Arboarts deed zich ten onrechte voor als bedrijfsarts
Plaats een reactieKlager is uitgevallen op zijn werk en heeft tweemaal een telefonisch consult gehad met een arboarts (verweerder). Deze was toen niet meer geregistreerd als bedrijfsarts. Na elk consult heeft de arboarts een ‘bijstelling probleemanalyse’ opgesteld en deze ondertekend als bedrijfsarts.
Hij oordeelde dat klager weer aan het werk kon. Hierop heeft klager een second opinion en vervolgens een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd, dat oordeelt dat klager zijn eigen werk niet kan doen.
Klager verwijt de arboarts dat hij zich voordoet als bedrijfsarts en dat hij advies heeft uitgebracht zonder overleg met een supervisor en na enkel een telefonisch consult. Volgens het college heeft de arboarts zich ten onrechte voorgedaan als bedrijfsarts. Daarnaast was er geen supervisie door een bedrijfsarts, zoals de NVAB voorschrijft. De arboarts is er zelf verantwoordelijk voor dat zijn supervisie goed is geregeld. Hij mocht het advies wél baseren op een telefoongesprek. Klacht op onderdelen gegrond. Berisping.
RTG Amsterdam, 5 februari 2021
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
- Er zijn nog geen reacties