alle toepassingen dan ook vermeld op de negatieve lijst van apotheekbereidingen. Die lijst dient als een advies aan de zorgverzekeraars om niet tot vergoeding vanuit het basispakket over te gaan. Sindsdien zijn er geen nieuwe klinische onderzoeken gepubliceerd waarin de werkzaamheid van medicinale cannabis is aangetoond. Scholten claimt in zijn artikel overigens nog maar bij twee indicaties een positief effect van medicinale cannabis. De CFH is altijd bereid om, op basis van nieuwe onderzoeken, tot een herbeoordeling van de therapeutische waarde over te gaan.       

Diemen, oktober 2005

W. Toenders, secretaris Commissie Farmaceutische Hulp