Tabaksverslaving is een politieke ziekte
Een rookvrije samenleving vereist daadkracht in Den Haag
6 reactiesIn het Verenigd Koninkrijk overstijgt het tabaksprobleem de partijpolitiek. Slechts dan kun je maatregelen nemen die ertoe doen. Het contrast met de maatregelen in het Nederlandse Preventieakkoord is dan ook groot.
Beter dan de uitspraak van het Hof in Den Haag op 6 december 2018 in de rechtszaak die op initiatief van de Stichting Rookpreventie Jeugd was aangespannen tegen de tabaksindustrie kan het niet geformuleerd worden: ‘Dat roken schadelijk is voor de gezondheid, ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengt, tot ernstige ziekten en zelfs tot de dood kan leiden en bovendien zeer verslavend is, kan naar het oordeel van het hof als een feit van algemene bekendheid worden aangenomen en wordt door beklaagden ook niet betwist. Beklaagden bieden sigaretten aan waarvan zij weten dat die verslavend en schadelijk (kunnen) zijn voor de gezondheid van (mee)rokers. Het hof gaat ervan uit dat beklaagden hierbij handelen met het oog op het behalen van winst.’ Het hof is van mening dat de sleutel van de oplossing van dit maatschappelijk onrecht niet bij de rechtspraak ligt, maar bij de politiek.
In het Verenigd Koninkrijk is men daar al van doordrongen en is de All Party Parliamentary Group (APPG) on Smoking and Health opgericht die bestaat uit leden van het Hoger- én het Lagerhuis en waarin alle politieke partijen deelnemen. Het tabaksprobleem overstijgt, zo is de gedachte, de partijpolitiek. Hoe anders is dat in Nederland, waar sommige politieke partijen zich niet laten leiden door wat goed is voor de gezondheid van de burger, maar door wat hun standpunt oplevert in termen van Kamerzetels of accijns voor de staatskas (€ 2,5 miljard). Partijen ter rechterzijde van het politieke spectrum komen aan met de keuzevrijheid van de burger; zo kon uit de mond van de VVD-woordvoerder tabak opgetekend worden: ‘Hebben mensen straks het recht nog wel om iets ongezonds te doen?’ en: ‘Wij betuttelen niet. Je bent vrij om te roken of drinken als je dat wilt.’ De wil om kinderen – want wie begint er na zijn 18de nog met zijn eerste sigaret?– te beschermen ontbreekt daardoor. Twee van de drie kinderen die een sigaret proberen, worden een dagelijks roker. En van deze rokers zullen op termijn twee van de drie door het roken overlijden.
Uit onderzoek blijkt dat de achterban anders denkt over tabak dan de Tweede Kamerfractie
Druk van VVD en CDA
Uit onderzoek van Maurice de Hond blijkt echter dat de achterban anders denkt over tabak dan de Tweede Kamerfractie. Driekwart van de kiezers – de niet-rokers – vindt wel degelijk dat er stringente maatregelen genomen moeten worden om het tabaksgebruik tegen te gaan, dat de accijnzen verdubbeld moeten worden en dat tabak uitsluitend nog verkrijgbaar mag zijn in tabaksspeciaalzaken én dus uit de supermarkten, boekhandels en tankstations moet verdwijnen. Dat de rokers daar soms anders over denken, moge duidelijk zijn. Toch wil 80 procent van de rokers stoppen en is voor effectieve maatregelen. Geen van de rokers wil dat zijn kinderen gaan roken. De luidruchtige stem van een minderheid wordt gefinancierd door de tabaksindustrie.
Er moet straks gestemd worden over de voorstellen in het Preventieakkoord. De voortekenen zijn niet gunstig: in de conceptversie van het Preventieakkoord was een stevige paragraaf opgenomen over verhoging van de accijnzen, maar deze is er weer uitgehaald, naar verluidt onder druk van de VVD en het CDA. Alleen de eenmalige accijnsverhoging in 2020 is blijven staan. De meest effectieve maatregel, een structurele jaarlijkse accijnsverhoging, verdween, want ‘er moet eerst onderzoek worden gedaan …’ Beide partijen zijn blijkbaar gevoelig gebleken voor tabakslobbyisten, voor de rapporten van KPMG die in opdracht van Philip Morris International voor de overheid zijn gemaakt en waarin gewaarschuwd wordt tegen accijnsverhoging.
Hoe anders gaat het in het Verenigd Koninkrijk. De All Party Parliamentary Group (APPG) heeft een notitie gepubliceerd waarin kort maar krachtig de puntjes op de i worden gezet. Het contrast met het Preventieakkoord is groot. Wij sommen puntsgewijs enkele van de voorstellen in de APPG-notitie op en zetten dat naast wat over hetzelfde onderwerp in het Preventieakkoord staat.
Sturende overheid
De APPG is voorstander van een sterk sturende rol van de centrale overheid. Hoewel lokale organisaties een belangrijke rol hebben en adequaat gefinancierd moeten worden, is de APPG van mening dat een rookvrije generatie alleen maar kan slagen als de centrale overheid haar verantwoordelijkheid neemt.
In het Preventieakkoord zijn het juist de lokale organisaties die ervoor moeten zorgen dat de rookvrije generatie er komt.
Sociaal Economische Status
In het APPG-rapport wordt de bezorgdheid uitgesproken over de verschillen tussen hoge en lage sociaal economische status (SES). In het Verenigd Koninkrijk rookt één op de vier mensen met een lage SES, vergeleken met één op de tien bij mensen met een hoge SES. In Nederland rookt 22 procent van de hoogopgeleide mannen tussen de 25 en 45 jaar, van de mannen met een lagere opleiding in dezelfde leeftijdsgroep rookt 52 procent. Het APPG-rapport stelt dat als de verschillen in rookgedrag tussen hoge en lage SES niet teruggebracht worden, de doelstellingen van de rookvrije generatie mogelijk niet gehaald worden. Hetzelfde gevaar dreigt in Nederland.
Opvallend is dat het Preventieakkoord vrijwel geen aandacht besteedt aan het rookgedrag in de lage SES.
Vervuiler laten betalen
De APPG houdt een pleidooi om de vervuiler in casu de tabaksindustrie een vast bedrag per jaar te laten betalen om maatregelen tegen de gevolgen van het tabaksgebruik te financieren. In Nederland is door het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) en de Stichting Rookpreventie Jeugd (SRPJ) voorgesteld dit ook op te nemen in het Preventieakkoord. Het staat er nog niet in. De haalbaarheid van de doelstelling voor een rookvrije generatie in 2040 zal jaarlijks worden geëvalueerd. Als blijkt dat er niets verandert, volgt bijstelling van het akkoord.
Opvallend is dat in het Preventieakkoord geen financiële paragraaf is opgenomen.
Accijnsverhoging
De APPG stelt voor om de accijnzen jaarlijks met 5 procent boven op de inflatie te verhogen en ook de prijs van shag parallel te laten lopen aan die van sigaretten. Ook moeten er extra maatregelen komen tegen smokkel.
Het Preventieakkoord spreekt van een eenmalige accijnsverhoging met 1 euro. Of de aanbevolen structurele accijnsverhoging er komt, moet eerst onderzocht worden.
Vergunningenstelsel
Het aantal verkooppunten neemt nog steeds toe, naar meer dan 60 duizend. Het is derhalve onmogelijk de minimumaankoopleeftijd van 18 jaar te handhaven. Ook het aantal indirecte verkooppunten stijgt: via internet bestelde postpakketjes kunnen frequent bij tabaksverkooppunten worden afgehaald.
Een vergunningenstelsel moet de verkoop van sigaretten beter reguleren. Het NTvG en de SRPJ hebben een vergelijkbaar voorstel gelanceerd, dat nog niet is opgenomen in het Preventieakkoord.
Campagnes
Er moet volgens de APPG meer geld komen voor massamediale campagnes die erop gericht zijn mensen te motiveren te stoppen en om jongeren niet te laten beginnen. Campagnes dienen ook voor het creëren van draagvlak voor politieke maatregelen.
Het is onduidelijk hoeveel geld het Preventieakkoord uittrekt voor de
financiering van campagnes. Ook is niet duidelijk voor wanneer ze gepland zijn. Elk jaar dat effectieve maatregelen uitgesteld worden, levert op termijn 20 duizend vermijdbare doden op en miljoenen zieken.
E-sigaret
De APPG wil een commissie instellen die voor eind 2019 een advies uitbrengt over elektronische sigaretten. In het Preventieakkoord komt dit onderwerp in het geheel niet voor. Dat is jammer, want de omvang van het gebruik neemt ook in Nederland toe. Daar moeten we dus op voorbereid zijn. Vooralsnog wordt de e-sigaret zowel door de wereldgezondheidsorganistie WHO, de Food and Drug Administration en het Trimbos-instituut als het paard van Troje gezien. In Amerika is het gebruik hiervan onder kinderen met 800 procent gestegen en het is de opstap naar de gewone sigaret.
Urgentie
Wat opvalt, is de veel hogere urgentie in de APPG-notie. Waar in het Preventieakkoord de stip op de horizon veelal op 2040 is gezet, neemt de APPG 2022 als eindpunt. Zo wil het APPG bereiken dat in 2022 nog maar 12 procent van de volwassenen rookt, in Nederland zijn we tevreden als het aantal rokers dan teruggebracht wordt tot 20 procent.
Prestatie-indicator
De National Health Service (NHS) publiceerde in 2018 het rapport ‘Hiding in plain sight: Treating tobacco dependency in the NHS’ waarin alle zorgkosten in het ziekenhuis werden berekend als gevolg van roken. Op basis daarvan onderzoekt het NVALT-bestuur samen met de Long Alliantie Nederland de mogelijkheid om roken als prestatie-indicator op te nemen in het elektronisch patiëntendossier: aan iedereen die het ziekenhuis bezoekt, moet gevraagd zijn of diegene rookt en of er een rookstopadvies gegeven is.
Het aantal rechtszaken door Philip Morris tegen merkloze pakjes spreekt boekdelen
Plainpackaging
Plainpackaging oftewel merkloze pakjes zijn in de landen waar het is ingevoerd zeer succesvol gebleken om kinderen niet te laten beginnen. In landen waar een reclameverbod geldt, is het pakje ontzettend belangrijk gebleken om jezelf te onderscheiden. Het aantal rechtszaken dat door Philip Morris International gevoerd is tegen de invoering van merkloze pakjes, spreekt boekdelen.
Online
De marketingmachine van de tabaksindustrie is online gegaan op plekken waar de kinderen de ‘replacementsmokers’ zijn: via influencers op Instagram, Netflix en games worden ze overladen met sigarettenreclame.
Wet
Vanuit de gedachte dat een rookvrije generatie als term te vrijblijvend is, wordt gewerkt aan de voorbereiding van een wet waarin vastligt dat kinderen geboren vanaf het jaar 2018 geen tabak meer mogen kopen.
Rookvrije ziekenhuizen
Binnenkort zijn alle ziekenhuizen rookvrij. Er wordt onderhandeld met gemeenten om ook het gebied rond het ziekenhuis rookvrij te maken. Dit zal op termijn net zo normaal zijn als rookvrije bioscopen, restaurants en vliegtuigen.
Veel spijt
De laatste jaren is het aantal rokers niet significant gedaald. Het aantal relatief jonge rokers met een lage SES is schrikbarend hoog. Het aantal vrouwen met longkanker stijgt.
Als de maatregelen die bekend effectief zijn niet nú ingevoerd worden, krijgen we daar twintig jaar later en 400 duizend tabaksdoden verder veel spijt van.
Het Verenigd Koninkrijk voert in Europa de Tobacco Control Scale aan, een ranglijst die aangeeft welke landen het meest doeltreffende anti tabaksbeleid voeren. Het succes van het tabaksbeleid in het Verenigd Koninkrijk heeft te maken met het feit dat het onderwerp gedepolitiseerd is, dat het geen onderwerp is waar politieke partijen op willen scoren. Slechts dan kun je maatregelen nemen die ertoe doen. Polderen werkt niet bij een zo verslavend product. Heroïne en cocaïne zijn net zo verslavend als tabak, maar in het verbieden van die producten is de politiek heel duidelijk.
De NVALT kan zowel richting de KNMG als het ministerie van VWS een hoofdrol spelen, aangezien wij als specialisten dagelijks de gevolgen van roken zien.
contact
w.dekanter@nki.nl, wandadekanter@hotmail.com
cc: redactie@medischcontact.nl
Voetnoten
https://www.ntvg.nl/artikelen/nieuws/vereniging-ntvg-tevreden-over-anti-rooklobby/volledig
download dit artikel
Bert Wiechers
(huis)arts niet praktiserend, Zwolle
‘Tabaksverslaving is een politieke ziekte’. Dat is een kop die aandacht trekt! Ongetwijfeld kan de overheid veel bijdragen aan het bevorderen van een ‘rookvrije samenleving’, maar die kop suggereert dat alle heil wordt verwacht van ‘de politiek’. Vo...lgens mij is deze verslaving ook een ‘sociale ziekte’. Jongeren beginnen er niet aan omdat het zo lekker is (ik herinner me hoe ik me tijdens de pauze op de hbs t.g.v. een gebietste sigaret heel beroerd voelde). Het gaat om het gevoel ergens bij te horen en je toch te kunnen onderscheiden (ik meende ooit dat het roken van Javaanse Jongens – driekwart, dus niet halfzwaar of zwaar – in een opvallend pakje, op een positieve manier bijdroeg aan mijn ‘image’). Mijn ouders hebben me gewaarschuwd (ja, begin jaren 60) maar paften zelf vrolijk door!
Tja, wat nu? Hoe beïnvloed je sociaal gedrag (met name van pubers en hun ouders)? Hier ligt een taak voor allen die, al dan niet vanwege hun professie, in contact komen met kinderen en hun ouders. Wat mij betreft moet degene die betrokken is bij de geboorte van een kind (huisarts, verloskundige. kraamverzorgster, gynaecoloog), dit onderwerp indringend aan de orde stellen bij de ouders, zeker als die verstokte rokers zijn. De juf op de basisschool dient ook aan de ouders te vragen of ze rokers zijn. Volgende vraag: wat voor effect heeft dit op uw kind? En die juf (soms een meester) moet natuurlijk ook het goede voorbeeld geven!
Dit alles ingebed in een klimaat waarin duidelijk is dat roken ‘niet kan’. Dan is het cirkeltje toch weer rond, ‘de politiek’ heeft een rol!
Bert Wiechers, al 26 jaar niet meer gerookt.
Enes
algemeen betweter, Rotterdam
Collega van Haastrecht verwart het beeld van Margo Minco met causale relaties en verspreidt fake news. Ook anectdoten vallen onder statistiek. Overgrote meerderheid van rokers (95%) krijgt geen longkanker. Het causale verband tussen roken en longkank...er echter, is sterker dan het verband tussen alle andere aandoeningen en hun modificeerbare risicofactoren.
Jose van Haastrecht
bedrijfsarts niet practiserende, Den Haag
Met het beeld van Margo Minco al sigaretten rokend achter haar typemachine enige jaren voor haar overlijden op de leeftijd van 104 jaar voor ogen, pleit ik er voor om statistische relaties niet te verwarren met causale relaties en om in anamneses (we...er) na te vragen, waar men woonde, welk beroep of beroepen men heeft uitgeoefend, hoeveel kilometers en tijd men in de loop van het leven in benzine- of dieselauto heeft doorgebracht en dat te toetsen aan de blootstelling aan een veelheid van stoffen met mogelijke risico's voor de gezondheid voor een individu. En waar de genetische aanleg in een verleden ook niet onbelangrijk werd gevonden voor het effect van blootstelling aan een bepaald stofje op een werknemer, verdient ook dit aspect mijn inziens de aandacht binnen de gezondheidszorg.
MP de Bakker
Huisarts, DEURNE
In de tweede Kamer komt de Minister van Rechtsbescherming onder vuur liggen in het debat over de fouten rond de detentie van de moordenaar van één jonge vrouw door een falend strafsysteem. Wanneer is de Minister van Volksgezondheid aan de beurt over ...een jarenlang falend overheidsbeleid ten aanzien van het onnodig overlijden van duizenden!!! tabak slachtoffers en ontbreken van harde overheidsmaatregelen om deze levensgevaarlijke tabaksverslaving bij onze jongeren te voorkomen?
Harm Rutten
Oncologisch Chirurg, Eindhoven
De vraag is of er niet paralellen te trekken zijn met zaken waar de overheid duidelijk gefaald heeft en aansprakelijk gehouden kan worden.
Het is duidelijk dat ons gezondheids systeem onhoudbaar is geworden door onbeheersbare kosten, die uiteindelij...k allemaal op burgers afgewenteld worden. Een belangrijk deel van die kosten zijn rookgerelateerd en overschrijden vele malen de verdiende accijnzen. Door het steeds uitstellen van krachtige maatregelen is de overheid direct medeverantwoordelijk voor honderd duizenden doden. Wanneer erkent de overheid haar falen. Het leed van iemand die aan kanker overlijdt is voor een overheid minder persoonlijk, maar ook volledig onnodig in vele gevallen
I.Nanninga
Arts, Mexico
Helder stuk.
Het vergt een enorme inspanning om zo'n verslavend middel als roken, met zo'n miljardenindustrie te kenteren. Dank je wel Wanda "de Kenter" voor jouw jarenlange inzet. (En natuurlijk voor die van je strijdgenote Pauline Dekker).
Er i...s al veel verbeterd. Maar nog steeds veel te doen. Het is een afschuwelijk gezicht om een brommertje met een puber en een 18 jarige te zien stoppen voor een tabakswinkel. De 18 jarige gaat naar binnen, onder de grote zwarte letters met de tekst "roken is dodelijk" door, en met stoer gegrinnik wordt de buit buiten overhandigd.
Ook bizar is het dat 16 jarige werknemers in de supermarkt pakjes sigaretten
(en alcohol) moeten afrekenen, die ze zelf niet eens legaal mogen kopen.
Uberhaubt vraag ik me wel eens af of het niet wettelijk mogelijk zou moeten zijn om als werknemer gewetensbezwaar aan te geven en te weigeren mee te werken aan het verspreiden van deze dodelijke stoffen. Het wachten is op een rechtszaak hierover.
Ook vraag ik me af waar de SIRE reclames blijven. Het moet mogelijk zijn om in de publieke opinie roken, nog meer dan het nu al is, " iets voor losers" te maken zodat minder kinderen hiermee beginnen.