Blogs & columns
Vera van Veen
1 minuut leestijd
Blog

Eng - Vera van Veen

3 reacties

‘Ik vind hem doodeng.’ De assistente fluistert het me toe met een half oog op de binnenloper in de wachtkamer. Ik kijk ook. De man praat, houdt een verhandeling met veel handgebaren, gericht op de plek naast hem. De lege plek. Er wacht immers, voor het eerst die dag, niemand anders.

‘Straks zegt een van die stemmen: Doe de assistente wat aan, ofzo. Weet je wel zeker dat jij deze patiënt wil doen?’ Ik krijg nu toch wel een ongemakkelijk gevoel. Mijn opleider is visite rijden, maar komt zo terug. Ik kijk nogmaals, hij vangt mijn blik en glimlacht. Ik glimlach terug. Verzamel moed. ‘Ja, geen probleem.’

De voorgeschiedenis – die ik nog even snel lees voor ik hem binnen vraag – liegt er niet om: paranoïde schizofrenie, ruzies om starten van medicatie. Hij glimlacht breed als ik hem binnen vraag. In gebrekkig Nederlands vertelt hij over zijn huidprobleem. We komen, met veel handen-  en voetenwerk, tot een oplossing. Hij krijgt een recept en een afspraak voor over een week. Ik zet de afspraak maar even zelf in de computer, met in gedachte nog het gesprek van zo-even.

‘Assistente vindt mij raar, hè?’ Ik richt mij op en kijk in lachende ogen en zit even met mijn mond vol tanden. ‘Geeft niets’, zegt hij. Vrolijk schudt hij mij de hand en bedankt me voor het fijne gesprek. Hij loopt, al pratend, richting apotheek. Ik kijk hem na als de assistente mijn spreekkamer inloopt.
‘Alles goed?’ Ja. Alles goed.


Vera van Veen

Vera van Veen (pseudoniem) is onlangs afgestudeerd als huisarts. Ze schrijft over haar ervaringen als (huis)arts-in-wording.


 

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • S. Ouchan

    huisarts i.o., ASSENDELFT

    Een like voor de voorgaande reactie!

  • Jos Rensing

    huisarts, den Haag

    De dokter heeft een enorme voorsprong op de assistente.
    De dokter is immers een dokter en de assistente "maar" een assistente.
    De openingszin: "Goede morgen, vertel: wat kan ik voor u doen?", helpt enorm om de kou uit de lucht te halen.
    En dan gewoon... 5 minuten luisteren. Niks zeggen: luisteren.
    Niet achterover gaan leunen, want dat hebben ze door (Ooit zij een psychotische patiënte tegen mij: bent u soms bang voor me?")
    En dan onderzoeken, de klacht serieus nemen: kijken en voelen.
    En dan liefst iets zinnigs zeggen: "Ik denk dat ik weet wat het probleem is en ik denk dat ik daaraan iets kan doen (zalfje, pilletje).
    En dan checken: "Bent u het daar mee eens?"
    En als je niets zinnigs weet helpt soms : "Wat denkt u zelf dat ik voor u zou kunnen doen?" Levert soms een verbijsterend simpele oplossing: ik wil m'n cholesterol wel eens geprikt hebben, of zoiets.

    Bij luidruchtig of ander wangedrag in mijn wachtkamer confronteer ik ze wel en zeg dan dat andere mensen daar van schrikken. Ik heb ook een winkeltje en ik wil niet dat mijn andere klanten weggejaagd worden. Dat snappen ze best.
    En dan zou je helemaal aan het eind van zo'n consult nog eens kunnen zeggen dat je een volgende keer nog veel meer tijd voor hen hebt als ze net als ieder ander gewoon een afspraak maken.

    "Judo" lukt heel vaak, maar niet altijd: ooit gooide een verslaafde borderliner een wachtkamer stoel over de balie en die hebben we met de politie moeten laten afvoeren. Heeft daarna een andere huisarts gevonden.

    Laat onverlet dat agressie tegen hulpverleners een flink trauma bij hen kan achterlaten: nazorg dus!

  • B. Lanschot

    student, MAASTRICHT

    http://www.dehulplijnvoormensenzonderpsychischeziekte.nl/

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.