Laatste nieuws
Ilse Kleijne
Ilse Kleijne
7 minuten leestijd
gender

‘Genderdivers dokteren bevordert de gezondheid’

Lhbtiqa+-artsen vragen meer aandacht voor de queer gemeenschap

10 reacties
Harmen de Jong | Arts-onderzoeker endometriose Maddalena Giacomozzi (rechts) en anios verslavingsgeneeskunde Flori Sintenie.
Harmen de Jong | Arts-onderzoeker endometriose Maddalena Giacomozzi (rechts) en anios verslavingsgeneeskunde Flori Sintenie.

De gezondheid van patiënten is gebaat bij een ruimere benadering dan enkel ‘M’ en ‘V’ in de medische wereld. Dat dragen artsen Maddalena Giacomozzi en Flori Sintenie uit via hun organisatie Treat it Queer.

De in endometriose gespecialiseerde arts-onderzoeker Maddalena Giacomozzi regelde vorig jaar bij de huishoudelijke dienst van het Radboudumc een speciaal eigen naambordje: namelijk eentje met de persoonlijke voornaamwoorden die/hun erop afgedrukt. Anios verslavingsgeneeskunde Flori Sintenie heeft een regenboogvlag op de eigen werkpas van Jellinek staan. Op die manier maken beide artsen duidelijk dat ze oog hebben voor eventuele lhbtiqa+-patiënten.

Giacomozzi (28) en Sintenie (29) maken zelf ook deel uit van de lhbtiqa+-gemeenschap. Ze herkennen zichzelf niet in de beschrijving ‘man’ of ‘vrouw’ als het om hun identiteit gaat. Ook de daarvoor meestal gebruikte term non-binair dekt voor deze artsen persoonlijk de lading niet goed. Zij omschrijven zichzelf bij voorkeur als ‘genderdivers, gendernonconform of queer’. Wat betreft persoonlijke voornaamwoorden voelt Giacomozzi zich prettig bij beide opties die de laatste jaren aan hun opmars in de Nederlandse taal zijn begonnen als alternatieven voor zij en hij, namelijk die en hen (met daarbij respectievelijk diens en hun als alternatieven voor haar of zijn). Sintenie geeft voor zichzelf de voorkeur aan ‘die/diens’, omdat ‘dit wat natuurlijker voor mij klinkt’. In dit artikel wordt die optie gebruikt.

Brug slaan

Hun gedeelde achtergrond leidde vorig jaar tot de oprichting van Treat it Queer, waarin zij zich met een aantal andere zorgprofessionals inzetten voor betere zorg voor ‘genderdiverse’ en ‘seksueel divers georiënteerde’ mensen, zoals de jonge organisatie de lhbtiqa+-gemeenschap aanduidt. Sintenie: ‘We merkten dat er een verbinding mist tussen de lhbtiqa+-gemeenschap en de medische gemeenschap. Wij willen een brug slaan. We willen aan de medische wereld uitleggen waarom sommige zaken belangrijk zijn voor patiënten. Maar ook aan patiënten uitleggen wat medische beperkingen zijn.’

De bejegening van deze patiënten is nog regel­matig verre van passend

Al tijdens hun studie geneeskunde misten Sintenie en Giacomozzi gepaste aandacht voor de ‘queer gemeenschap’. Sintenie: ‘Bij casuïstiek die werd besproken van bijvoorbeeld een homoseksuele man, ging het in negen van de tien gevallen alleen over het uitvragen van hiv. Het was wel goed bedoeld, maar het werkt toch stigmatiserend. Het ging nooit toevallig over twee moeders, of toevallig een transgenderpatiënt met ook een gebroken arm.’ Ook miste die bijvoorbeeld ‘praktische handvatten voor de anamnese en lichamelijk onderzoek. Hoe vraag je iets op een neutrale manier uit op een manier waarop je wel iedereen includeert?’ Giacomozzi: ‘Mensen die trans­gender of genderdivers zijn hebben niet alleen gender­bevestigende zorg nodig. Ze hebben ook een huisarts of een psycholoog of kno-arts nodig. Hulpverleners zijn zich er weinig bewust van dat deze mensen ook hún patiënt kunnen zijn en zijn er vaak niet op voorbereid.’ Dat leidt ertoe dat de bejegening van deze patiënten nog regel­matig verre van passend is, schetsen Sintenie en Giacomozzi.

Goed bedoelen

Sintenie noemt het voorbeeld van een transgenderpatiënt die op de Spoedeisende Hulp komt met een hulpvraag die niets met genderdysforie te maken heeft. ‘Maar bij wie de arts dan toch uit interesse vragen gaat stellen over de procedure van een ondergane borstoperatie. Terwijl de patiënt daar niet op zit te wachten en zich zorgen zit te maken over iets heel anders. Vaak bedoelen zorgverleners het wel goed en willen het goed doen, maar weten dan niet hoe. Als iemand dan neutraal aangesproken wil worden, denken ze bijvoorbeeld dat je het beste ‘het’ als voornaamwoord kunt gebruiken. Terwijl wij dat juist willen vermijden, want daarmee klinkt het alsof je iemand als een object beschouwt.’

Of artsen stellen relevante vragen bij de anamnese niet, uit angst te veel te vragen, schetst Giacomozzi.

‘Het gaat ook om ergens rekening mee houden uit medisch-technisch oogpunt. Bij gynaecologie is het wel van belang om te weten of iemand een baarmoedermond heeft om een uitstrijkje af te nemen. Dat moet je gewoon vragen als je het niet uit het dossier kunt halen. In de eerste lijn kan iemand met maagzuurklachten komen. Er zijn transgendermensen die een binder dragen (een hesje om borsten plat te maken, red.). Als je dat lang zonder pauze draagt, kan dat maagzuurklachten geven, maar dat weten veel huisartsen niet. Dan ga je daar niet naar vragen en ook niet het juiste beleid inzetten.’

Timing en dosering

In de medische wereld ziet Giacomozzi ‘een enorme hetero­gene groep mensen die nog heel binair denkt dat je in de biologie alleen XX en XY hebt’, naast een aantal ‘heel ruimdenkende artsen’. Sintenie merkt dat artsen ‘hun best doen om patiënten gelijk te behandelen en niet te discrimineren, maar daardoor minder oog hebben voor de diversiteit die juist heel belangrijk kan zijn voor bepaalde patiënten. Zij stappen dan weer over het onderwerp heen.’

Het zou volgens beide artsen helpen als hun vakgenoten meer kennis vergaren en zich de terminologie meer eigen maken. Zodat hun spreek­kamer een veilige plek is waar een patiënt weet dat geaardheid of gender­identiteit bespreekbaar is, relevante informatie een plek in het medisch dossier krijgt en artsen tot een goede anamnese en behandeling kunnen komen. Sintenie: ‘Een patiënt moet zich veilig genoeg voelen om die informatie te delen en niet het idee hebben dat een zorg­­ver­lener moet worden onderwezen terwijl iemand komt om hulp te vragen.’

Het is ‘lastig om een juiste timing en dosering te vinden bij het bespreekbaar maken’, erkent Sintenie. Treat it Queer wil daarbij helpen met workshops en trainingen. Die zijn in het eerste bestaansjaar gegeven aan onder andere medisch specialisten, bij GGD’s en aan studenten geneeskunde in binnen- en buitenland.

Zakkaartjes

Ook heeft Treat it Queer een set zakkaartjes gemaakt. Zo is er een kaart die de definities van genderidentiteit, seksuele oriëntatie, bio­­logisch geslacht en genderexpressie uiteenzet, en met genderneutrale woord­keuzes en aanspreektips. Er zijn kaartjes die aangeven welke fysieke kenmerken je tegen kan komen bij patiënten die een hormoon­­behandeling of genderbevestigende operatie hebben ondergaan. Of waar tips op staan hoe je een lichamelijk onderzoek het beste uitvoert. Ze zijn gratis te downloaden op de site van Treat it Queer, benadrukt Giacomozzi. De zakkaartjes zijn er nu in Nederlandse en Engelse variant, en worden binnenkort in het Frans en Italiaans gemaakt, om ook artsen buiten Nederland te bereiken.

De kaarten geven voorbeelden van praktische manieren om een veilige en daardoor betere zorgomgeving te creëren. Van het tonen van een regenboogvlag in de spreekkamer tot het vragen naar de ‘partner’ van een patiënt, in plaats van naar iemands man of vrouw, geeft Sintenie als voorbeeld. ‘Vul niet te veel in of veronderstel niet te veel.’ Giacomozzi: ‘Of als je iemands geslachtsorganen moet onderzoeken, vraag eerst of dat oké is. Leg uit dat je iets moet weten wat belangrijk is voor de diagnostiek en eventuele behandelopties. Of maak voornaamwoorden zichtbaar, bijvoorbeeld in de handtekening van je mail. Dat wordt nog weinig gedaan in de zorg.’ Sintenie: ‘Terwijl dit het normaliseert dat er andere mogelijkheden zijn. En het maakt het makkelijker het gesprek erover aan te gaan.’

Het onderwerp genderdiversiteit leidt snel tot polarisatie, ook in de medische wereld

Nuchtere blik

Het onderwerp genderdiversiteit leidt snel tot polarisatie, ook in de medische wereld. Giacomozzi en Sintenie bekijken dat met een nuchtere blik. Sintenie: ‘Met genderdiversiteit wordt nog weinig gedaan tijdens de geneeskundestudie en de vervolgopleiding. De ontwikkelingen in de maatschappij zijn de laatste jaren heel snel gegaan. De medische wereld wil graag goed onderbouwd onderzoek voordat er iets verandert, dus daar gaan ontwikkelingen soms wat langzamer. Ik vind het wel fijn om te zien dat mensen met elkaar in gesprek gaan, dat collega’s elkaar aanspreken en elkaar zaken uitleggen. In de geneeskunde ben je nooit uitgeleerd en volgen er altijd nieuwe ontwikkelingen. Soms is net die ene vriendin, buurman of patiënt nodig om te maken dat iemand zich realiseert dat dit onderwerp minder zwart-wit is.’

Ze doen hun verhaal op de eerste avond dat de Tweede Kamer spreekt over een aanpassing van de Transgenderwet, om de deskundigenverklaring te schrappen voor mensen die hun geslacht in hun identiteitspapieren willen wijzigen. De non-binaire optie X als alternatief voor M of V regelt die aanpassing nog niet – daar is een initiatiefwetsvoorstel voor in voorbereiding. Als het aan Treat it Queer ligt, komt er ook in de zorg ruimte voor meer registratiediversiteit. Sintenie: ‘Artsen willen de gezondheid van mensen bevorderen. Het is voor de mentale gezondheid bevorderend als mensen wel het gewenste geslacht in hun papieren hebben staan.’ En de somatische zorg hoeft niet te lijden onder een andere omgang met V’s, M’s of X’en in het patiëntendossier, is die ervan overtuigd. Volgens Sintenie is het ‘pragmatischer’ om in medische dossiers zowel geboortegeslacht als genderidentiteit weer te geven. ‘Het geslacht dat er nu staat, correspondeert nu al niet altijd met welke organen, chromo­somen of operatiegeschiedenis iemand heeft. De medische voorgeschiedenis moet compleet zijn. Daarnaast lijkt het me heel erg fijn en belangrijk als er ruimte is voor de gewenste aanspreekvorm en genderidentiteit. Dan hoef je geen uitleg te vragen terwijl je eigenlijk een consult over iets anders wilt voeren.’

Beren op de weg

Volgens Giacomozzi bieden sommige IT-systemen die in ziekenhuizen worden gebruikt al de ruimte om naast het biologisch geslacht ook de genderidentiteit vast te leggen. ‘Dan moet je het wel aanvragen bij de softwareleverancier.’ Sintenie: ‘En als de software de mogelijkheid niet biedt, kun je een tijdelijke oplossing maken door een aantekening vast te pinnen.’ Giacomozzi: ‘Patiënten worden al gebeld om hele medicatielijsten, allergieën of gewicht door te nemen, dan kun je ook uitvragen welke voornaamwoorden passen.’

De angst dat registratiediversiteit wetenschappelijk onderzoek of de recente opkomst van seksespecifieke geneeskunde hindert, zoals sommige artsen opperen, is volgens deze twee artsen ongegrond. Giacomozzi wijst erop dat ‘er in vragen­lijsten vaak geen onderscheid wordt gemaakt tussen gender­identiteit en biologisch geslacht en men alleen ‘man’ of ‘vrouw’ kan aanvinken’. ‘Onderzoek is nu al gebiased vanaf het inclusiemoment als je alleen M en V hebt, want je blijft nu missen dat er andere opties bestaan. Je kunt er juist van leren als je daar oog voor hebt.’ Een meer uitgebreide registratie zorgt er volgens Sintenie juist voor dat ‘er meer extra informatie beschikbaar komt in plaats van dat er informatie verloren gaat’. ‘Er worden veel beren op de weg gezien die er eigenlijk niet zijn.’ 

Lees ook:

transgender gender
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen werkt sinds 2016 als journalist bij Medisch Contact. Ze werkte eerder als verslaggever voor regionale dagbladen en een energiekrant.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • K. Kasbergen

    Huisarts, Lunteren

    Wie de media volgt zou bijna denken dat 50% van de mensen een genderprobleem heeft. Wat is er ongelooflijk veel aandacht voor dit onderwerp terwijl de praktijk toch echt anders uitwijst. Mag het wat minder? En zullen we de problemen laten daar waar z...e horen? En ze niet uitstrooien over de hulpverlener door het ontwikkelen van zakkaartjes? Zullen we ons zorgen maken om wezenlijke problemen zoals armoede, mensen zonder toegang tot goede zorg, vluchtelingen, etc?

  • M.O. van Aken

    Internist-endocrinoloog, Den Haag

    Voor huisartsen (en in opleiding tot) die hun kennis over dit relevante en actuele thema willen vergroten, is er binnenkort de mogelijkheid tot het volgen van de webinar "Transgenderzorg in de huisartsenpraktijk". De webinar wordt ontwikkeld en gegev...en door een huisarts/seksuoloog (SeksHAG), een endocrinoloog, ervaringsdeskundigen en de Kwartiermaker Transgenderzorg.
    Inschrijven voor deze webinar (die te volgen is op 24 november 2022 en 1 februari 2023) kan via:
    https://zorgvuldigadvies.nl/inschrijfpagina-webinars-voor-huisartsen/

    [Reactie gewijzigd door Aken, Maarten van op 24-10-2022 22:20]

  • L.J.J. Groot

    HAIO & promovendus

    Transpersonen zijn een kwetsbare groep wie vaker blootgesteld worden aan discriminatie, (seksueel) geweld en vaker psychische klachten hebben en vaker zelfdoding als enige uitweg zien. Onderzoek toont aan dat acceptatie in de omgeving een erg belangr...ijke factor is die meespeelt bij de psychische gezondheid van transpersonen. Acceptatie van wie zij zijn door hun behandeld arts wordt vaak als erg belangrijk gezien door transpersonen. Bovendien, bij je arts zou je toch moeten kunnen zijn wie je bent?
    Het lijkt mij een geval van kleine moeite groot effect.

    [Reactie gewijzigd door Groot, Lex op 18-10-2022 08:07]

  • A. Kaemingk

    docent, blogger, psycholoog, Maastricht

    Wat een fijne bijdrage en wat een lange weg is er toch afgelegd. Bravo voor Maddalena Giacomozzi en Flori Sintenie dat ze hun kennis en ervaringen willen delen. Dit brengt ons weer verder met noodzakelijke kennis.

    Het zou een no-brainer moeten zi...jn, maar diversiteit is nog altijd een flink onderbelicht onderwerp in de medische praktijk, terwijl het cruciaal is voor goede zorg en elke zorgverlener er dagelijks mee geconfronteerd wordt. Je kunt je patiënten niet onvoorwaardelijk serieus nemen zonder interculturele sensitiviteit.

    Hoe kun je immers antwoord geven op de centrale vraag in elk zorgcontact: 'Hoe kan ik deze mens die hier voor me zit met hulpvraag of zorgbehoefte nu op dit moment het beste helpen?' zonder iets te weten over mogelijke achtergronden, zonder de juiste vragen te kunnen stellen, zonder over je eigen waarden en normen te hebben nagedacht?

    Gereedschap: kennis over jezelf en de ander, en de vaardigheden om leemtes in de kennis te vullen met oprechte belangstelling. Dit artikel helpt alvast weer een beetje.

  • A. G?bel

    Huisarts

    Onze ruimdenkendheid wordt wel erg op de proef gesteld door dit soort berichten. Op het moment van aanspreken ben ik eerlijk gezegd niet bezig met hoe iemand zich diep van binnen voelt. Er zijn praktische grenzen aan wat je van anderen kunt verlangen.... Ik ben niet gauw geneigd mensen met 'die' , 'het' of 'hun' aan te spreken en ga dat dus waarschijnlijk niet doen. Ik denk dat handig omzeilen de beste optie is. Mocht het zo zijn dat iemand zich anders voelt dan zijn geboortegeslacht aangeeft, dan adviseer ik genoegen te nemen met de manier waarop je in het dagelijks leven wordt aangesproken en te accepteren dat een ideale wereld, ook voor 'genderdivers, gendernonconformisten of queers’, niet bestaat.
    Uitspraak uit dit artikel: ‘Het gaat ook om ergens rekening mee houden uit medisch-technisch oogpunt. Bij gynaecologie is het wel van belang om te weten of iemand een baarmoedermond heeft om een uitstrijkje af te nemen. Dat moet je gewoon vragen als je het niet uit het dossier kunt halen.' Ik ga er van uit dat een transvrouw of transman mij van te voren inlicht voordat ik als huisarts wel of niet een uitstrijkje wil maken. Dus hoezo moet ik dat 'gewoon vragen als ik het niet uit het dossier kan halen'? Misschien een goed idee om als transmensen met elkaar af te spreken dat je er als patiënten een handige gedragscode op nahoudt zodat de dokter en patiënt niet in hun hemd staan.

    Wat mij betreft vrijheid blijheid en respect voor iedereen maar die 'juiste aanspreektitel'? Bij voorbaat mijn excuses als ik me vergis, maar dat komt dan door je uiterlijk. Met het innerlijk kan ik me niet teveel bezighouden op het moment dat ik je hartelijk wil begroeten.

  • Hanneke Kouwenberg

    Fachärztin für Nuklearmedizin und Radiologie, Duitsland

    Ik heb het met collega Giacomozzi eens dat het registreren van genderidentiteit náást biologisch geslacht (onderzoek in) de seksespecifieke gezondheidszorg niet schaadt. In tegendeel: juist doordat de twee begrippen zo vaak verwisseld worden, bestaat... een reëel risico dat waar naar geslacht gevraagd wordt, bij een deel van de populatie genderidentiteit wordt aangegeven, hetgeen de onderzoeksresultaten vertroebelt. De begrippen te scheiden schetst helderheid omtrent hetgeen bedoeld wordt - al valt te verwachten dat na een aantal jaren maatschappelijke verwarring hieromtrent enige voorlichting wellicht op zijn plaats is.

    Ik was recentelijk in NEMO waar tal van wetenschappers ook een genderneutraal symbool aanboden om aan te klikken bij de vraag "wat is je geslacht". Naar ik aanneem probeerden ze op die manier niet de mensen met een DSD te identificeren. Het gevolg is wel dat je een gemengde groep krijgt, van wie de bevindingen natuurlijk in het midden uitkomen, mocht zich een bimodale verdeling aangaande de geslachten aftekenen. Dat vertroebelt de bevindingen, betekent niet dat mensen die zich niet ervaren als typisch man of typisch vrouw ook daadwerkelijk tussen de geslachtsgerelateerde (persoons-) kenmerken bevinden. Alle reden dus, voor het scheiden van de twee.

    Hoewel we als zorgverleners absoluut de taak hebben een veilig kader voor onze patiënten te schetsen, zijn "pronouns" in een één op één gesprek volstrekt overbodig. Ten opzichte van derden is er genoeg genderneutraal vocabulaire ter beschikking om "meneer" en "mevrouw" te omzeilen. Daar komt bij dat, om net Andrew Doyle te spreken, de Progressflag, door sommigen (vooral homoseksuelen die zich in het nauw gedrongen voelen door de herdefiniëring van homoseksualiteit naar "aangetrokken tot hetzelfde gender") dan weer als offensief wordt ervaren.
    Het presenteren van "pronouns" is dan ook, net als het ophangen van vlaggen, vooral virtue signaling - en staat los van de empathie waarmee we als zorgverleners onze patiënten tegemoet treden.

    [Reactie gewijzigd door redactie op 14-10-2022 11:48]

  • W. van Harmelen

    Gynaecoloog

    Goed idee om gender­identiteit en biologisch geslacht te registeren. Navraag hoe aangesproken te willen worden [liefst ook fonetisch] maakt het extra gemakkelijk om de patiënten correct aan te kunnen spreken. Graag vraag ik, als gynaecoloog, ook uit ...of er sprake is van een vaste relatie met eventuele (toekomstige) kinderwens en/of promiscue gedrag. Begrijpelijk relevant en ónafhankelijk van wat er wél of (misschien wel beter dan) níet in je paspoort staat. Registreer het als patiënt dan wel graag eerst in je eigen PGO.nl (gekoppeld aan mijn EPD) want ik hou te weinig tijd over voor de échte ziekte.

  • Basisarts, Rotterdam

    Ik ben blij om te zien dat medisch contact eindelijk een artikel plaatst over dit onderwerp, geschreven door personen die ook werkelijk uit de queer community komen én actief betrokken zijn bij het onderwerp.

  • J.M. Keppel Hesselink

    pijnarts, Bosch en Duin

    Het lijkt wel of we geterroriseerd worden door dit schijnbaar enorm hippe onderwerp. Ik sprak vandaag met twee klinisch hoogleraren, die beiden een geniaal voorstel hadden. Gewoon verder niet meer over praten, en in het paspoort bij geslacht een X vo...or elk genoom patroon met een X (dus XX en XO bv) en een Y voor elk met een Y (dus XY, en XXY). X staat voor vrouw, en Y voor man. En als iemand zich wil kleden als een man, gewoon doen, of als een vrouw. Ik hoorde ook dat in Amsterdam ht parkeergeld gebruikt gaat worden voor gender-neutrale WC's. Ik hoop dat dit nonsense is het lijkt me dat er belangrijkere populaties zijn, zoals daklozen die een dak boven het hoofd verdienen. Het slaat allemaal behoorlijk door, deze gender crise van onze maatschappij. ...

    • E.M. Standaert

      basisarts, Amsterdam

      Herinnert u zich nog (en de collega's die uw reactie waarderen met een duimpje) dat u studeerde of net als arts begon, en dat u bij sommige uitlatingen van meer ervaren, hoog opgeleide, maar ook oudere collega's of publieke figuren dacht: "Dat gaat n...iet meer op, de tijden veranderen! Waren ze toch maar nieuwsgieriger, meer bereid zich te verdiepen in het standpunt waartegen ze ageren, zodat ze in elk geval begrepen waar het om gaat. Beseften ze maar hoe onbewust onbekwaam ze hierin zijn, en hoe makkelijk dat te verhelpen is door een beetje nieuwsgierigheid"? Herkent u deze gedachten nog?

      U had het erover met twee anderen en jullie voorstel is: het er niet meer over hebben. Behalve jullie dus onderling. En u nu hier...
      Het er niet meer over hebben lukt dus niet en daarom kunnen we maar beter nieuwsgierig zijn; proberen te doorgronden waarom toch steeds meer mensen iets in die standpunten lijken te zien. Het is leuker en scherpt de geest meer dan mopperen met gelijkgestemden. Dan kunt u nog steeds vinden wat u vindt, maar zult u nooit gaan lijken op die vastgeroeste, rigide mensen van vroeger.
      (En laten we hierin geen woorden als "terroriseren" gebruiken. Dat is niet nodig en wel vervelend.)

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.