MRI bij niet-MRI-compatibele pacemaker of icd lijkt veilig

Mits de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen, kunnen patiënten met niet-MRI-compatibele pacemakers en interne defibrillatoren (icd’s) veilig een MRI-scan ondergaan.

Dat suggereren onderzoeksresultaten van Amerikaanse wetenschappers gepubliceerd in NEJM. Robert Russo en collega’s onderzochten het risico op disfunctioneren of een spontane wijziging in apparaatinstellingen bij niet-MRI compatibele apparaten na MRI. De MRI-scanner had een magneetsterkte van 1,5 Tesla en de borstkas van patiënten bleef buiten het af te beelden gebied. Voordat de patiënten een MRI ondergingen, lazen Russo e.a. de pacemakers en icd’s via een gestandaardiseerd protocol uit. Waar nodig re-programmeerden ze de apparaten. Na afloop lazen ze de apparaten nogmaals uit.

In totaal zijn 1500 MRI-scans verricht. Gedurende de scans is geen van de patiënten overleden. Ook was er geen sprake van draadproblemen en verloor geen van de pacemakers zijn functie om het myocard te depolariseren. Bij zes patiënten ontstond tijdens MRI-onderzoek of na afloop boezemfibrilleren of boezemflutter. Vijf van deze patiënten waren al bekend met episoden van paroxismaal boezemfibrilleren. Bij alle patiënten herstelden het sinusritme binnen 49 uur spontaan; bij drie zelfs nog voordat de MRI-ruimte was verlaten. Wijzigingen in apparaatinstellingen kwamen regelmatig voor, maar de onderzoekers schrijven dat de grootte van deze wijzigingen in slechts weinig gevallen (bij 11% van de pacemakers en 26% van de icd’s) klinisch relevant was. Bij mensen die meerdere MRI’s hadden ondergaan, was de kans op wijzingen in apparaatinstellingen niet vergroot.

NEJM. Doi: 10.1056/NEJMoa1603265