Laatste nieuws
Loek Leenen
3 minuten leestijd
Hoofdredactioneel

Spoed geboden

Plaats een reactie

 

 Een studente die sinds een paar maanden op kamers woont, belt ‘s avonds in paniek haar ouders. Ze heeft al dagen maagklachten, maar deze avond zit zij letterlijk krom van de pijn. Ze vreest het ergste: ‘Dit moet wel een maagzweer zijn.’ Wat te doen? ‘Direct naar de EHBO’, vindt vader. ‘Misschien toch eerst naar de huisartsenpost’, suggereert moeder. Gelukkig maakt het weinig uit. Ze rijden naar het ziekenhuis, waar de dochter eerst wordt gezien door de dienstdoende huisarts. Deze stelt haar gerust: twee paracetamolletjes en proberen te slapen: ‘Wordt het niet minder, ga dan morgenochtend naar je eigen huisarts.’

Was deze - grootsteedse - huisartsenpost niet in het ziekenhuis ondergebracht, dan hadden de ongeruste ouders in de auto een keuze moeten maken. Linksaf naar de huisartsenpost om een ernstige aandoening te laten uitsluiten? Of toch maar rechtsaf naar het ziekenhuis, wetende dat specialistische kennis daar hoe dan ook voorhanden is?
Patiënten - zo wijzen onderzoeksresultaten uit - hebben wel enig idee welke acute vraag wáár thuishoort: traumata bij de afdelingen Spoedeisende Hulp (SEH), infecties en complicaties van chronische ziekten bij de huisarts.(1) Maar die helderheid is niet absoluut: van de patiënten die naar een SEH stappen, wordt tweederde naar de huisarts terugverwezen, zo telden internisten van het Bosch Medisch Centrum.(2) Hun pleidooi: creëer een centrale huisartsenpost in of nabij het ziekenhuis waar een dienstdoende huisarts de patiënten kan screenen. Inderdaad heeft vestiging van een huisartsenpost vóór een SEH resultaat: minder druk op het ziekenhuis, meer druk op de huisarts.(3) Maar de zorg als geheel wordt er niet door ontlast.

Professor Loek Leenen, traumatoloog aan de afdeling Heelkunde van het UMC Utrecht, pleit op blz. 360 voor een drastischer verandering: hij wil de huisartsenposten laten opgaan in de afdelingen Spoedeisende Hulp - met een gelijktijdige scheiding, binnen het ziekenhuis, van electieve en spoedeisende zorg. Integratie is nodig, schrijft hij, ‘al was het maar om de in nood verkerende patiënt duidelijk te maken dat er één loket is voor spoed.’
Eind december bracht de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) een advies uit met dezelfde strekking. Als het aan de raad ligt, komt er één landelijk telefoonnummer voor meldingen en per regio één locatie voor acute zorg. De LHV zegt nog altijd te studeren op het rapport van de RVZ. Uit de praktijk klinken instemmende geluiden. Zo pleit het Manifest 2004 van de Club van Honderd - inmiddels getekend door 473 huisartsen - voor een gecentraliseerde SEH-organisatie waaraan huisartsen op basis van vrijwilligheid kunnen meedoen.

Ook in de praktijk wordt de weg van integratie al voorzichtig ingeslagen. Begin volgend jaar gaan de huisartsenpost Waterland en de afdeling SEH van het Waterlandziekenhuis in Purmerend één loket voor spoedeisende hulp vormen.(4) Het Medisch Spectrum Twente wil eind 2005 het Noord-Hollandse voorbeeld volgen. De spoedeisende hulp wordt er vanaf dat moment de gezamenlijke verantwoordelijkheid van huisartsen en ziekenhuizen, in de praktijk uitgevoerd onder regie van de huisarts. Patiënten die zorg nodig hebben, melden zich (het liefst eerst telefonisch) bij één spoedloket, waar zij door een huisarts - of ten minste onder verantwoordelijkheid van een huisarts - verder worden verwezen: naar een huisarts, naar een medisch specialist of mogelijk naar een getrainde SEH-verpleegkundige of een andere professional die taken van artsen kan overnemen.

Langzaamaan wordt duidelijk welke kant de spoedzorg zal opgaan, alle te voorziene obstakels - zoals de cultuurverschillen tussen eerste en tweede lijn - ten spijt. Hoe het in de praktijk zal werken, staat of valt met de kwaliteit van de triage. Wie verontruste mensen te woord staat, moet in staat zijn patiënten met oneigenlijke klachten buiten de deur te houden - liefst zo dat zij zich niet met een kluitje in het riet gestuurd voelen. Hoe moeilijk dat is, valt indirect af te leiden uit het wantrouwen van een grote groep patiënten tegenover het advies dat de triage-assistenten in de huidige huisartsenposten hun geven.5 In een geïntegreerde spoedpost is het enorme diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het ziekenhuis schijnbaar binnen handbereik. Vriendelijke, maar zeker ook betrouwbare triage is onmisbaar om ervoor te zorgen dat daarvan slechts gepast gebruik wordt gemaakt.

'Eén loket voor de in nood verkerende patiënt'


Referenties


1.

IJzermans CJ et al. Contacten buiten de kantooruren. Klachten gepresenteerd aan de huisarts en aan de Spoedeisende Hulp. Ned Tijdschr v Geneesk. 2002; 146 (30); 1413-7. 

2.

Netten PM et al. De eerste lijn voorbij. Inventariserend onderzoek naar zelfverwijzers op de Spoedeisende Hulp. Medisch Contact 2002; 57 (3): 87-9

3.

Uden van CJT et al. Poortwachter hersteld. Eerst naar de huisarts, dan naar de Spoedeisende Hulp. Medisch Contact 2003; 58 (39): 1482-5

4.

Huisartsen en SEH in één spoedloket. Medisch Contact 2004; 59 (9): 311

.  5. 

Schee E van der et al. Weinig reden tot klagen. Het oordeel van patiënten over huisartsenposten. Medisch Contact 2003; 58 (50): 1953-6

.

chirurgie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.