Laatste nieuws
Hugo van der Wedden
4 minuten leestijd
opinie

Boodschap over reanimatie moet eenduidig zijn

Plaats een reactie

OPINIE

Tegengestelde conclusies van artsen leiden tot verwarring bij ouderen

Iedereen kan tegenwoordig zelf een keuze maken: wil ik wél of niet gereanimeerd worden? Maar waar wat is wijs? Als de ene groep artsen iets totaal anders beweert dan de andere, is dat nog knap lastig, zegt medisch socioloog Hugo van der Wedden, die afstudeerde op reanimatie.

In de onlangs verschenen folder van de Nederlandse Reanimatieraad – Wel of niet reanimeren? – staat een zin waarvan ik haast tranen in mijn ogen krijg. ‘Als men goed geïnformeerd is, kan men een afgewogen beslissing nemen over wel of niet reanimeren.’ Dat wat zo vanzelfsprekend klinkt, goede informatie, een afgewogen beslissing, was nog niet zo lang geleden een utopie. De wenselijkheid van reanimatie werd door arts en overheid tot voor kort stilzwijgend aangenomen. Qua informatie moest de samenleving het doen met reclamefilmpjes van de Hartstichting of actiescènes uit Grey’s Anatomy.

Een prachtige stap dus van de Reanimatieraad, maar helemaal spontaan is de folder niet verschenen. Het lijkt vooral een reactie op de richtlijn Anticiperende besluitvorming over reanimatie bij kwetsbare ouderen, die april vorig jaar het licht zag. Een coalitie van huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en verpleegkundigen trad als eerste naar buiten met stevig onderbouwde informatie over kansen en risico’s van reanimatie bij ouderen. Het geschetste beeld stemt niet vrolijk. Slechts 8 procent van mensen ouder dan 70 zou levend uit een reanimatie komen. Van die groep is volgens het onderzoek de helft neurologisch ernstig beschadigd.

Onrust
De richtlijn, die veel media-aandacht kreeg, leidde tot onrust onder artsen. De Reanimatieraad verweet de onderzoekers in Medisch Contact (MC 19/2013: 1030) verkeerde cijfers te gebruiken: deze waren verouderd en afkomstig uit het buitenland. Ze zouden weinig zeggen over de hedendaagse Nederlandse situatie. Hans van Delden, auteur van de richtlijn en een autoriteit op het gebied van reanimatie, antwoordde ietwat vilein dat hij weinig anders kon: cijfers over uitkomsten bij Nederlandse ouderen waren door de Reanimatieraad nooit beschikbaar gesteld. Impact had de richtlijn hoe dan ook: na publicatie viel de niet-reanimerenpenning van de NVVE nauwelijks aan te slepen.

Sindsdien is de sfeer er niet beter op geworden. Als arts en epidemioloog Luc Bonneux in Medisch Contact (MC 29-30/2014: 1443) schrijft dat de voordelen van de draagbare defibrillator schromelijk worden overdreven, schetsen cardioloog Ruud Koster en intensivist Michael Kuiper in een reactie een compleet tegengesteld beeld. Niet veel later volgt een oorlogsverklaring aan de populaire niet-reanimerenpenning. Op de opiniepagina van Trouw (30 augustus 2014) stellen Frank Bosch en Yvo Smulders dat het draagbare behandelverbod best genegeerd mag worden in een noodsituatie. Het zou immers kunnen dat de eigenaar van de penning depressief is, of een te negatief beeld van reanimatie heeft. Die opinie leidde binnen de beroepsgroep weer tot woedende reacties, met name in Medisch Contact (MC 41/2014: 2006).

Eigen waarheid
Critici en ambassadeurs van de reanimatiepraktijk houden er beiden een eigen waarheid op na. En die verschillende waarheden bereiken inmiddels een breed publiek. De onlangs verschenen folder van de Reanimatieraad is qua toonzetting behoorlijk optimistisch. In de vorig jaar verschenen richtlijn is nog sprake van een succespercentage van 8 procent onder mensen ouder dan 70. De Reanimatieraad spreekt van 25 procent overlevers, en maakt daarbij geen onderscheid tussen mensen van middelbare leeftijd en bejaarden. ‘Leeftijd’, zo staat er, ‘is strikt genomen geen reden om van reanimatie af te zien’.

Ook over restschade komt de Reanimatieraad met een ander verhaal. Niet de helft van de bejaarden leeft neurologisch ernstig beschadigd verder, nee, slechts 2 tot 4 procent is na reanimatie afhankelijk van zorg. Overlevenden, ook bejaarden, geven de kwaliteit van leven een dikke zeven.

Een derde punt waarover meningsverschil bestaat, is het sterven. Of nu 8 of 25 procent overleeft, feit blijft dat de overgrote meerderheid van de ouderen die een reanimatie ondergaat, alsnog overlijdt. Beide partijen besteden verrassend weinig aandacht aan dat belangrijke gegeven. Want hoe sterf je eigenlijk als een reanimatie niet succesvol verloopt? De Reanimatieraad stelt in haar folder dat je niets merkt van een reanimatie. ‘Als je het niet overleeft, ben je nooit meer bij bewustzijn geweest.’ De critici schrijven iets anders in hun richtlijn: ‘Indien een reanimatie niet slaagt, kan dat tot schade en een verstoord stervensproces leiden’. Een visie die overigens nauwelijks wordt uitgewerkt.

Onprofessioneel
De toegenomen informatievoorziening en keuzevrijheid rondom reanimatie is een uitstekende ontwikkeling. Het maakt echter een onprofessionele indruk als de ene groep artsen iets totaal anders beweert dan de andere. Daar zijn ouderen, die twijfelen over nut en noodzaak van reanimatie, niet bij gebaat. Mij lijkt het verstandig als critici en ambassadeurs rond de tafel gaan. Gezamenlijk kunnen zij dan een genuanceerd verhaal over reanimatie presenteren, waarin alle
kanten worden belicht.

Mocht het zover komen, dan hoop ik dat de wijze van sterven na een niet-succesvolle reanimatie breder aan bod komt dan nu het geval is. Zelfs als 25 procent van de reanimaties succesvol is, sterft de overgrote meerderheid alsnog. In de voorlichting over reanimatie verdient de dood dan ook meer dan een bijzin, zeker waar het gaat om kwetsbare ouderen. Als ik 80 was en zou twijfelen over reanimatie, dan wilde ik ook weten hoe mijn sterfbed er mogelijk uit zou komen te zien.



Hugo van der Wedden
verpleegkundige en medisch socioloog

contact: hugovanderwedden@gmail.com; cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld



Zie ook het opinieartikel van Frank Bosch en Yvo Smulders: Niet-reanimeren-penning is geen oplossing


Lees meer


© iStock
© iStock
opinie reanimeren ouderen reanimatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.