De plichten van de patiënt
2 reactiesEen patiënt die zich op de afdeling misdraagt door de verpleging te bedreigen: ‘Als jullie niet meer morfine geven dan bel ik mijn neven die kickbokskampioen zijn om jullie een lesje te leren.’ Of een patiënt die tegen medisch advies in met ontslag gaat omdat hij geen eenpersoonskamer krijgt of de arts niet te spreken krijgt op het moment dat hij dat wil, om vervolgens weer met hangende pootjes op de SEH te belanden.
Het zijn situaties waarin een ontredderde somaticus vaak de psychiater in consult vraagt. Als een psychiatrische stoornis is uitgesloten en de patiënt wilsbekwaam ter zake zijn besluitvorming wordt verklaard, rest de ultieme verwarring: hoe kan een patiënt zich zo gedragen terwijl wij, dokters, hem juist willen helpen?
Eenmaal over de drempel van ziekenhuis of spreekkamer gebeurt er iets bijzonders: de patiënt schiet in een afhankelijke en regressieve rol, terwijl de arts extreem veel verantwoordelijkheid op zijn schouders neemt. We zien dit ook terug in het tuchtrecht, waar de arts relatief veel plichten heeft als je het afzet tegen de verplichtingen van de patiënt die zich beperken tot het duidelijk en volledig informeren van de hulpverlener, zodat deze de patiënt op een verantwoorde wijze kan onderzoeken en behandelen én zoveel mogelijk meewerken aan onderzoek en behandeling. De meeste tuchtzaken gaan in de basis dan ook over niet-nagekomen plichten van de arts onder de WGBO en nooit over de patiënt die verzaakt in zijn patiëntenrol. Recentelijk werd ik verrast door een zaak die de patiënt impliciet toch op zijn plichten wijst. Een patiënt komt bij de huisarts en eist benzodiazepinen. Als de huisarts dit verzoek weigert ontstaat er een conflict waarbij de huisarts wordt mishandeld. De patiënt dient – nota bene – een klacht in tegen de huisarts, die ongegrond wordt verklaard en waarbij het gedrag van de patiënt als onacceptabel wordt beschouwd.
De moderne patiënt is geen stampvoetende kleuter meer die overal recht op heeft
Het is opvallend dat deze moderne patiënt goed op de hoogte is van zijn rechten, maar het beduidend minder nauw neemt met zijn plichten.
Door de digitale revolutie en het nivelleren van maatschappelijke status emancipeert de patiënt en dat is een goede zaak. Het dwingt ons als artsen om een nieuwe attitude te verkennen maar vraagt ook om een evaluatie van de verplichtingen van deze nieuwe patiënt.
Als ik een vliegticket of schoenen wil aanschaffen, moet ik als klant eerst akkoord aanvinken na het doorploegen van pagina’s verplichtingen en voorwaarden. Of als ik niet goed voor mijn MacBook zorg door er een glas water overheen te gooien dan hoef ik niet op soelaas van de fabrikant te rekenen. Een patiënt die om zorg vraagt heeft uiteraard de verplichting om zich correct en gepast naar de zorgverlener te gedragen. Daarnaast mag de moderne patiënt ook worden aangesproken op een inadequate leefstijl die interfereert met de behandeling en leidt tot vermijdbare kosten.
Anders gezegd: de moderne patiënt is geen stampvoetende kleuter meer die overal recht op heeft, maar een volwassen burger die begrijpt wat solidariteit is en zich als zorgconsument verantwoordelijk voelt voor het welzijn van zichzelf en de samenleving.
pdf
Hans Rode
Psyvhiater, Utrecht
Dank voor dit beheerste opiniestuk, misschien mooi voer voor een richtlijn voor onze patiënten; succes met de promotie!
Wim van der Pol
ziekenhuisapotheker np, delft
In aanloop naar de promotie is het goed om te beseffen wat de rechten en plichten zijn van de promovenda en de hooggeleerde opponenten. Zelfbeheersing is vaak niet makkelijk maar wel noodzakelijk