Tijd

Naar aanleiding van een artikel dat ik in 1998 voor Medisch Contact schreef over de veranderende rol van de huisarts, kreeg ik ter inzage een proefschrift uit de late jaren vijftig opgestuurd. Dat ging over de organisatie van de huisartspraktijk en gaf een mooi beeld van hoe weinig het ‘basale’ werk van de huisarts is veranderd. Maar het gaf ook een inkijk in hoe anders de verhouding tussen arts en patiënt destijds moet zijn geweest. Een gemiddelde consultduur van bijna 4 minuten kan toch niet veel ruimte hebben gegeven voor uitleg, laat staan informed consent over de behandeling. Toen ik dat las, moest ik denken aan de internist in het ziekenhuis waar ik in de jaren tachtig als assistent werkte, die op een
poli-ochtend vijftig patiënten ‘zag’. Onvoorstelbaar. Dat vond ik toen al, maar nu kan ik me er helemaal niets meer bij voorstellen.

Wie kijkt naar de (tijds)druk die op veel artsen ligt kan niet anders dan constateren dat steeds meer tijd nodig is voor direct patiëntencontact. De toename van de mogelijkheden in de zorg en de – terechte – wens om patiënten veel meer te informeren en betrekken bij hun behandeling, vragen veel meer tijd van de arts. Tijd die er vaak onvoldoende is. Want naast de patiëntenzorg wordt er van artsen – terecht – ook steeds meer van hen geëist op het gebied van (na)scholing en hun rol in organisatie en financiering van de zorg. Het wordt steeds moeilijker om dit allemaal in een enigszins redelijke werkweek te proppen. En daar – alweer terecht – hoor je artsen over klagen.

In dit nummer beschrijven vier huisartsen uit Zwolle hoe ze steeds meer in de klem van zorgverzekeraar Achmea raken. In het contractvoorstel van de verzekeraar staat onder andere dat patiënten altijd binnen twee dagen een afspraak moeten kunnen krijgen en voor een kleine verrichting, bijvoorbeeld het verwijderen van een atheroomcyste, binnen een week geholpen moeten zijn. Terecht stellen de huisartsen dat Achmea hiermee op de triagestoel van de huisarts gaat zitten. Te gek voor woorden.

Meer tijd voor de patiënt komt er alleen als er meer tijd komt voor de dokter, de verpleegkundige et cetera. Het wordt tijd dat dat doordringt bij iedereen die met de zorg te maken heeft.

Hans van Santen, huisarts en hoofdredacteur

twitter.com/hansvansantenMC