De goede kanten van hepatitis C

Patiënten die een levertransplantatie ondergaan in verband met een chronische hepatitis-C-infectie kunnen baat hebben bij diezelfde infectie. Een afweerreactie die het virus op gang brengt, kan eraan bijdragen dat de nieuwe lever niet wordt afgestoten. Dit blijkt uit onderzoek van Felix Bohne e.a. dat in Science Translational Medicine verscheen.

Bij 34 getransplanteerde patiënten – met hepatitis C – werd gestopt met de immunosuppressiva. In het jaar dat daarop volgde, hoefde de helft van hen niet opnieuw met de medicijnen te beginnen. In die groep was – nog vóór het stoppen van de pillen – sprake van overexpressie van type-1-interferon en immunoregulatoire genen en toename van bepaalde T-cellen. In een begeleidend persbericht zegt onderzoeker Ulrike Protzer dat het interferonsysteem bij sommige patiënten met een chronische infectie altijd actief is, en andere afweerreacties indamt. Dit proces zou afstoting van vreemde organen kunnen remmen.

Daarmee kan nog niet worden voorspeld bij welke patiënten afstoting plaatsvindt, en bij welke niet. Daarvoor zijn er te veel verschillende factoren die een rol spelen bij dit proces. Wel heeft dit onderzoek aangetoond dat chronische hepatitis-C-infectie niet per definitie uitsluit dat iemand zonder immunosuppressiva kan, integendeel zelfs.

Sophie Broersen

Sci Transl Med. 2014 Jun 25;6(242):242ra81. doi: 10.1126/scitranslmed.3008793.

Lees ook:

• Onnodige sterfte door hepatitis b en c
• De kloof tussen kennis en praktijk