Laatste nieuws
3 minuten leestijd
Wetenschap

Wisselende resultaten met stamcellen na hartinfarct

Plaats een reactie

Patiënten die vlak na een hartinfarct stamcellen uit het beenmerg in de kransslagaderen krijgen ingespoten, kunnen daar baat bij hebben. Dit blijkt uit een gerandomiseerde multicentertrial onder leiding van cardioloog Andreas Zeiher van de Johann Wolfgang Goethe Universiteit in Frankfurt. De resultaten van deze REPAIR-AMI studie (

Reinfusion of Enriched Progenitor Cells and Infarct Remodeling in Acute Myocardal Infarction

) zijn gepubliceerd in The New England Journal of Medicine van 21 september.



Aan het onderzoek deden 204 patiënten met een acuut myocardinfarct mee. Alle patiënten ondergingen allereerst ballonangioplastiek, waarbij een stent in het vernauwde coronairvat werd ingebracht. Vervolgens zijn bij de patiënten beenmergcellen uit de darmbeenkam gehaald. In het laboratorium zijn hieruit voorlopercellen geïsoleerd, die mogelijk kunnen uitgroeien tot nieuwe hartspiercellen. De helft van de patiënten kreeg vervolgens deze eigen stamcellen via een katheter in de kransslagader terug. Hiervoor werd een ballonkatheter in het coronairvat met de stent gebracht waarbij de ballon de kransslagader drie minuten afsloot. In deze periode werden, ook via het katheter, de stamcellen distaal in het coronairvat gespoten. Deze behandeling vond met tussenpozen driemaal plaats. De overige 103 patiënten kregen als placebobehandeling telkens alleen medium ingespoten.


Patiënten in de stamcelgroep hadden vier maanden na de ingreep een sterkere verbetering in de ejectiefractie van het linkerventrikel (LVEF) dan patiënten die een placebobehandeling ondergingen (5,5% versus 3,0%, p=0,01). Na een jaar liet de behandeling met stamcellen een significant kleiner risico zien op het gecombineerde eindpunt van dood, een nieuw hartinfarct en de noodzaak van een ingreep voor revascularisatie (RR = 0,6, p = 0,01).


Ook een tweede studie in NEJM laat zien dat een stamcelbehandeling de ventrikelfunctie kan verbeteren. Dit cross-overonderzoek stond tevens onder leiding van Andreas Zeiher.



Aan de studie deden 75 patiënten mee die na een hartinfarct stabiele hartproblemen hadden ontwikkeld. In eerste instantie kregen 28 patiënten stamcellen uit het beenmerg en 24 patiënten stamcellen uit het bloed; 23 patiënten kregen geen cellen toegediend. Na drie maanden kregen de patiënten die eerst progenitorcellen uit het beenmerg kregen een behandeling met voorlopercellen uit het bloed en andersom. De controlegroep werd gerandomiseerd naar een van beide behandelingen. Voor toediening van de cellen is dezelfde techniek gebruikt als in de REPAIR-AMI-studie.


De resultaten van de cross-overstudie zijn minder spectaculair. Voorlopercellen uit het beenmerg geven drie maanden na de behandeling een kleine maar significante verbetering (5%, p=0,001) van de LVEF. Hierbij maakte het niet uit of de patiënten uit de controlegroep kwamen of eerst een behandeling kregen met voorlopercellen uit het bloed.



Een derde studie met stamcellen, tevens vorige week gepubliceerd in NEJM, liet geen effect zien. In dit onderzoek, geleid door onderzoekers van de universiteit van Oslo, werden vijftig patiënten na een hartinfarct met stamcellen uit het beenmerg behandeld. Voor de selectie van (alleen mononucleaire) stamcellen gebruikten de Noren een andere methode dan hun Duitse collega’s. De toedieningsmethode was wel identiek. Vijftig patiënten in de controlegroep kregen geen behandeling. Op meetpunten twee tot drie weken en zes maanden na de behandeling laten de stamcellen geen effect op de LVEF zien.


In een redactioneel commentaar op de drie studies noemt cardioloog Anthony Rosenzweig van het Harvard Stem Cell Institute de resultaten van de REPAIR-AMI ‘de beste evidence dat stamcellen gunstig zijn na een hartinfarct’. Dat langdurige studies laten zien dat het gunstige effect wegebt, tempert volgens Rosenzweig het enthousiasme wel enigszins. Hij waarschuwt om te vroeg te juichen. ‘Patiënten moeten vooralsnog alleen in gerandomiseerde studies worden behandeld’, schrijft Rosenzweig.



Deputy editor

van NEJM Robert Schwartz waarschuwt in een

Perspective

voor bedrijven die stamceltherapie aanbieden. Schwartz, die en passant vermeldt dat Zeiher met een co-auteur een bedrijf is begonnen waarmee zij hartpatiënten met stamceltherapie willen helpen, verwijst expliciet naar een filmpje op internet van MS-patiënte Amanda Bryson die zich in Rotterdam in het Preventief Medisch Centrum voor 12.000 pond met stamcellen heeft laten behandelen. Het filmpje op de website van de BBC toont Bryson na de behandeling zonder rolstoel. Twee maanden later was het effect echter verdwenen. Op de MS-patiëntenwebsite

www.msrc.co.uk

zegt Bryson dat ze zich schuldig voelt over het geven van valse hoop aan medepatiënten en noemt de behandeling oplichterij.



Op instigatie van neurologen is het Preventief Medisch Centrum momenteel onderwerp van onderzoek door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Het centrum biedt stamceltherapie aan voor tal van ziekten. ‘Stamceltherapie kan worden ingezet bij aandoeningen als parkinson, multiple sclerosis, diabetes en hartaandoeningen, alzheimer, ALS, letsel aan de wervelkolom, ziekte van Crohn etc. etc.’, vermeldt de website van het Preventief Medisch Centrum. De inspectie kan nog niet zeggen wanneer het onderzoek wordt afgerond. \<\< EJP

NEJM 355;12: 1189-91, 1199-1209, 1210-32, 1274-7

Wetenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.