Het hoortoestel loont

Een hoortoestel verbetert het sociaal functioneren van de gebruiker. De tevredenheid is hoog; de meesten dragen het toestel de hele dag. Werknemers met een hoortoestel melden bovendien minder problemen op de werkvloer. Deze bevindingen rapporteert M. Joore in het proefschrift waarop zij 19 september aan de Universiteit Maastricht zal promoveren.

De dissertatie van Joore is een kosteneffectiviteitsstudie naar het aanpassen van hoortoestellen. Om uitspraken te kunnen doen over de verhouding tussen kosten en baten van hoortoestellen, onderzocht zij eerst de gezondheidsbeleving van gebruikers. Joore stelt vast dat er geen meetbaar effect is van hoortoestellen op de algemene gezondheidstoestand. Hulpverleners moeten daar volgens Joore niet te veel waarde aan hechten, want specifieke klachten die met de handicap te maken hebben verminderen - misschien niet zo verrassend - wél heel sterk.

Verder attendeert de promovenda op het fenomeen response shift. Het blijkt dat slechthorenden die eenmaal gewend zijn aan een hoorapparaat hun handicap als ernstiger ervaren dan toen zij nog geen toestel droegen. Om dat aan het licht te brengen moet een voor- en nameting worden gecombineerd met een zogeheten ‘toen-test’. Daarbij wordt gelijktijdig met de nameting een retrospectieve voormeting gedaan. Volgens Joore is de neiging van slechthorenden om hun handicap te ontkennen en te vergoeilijken verantwoordelijk voor de response shift. Hulpverleners moeten hierop bedacht zijn, aldus de promovenda.

Alles in overweging nemend is het hoortoestel een kosteneffectieve gezondheidsinterventie. Joore berekent dat de kosten per QALY (quality adjusted life year) uiteenlopen van 11.997 Euro voor jongeren tussen 15 en 19 jaar tot _ 35.001 voor 95-plussers. Gemiddeld kost een QALY voor hoortoesteldragers 15.807 Euro. <