In de ban van burn-out

In de ban van burn-out, Christiaan Vinkers, Prometheus, 328 blz., 23,50 euro.

bestellen

‘Jonge dokters ervaren meer burn-outklachten dan ooit tevoren.’ Zomaar een kop in Medisch Contact deze maand. Een kwart (!) van de jonge garde zegt last te hebben van burn-outklachten. Het rare is, aldus psychiater Christiaan Vinkers, dat we eigenlijk helemaal niet goed weten wat burn-out precies is. Het is geen harde medische diagnose. Het blijkt een onwerkbaar containerbegrip. Een etiket voor een veel te rijk gevarieerd medisch klachtenbeeld, zo legt hij uit in zijn uiterst lezenswaardige In de ban van de burn-out.

De wetenschappelijke basis van burn-out is ronduit wankel te noemen: het is slecht meetbaar, niet betrouwbaar vast te stellen én bovendien blijken er verrassend weinig bewezen werkzame behandelingen voorhanden te zijn. En toch – hoe paradoxaal wil je het hebben – bestaat er voor burn-out een uiterst florerende adviesindustrie, die bol staat van de magische oplossingen, bewoond door allesweters en kwakzalvers.

Vinkers gooit met zijn statement ‘burn-out bestaat niet’ een dikke steen in het toch al erg drukke babbel-de-babbeldebat over burn-out. Hij wilde geen zelfhulpboek schrijven, toch komt hij – denkend vanuit het stressconcept – met een achttal basisprincipes die heilzaam kunnen uitpakken. Zoals: leef niet op de automatische piloot. Dat geeft op zich weer aanleiding tot overdenking én debat. En dat lijkt mij precies de bedoeling van het boek. Aanrader.