Daar op het plein is niemand
Plaats een reactie
Daar op het plein is niemand, Dolores Prato (vertaling: Jan van der Haar), De Arbeiderspers, 830 blz., 45 euro.
bestellen
Schrijven begint met goed kijken en luisteren. Na haar 80ste begon Dolores Prato (1892-1983) aan de autobiografische roman "Daar op het plein is niemand", over haar kinder- en jeugdjaren, beleefd in het fin de siècle van het midden-Italiaanse binnenland.
De eerste volledige editie van het achthonderd pagina’s tellende boek verscheen echter pas lang na haar dood. Haar moeder, een vrijgevochten vrouw, stond haar buitenechtelijk kind af aan een neef en nicht, beiden zestigers. Het kind groeide liefdeloos op: ‘Ik woonde afgezonderd bij twee bejaarden die zich niet aan mijn jeugd konden aanpassen.’ Het was opgroeien zonder ankerpunten van affectie, en die van de moeder in het bijzonder.
Wat drijft de schrijver en het kind dat zij was? ‘Ik zocht iets zonder het te vinden; ik ben er nooit achter gekomen wat ik zocht.’ Dan resteert het minutieus beschrijven van voorwerpen, mensen en hun omgeving, van keukengerei tot speelgoed, van kerken tot planten. Het versmade archief van het triviale, van niet opgemerkte details, van al datgene wat in de regel verdwijnt in het schrobputje van de vergetelheid.
Dit maakt haar boek ook tot een traktaat over de werking van tijd en geheugen. Al is ‘wat een geheugen lijkt een verzameling littekens’. Er gebeurt weinig én veel. Zonder chronologie, nagenoeg richtingloos. De ware lezer leest niet op het voorspelbare, pruttelende ritme van de tweetaktmotor van een plot. Maar savoureert de verrassend rijke, alledaagse taal, wars als Prato is van zwaarmoedigheid of zelfbeklag, ondanks haar levenslange eenzaamheid.
- Er zijn nog geen reacties