Op het verkeerde pad
Plaats een reactieHij had littekens op z’n armen, een half gebit en was broodmager. Door zijn levensstijl was hij uiteindelijk in een rolstoel beland. Daarmee doolde hij door het winkelcentrum en maakte de buurt onveilig. Zodoende was hij in een politiecel terechtgekomen, waar ik hem zag in mijn forensische dienst. Zijn accent was stads en het verbaasde me dat hij nu in deze regio leefde.
‘Nou, daarginds hebben ze geen bruin meer; alleen nog maar witbrood.’
We raakten aan de praat en hij vertelde over vroeger en zijn leven met heroïne. Dat zijn ouders hem hadden laten vallen en dat hij zijn huis was kwijtgeraakt, daar kon hij mee leven. Maar dat hij zo’n slechte conditie had, en die longen... Dat was ‘het ergste van de hele shit’.
Ik regelde astmapompjes en schreef de standaardmedicatie bij onthoudingsklachten voor. Ten slotte vroeg ik: ‘Heeft u verder nog iets nodig?’
‘Lucht, dokter’, zei hij.
Ik fronste mijn werkbrauwen en inspecteerde nog eens zijn borstkas. Had ik iets gemist?
‘Voor mijn rolstoel. Ik heb een lekke band en als ik hier morgen uitkom, moet ik weer verder.’
Ingrid Henssen-van Beek, arts maatschappij en gezondheid
- Er zijn nog geen reacties