Laatste nieuws
Marianne Brackel
3 minuten leestijd

Buren

Plaats een reactie

Als ik van de high care naar de verpleegafdeling verhuis, is het andere bed op mijn nieuwe kamer leeg. Mijn buurvrouw blijkt naar de dialyse te zijn. Uren later maak ik kennis met haar.

Eva is al jaren nierpatiënte. Een halfjaar geleden heeft ze een nieuwe nier gekregen die jammer genoeg snel werd afgestoten. Complicatie na complicatie volgde. Ze ligt nu te wachten totdat een laatste restje abces eindelijk is verdwenen. Ze wil zo graag naar huis. Als ze geen verhoging meer heeft, mag ze weg. Ze wil geen nieuwe nier. Het is goed zo.

Ze woont veertig kilometer hier vandaan en Jos, haar man, is al die maanden alleen thuis. Twee keer per dag komt hij op bezoek en moet daarvoor vier keer over een van de drukste verkeersknooppunten van het land. Hij heeft nog geen dag overgeslagen.

Ongelovig hoor ik dit aan. Zes maanden in het ziekenhuis opgenomen, dat gaat mijn voorstellingsvermogen te boven. Ik had er – daar in de buitenwereld – zelden bij stilgestaan dat er mensen zijn die hier zo lang liggen. Zes maanden…

Eva is een rustige en vriendelijke kamergenote. Ze heeft haar lot volledig geaccepteerd en zit vol met plannen voor de toekomst: genieten van haar kleinkinderen, van dagtochtjes, van haar tuin. Al snel besef ik dat ik in de toekomst op moeilijke momenten aan Eva zal denken. Ze haalt zo veel voldoening, geluk en rust uit deze alledaagse dingen van het leven; daar moet ik van kunnen leren.

Een week later mag Eva eindelijk naar huis. Het is woensdag. Vrijdag komt ze terug voor dialyse. De maandag erop ook. En woensdag. En vrijdag, en maandag, en…..

Diezelfde dag wordt meneer Eyck mijn nieuwe buur. Vierenzeventig jaar, Brabander in hart en nieren, erudiet. Hij ligt al acht maanden op deze afdeling, waarvan de laatste maand in quarantaine. Acht maanden, mijn lieve hemel, het kan dus nog langer!

Ook meneer Eyck kreeg een nieuwe nier, ook bij hem vond afstoting plaats. Dat de transplantatie niet is gelukt en dat het beloop zo gecompliceerd is, neemt hij voor lief. Het was het proberen ronduit waard, meent hij. Dat hij hier nu al zo lang ligt, had niemand voorzien, maar hij vindt de verpleging lief en de dokters kundig.

Anneke, zijn vrouw, komt elke dag een paar uur op bezoek. Slechts één keer heeft ze overgeslagen toen zij zelf ziek was. Dat zit haar nog steeds niet lekker. Meneer Eyck zegt dagelijks wel een paar keer hoe fijn hij het vindt dat hij Anneke elke dag bij zich heeft.

Meneer Eyck is een gezellige kamergenoot; we praten heel wat af. Hij geniet duidelijk van mijn gezelschap na al die weken alleen. Maar daar komt een abrupt eind aan als hij opnieuw een positieve kweek blijkt te hebben. Binnen enkele minuten word ik in mijn bed op de gang gezet, in afwachting van een nieuwe plek. Meneer moet opnieuw in quarantaine. Zes weken later, als ik al drie weken thuis lig, lees ik in de krant dat meneer Eyck in het ziekenhuis is overleden. Bijna tien maanden na zijn transplantatie…

Wat heb ik een bewondering voor deze twee kamergenoten en hun partners: acceptatie van hun ziekte, eindeloos geduld, zonder angst vertrouwen op de toekomst, nooit klagen, het leven nemen zoals het komt. Een leven dat onvoorstelbaar moeilijk is en verre staat van wat zij eigenlijk zouden willen. En voor hun partners geldt in ultimo: for better and for worse.

Ik vraag mij af of ík ooit in staat zal zijn te berusten in mijn lot. Hoe het mij zal lukken om met deze chronische ziekte om te gaan, die mijn leven zo totaal onverwacht zo’n drastische wending geeft.

Marianne Brackel is jeugdarts. Maart 2008 werd bij haar de ziekte van Wegener geconstateerd.

PDF van dit artikel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.