Blogs & columns
Vera van Veen
2 minuten leestijd
Blog

Bezorgd - Vera van Veen

2 reacties

De assistente komt mijn spreekkamer in, terwijl ik net de laatste gegevens van mijn vorige patiënt invoer. Als ik opkijk zie ik haar ogen. Bezorgd. Bijna verlegen. Ik glimlach bemoedigend, denkend aan de scheldkanonnade die mijn opleider die ochtend op haar heeft afgevuurd. Niet de eerste keer, sinds de start van mijn coschap. Mijn voorzichtige grapjes over zijn bloeddruk, vliegen en azijn en honing hebben tot nu toe niet veel baat gehad. Ze neemt te veel tijd voor de patiënten, zegt hij. Ik vraag me af wat er dit keer is gebeurd en denk daar nu achter te komen, maar word verrast. Er blijkt een patiënte te hebben gebeld voor een recept.

‘Vera, ik ken haar. Ze is niet in orde. Ik zeg het je.’

Ik kijk haar aan en zie het weer, die oprechte bezorgdheid.

We plannen een visite in. Mijn opleider gaat mee. Ook hij kent zijn pappenheimers. Deze dame, zo vertelt hij onderweg , is nooit ziek, belt nooit. Hij kent haar voornamelijk omdat hij haar, inmiddels overleden, echtgenoot heeft behandeld voor een beroerte.

Ze glimlacht flauwtjes en
vertelt dat ze zo’n hoofdpijn heeft

We worden binnengelaten door een afgepeigerde vrouw, een stuk minder fit dan de beschrijving die hij me zojuist heeft gegeven. Het huis is donker en enigszins verwaarloosd. Ze glimlacht flauwtjes en vertelt dat ze de laatste tijd zo’n hoofdpijn heeft. Ze is het typische beeld van ziek, zwak en misselijk. Hij stelt een aantal vragen, maar komt niet veel verder. Hij kijkt me aan. Ik zie de bezorgdheid nu ook in zijn ogen.

Terwijl hij belt met de dienstdoende van de interne zit ik naast haar. Weer die bibberige glimlach. Ik kijk om me heen. Een halfopgegeten boterham. Haar ongekamde haar. Ineens komt er iets bij me op. Een college, van nog niet zo heel lang geleden. Ik vraag of ik iets mag onderzoeken en druk op haar slaap. Ze geeft een gil.

Mijn opleider kijkt op, heeft de internist nog aan de lijn, als ik hem mijn diagnose toefluister. Hij herhaalt het, glimlacht, eerst verbaasd, dan trots. ‘Mijn coassistent zegt “arteriitis temporalis”!’

Aan het eind van de dag bellen we naar het ziekenhuis en komen we te weten dat de diagnose, met behulp van een biopt, is bevestigd.

Als ik de assistente de volgende ochtend vertel wat ze heeft voorkomen met haar adequate optreden, glimmen haar ogen. Maar dan roept hij haar. De toon in zijn stem zegt al genoeg. Zij recht haar rug en loopt naar de spreekkamer, een nieuwe scheldkanonnade tegemoet.

Ik kijk haar na. Bezorgd.

Vera van Veen, (pseudoniem) is onlangs afgestudeerd als huisarts

<b>Download deze column als PDF</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M. van der Elst

    Opleider Heelkunde, Delft

    Scheldkannonades tegen kwetsbare mensen in opleiding zijn onaangenaam en deze interventies werken niet positief. Verbaal geweld leidt tot demotivatie, onzekerheid en een verminderde patientveiligheid vanwege een angst om ervaringen of bevindingen ui...t te spreken. Maak dit verbaal geweld bespreekbaar bij de opleider, vertrouwenspersoon of het opleidingsinstituut. Adequate positieve begeleiding, gevoel voor humor en relativeren leveren een veilig opleidingsklimaat.

  • Marc van Wijk

    huisarts, Delft


    Scheldkanonnades leiden nooit ergens toe, behalve mogelijk tot frustratieontlading van de schutter.
    Deze scheldkanonnade was, als ik het goed gelezen heb, gericht tegen de doktersassistente en niet tegen de assistent in opleiding. Bij wie moet de do...ktersassistente zicht beklagen over deze scheldkanonnade? Bij haar baas, maar dat is degene die ze afvuurt!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.