Medicijnresistentie bij epilepsie

Er is een verband gevonden tussen een polymorfisme van een gen en het niet goed reageren op epilepsiemedicijnen. Dit melden Asra Siddiqui c.s. van University College in London. De resultaten van hun onderzoek staan in The New England Journal of Medicine van 10 april.

Eenderde van alle patiënten met epilepsie is resistent tegen de geneesmiddelen die nu op de markt zijn. Zij hebben daardoor een verhoogd risico op overlijden en op psychosociale consequenties.

Het draait bij de medicijnresistentie om het gen ATP-binding cassette subfamily B member 1 (ABCB1, ook bekend als MDR1). Het ABCB1-gen codeert voor een transportmechanisme dat wordt gebruikt bij de verwerking van de anti-epilepsiemedicijnen. Mogelijk koppelen de medicijnen aan het ABCB1-genproduct waardoor de verbinding de bloed-hersenbarrière niet kan passeren. Het medicijn komt dus niet aan in de hersenen en blijft daardoor ineffectief.

Siddiqui onderzocht de hypothese dat het CC-genotype van het ABCB1-gen leidt tot een grotere efflux van anti-epilepsiemedicijnen. Het CC-genotype is een genotype met een verhoogde expressie van het eiwit in het lichaam. Hierdoor worden er meer transportmechanismen gevormd dan normaal, wat verklaart waarom het medicijn niet aanslaat.

In 315 van de onderzochte patiënten is het ABCB1-gen gevonden. Van deze patiënten waren er 200 resistent tegen de anti-epilepsiemedicijnen. Het CC-genotype kwam het meest voor bij de resistente patiënten, maar niet bij elke patiënt. Siddiqui vermoedt dat er meerdere transportmechanismen zijn die de medicijnen tegenwerken. Onderzoek aan het ABCB1-gen is belangrijk omdat dit gen ook een rol speelt bij medicijnresistentie tegen kanker, colitis ulcerosa en reumatoïde artritis. Screening op dit gen kan dus een rol spelen bij het voorspellen van de reactie van een patiënt op bepaalde medicijnen. << LMB