‘Minidarm’ voorspelt effect CF-therapie
Plaats een reactieOrganoïden, ofwel gekweekte structuren die een orgaan nabootsen, zijn een goed testmedium voor de analyse van behandeling op maat voor cystische fibrose (CF). Dat zeggen Johanna Dekkers e.a. in Science Translational Medicine. Met behulp van organoïden kunnen de onderzoekers voorspellen welke patiënt eventueel reageert op een van de dure geneesmiddelen die inmiddels beschikbaar zijn voor patiënten met CF.
CF wordt veroorzaakt door mutaties in het CFTR-gen. Een gen dat staat voor een eiwit dat het transport van chloride-ionen door het celmembraan regelt. Er zijn al 2000 soorten mutaties bekend, alle met verschillende verschijningsvormen. Inmiddels is causale therapie mogelijk, in de vorm van ivacaftor en lumacaftor. Maar ivacaftor slaat aan bij slechts 5 procent van de patiënten en een combinatietherapie helpt bij 45 à 50 procent.
Onderzoekers uit het Erasmus MC en het UMC Utrecht selecteerden 71 CF-patiënten, met 28 verschillende CFTR-genmutaties. Alle patiënten ondergingen een rectaal biopt, waarvan het epitheel werd gekweekt tot organoïden, zogenaamde ‘minidarmen’. In vitro testten de onderzoekers wat het effect van ivacaftor en/of lumacaftor was, gedurende vier weken. Zij maten op drie momenten de mate van zwelling van het organoïd, die overeenkomt met de functie van het CFTR-eiwit. Voortbordurend op deze uitkomsten selecteerden de onderzoekers twee patiënten met zeldzame CFTR-genmutaties, wier organoïden goed reageerden op therapie. Behandeling met diezelfde therapie in vivo leidde daadwerkelijk tot minder klachten en een betere longfunctie. Veelbelovende resultaten voor de behandeling op maat.
Elyse Bouritius

- Er zijn nog geen reacties