Laatste nieuws
Laura ter Steege
3 minuten leestijd
Wetenschap

Patiënt met hartstilstand in Nederland niet beter af met hart-longmachine

5 reacties
Getty
Getty

Het gebruik van een hart-longmachine bij reanimaties heeft in Nederland geen meerwaarde. Zo concluderen onderzoekers van het Maastricht UMC+ in NEJM.

Hiervoor zette Van de Poll samen met collega’s een multicenterstudie op, waaraan tien Nederlandse ziekenhuizen deelnamen. ‘Vrijwel iedereen in Nederland die met ECMO (extracorporele membraanoxygenatie) werkt, heeft aan de studie meegedaan.’ Tussen mei 2017 en februari 2021 includeerden zij gezamenlijk 134 patiënten die een hartstilstand buiten het ziekenhuis kregen. Op basis van loting belandden 70 patiënten in de ECMO-groep en 64 patiënten in de conventionele-reanimatiegroep. De onderzoekers stelden vervolgens vast hoeveel mensen overleefden én nog zelfstandig konden functioneren.

Arbeidsintensief

‘Tegen onze verwachting in blijkt ECMO de kans op een goede afloop na een hartstilstand niet noemenswaardig te vergroten.’ Na dertig dagen hadden veertien patiënten (20%) in de ECMO-groep de gewenste uitkomst, en tien patiënten (16%) in de conventionele-reanimatiegroep. ‘Er is een reële kans dat dit verschil op toeval berust. En anders gaat het om zo’n klein verschil, dat het niet relevant is als je rekening houdt met de kosteneffectiviteit en de doelmatige inzet van zorgpersoneel.’

ECMO bij reanimaties is arbeidsintensief. Dat is volgens Van de Poll een groot probleem bij deze techniek. ‘Je hebt een heel team, of eigenlijk een hele keten nodig.’ Dit begint op straat. ‘De ambulancemedewerkers moeten potentiële kandidaten voor de behandeling herkennen. Als het niet lukt om de circulatie op gang te krijgen met een hartmassage en defibrillaties, dan moet de ambulance het ziekenhuis snel inschakelen zodat ze daar alles gereed kunnen maken.’ In het ziekenhuis zijn vier tot zes mensen extra nodig bovenop het reanimatieteam. ‘Deze mensen moeten allemaal naar de Spoedeisende Hulp of vaatkamer komen om de procedure uit te voeren. Het is een logistieke uitdaging.’

Inclusiecriteria

Het is volgens Van de Poll lastig om voldoende routine te krijgen in de procedure, omdat slechts 6 procent van de mensen met een hartstilstand buiten het ziekenhuis voldoet aan de gestelde inclusiecriteria. Om voor ECMO in aanmerking te komen moesten patiënten in de studie 18 tot 70 jaar oud zijn, een getuige moest de hartstilstand hebben waargenomen, en medische hulpverleners of een aed moesten een ventriculaire ritmestoornis hebben vastgesteld. Patiënten waarbij de circulatie dankzij reanimatie binnen een kwartier na de hartstilstand weer op gang kwam werden uitgesloten. Dit gold ook voor mensen met terminaal hartfalen, ernstige longziekten, uitgezaaide kanker, vermoedelijke zwangerschap, een bypassoperatie, of wanneer zorgverleners de hart-longmachine niet binnen een uur konden aansluiten.

Investeringen niet in verhouding

Twee eerdere studies naar ECMO bij reanimaties tonen tegenstrijdige resultaten. Een Amerikaanse studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege de superioriteit van de procedure, terwijl een Tsjechische studie juist werd stopgezet omdat tussentijdse analyses aantoonden dat de procedure zinloos was. De situatie in de Amerikaanse Arrest-studie is volgens Van de Poll niet vergelijkbaar met de Nederlandse situatie. ‘In Minneapolis – een stad met 3 miljoen inwoners – staan vier locaties klaar om 24/7 de procedure binnen tien minuten uit te voeren. Om dat te realiseren heeft een privéfonds 18 miljoen dollar beschikbaar gesteld. Het is niet realistisch om te verwachten dat we dit in Nederland, waar we meer gebalanceerd met onze middelen omgaan, ook kunnen.’

Dat de resultaten in deze Nederlandse studie tegenvallen, wil volgens Van de Poll niet zeggen dat zorgverleners ECMO helemaal niet moeten gebruiken bij reanimaties. ‘Ik ben ervan overtuigd dat er – ook in onze studie – mensen zijn die het dankzij ECMO hebben gered.’ Alleen staan de investeringen bij de onderzochte methode volgens hem niet in verhouding tot de gezondheidswinst. De eerste cijfers van een nog niet voltooide kosteneffectiviteitsanalyse suggereren volgens Van de Poll dat de kosten per qaly (quality-adjusted life year) ongeveer 200 duizend euro bedragen in het eerste jaar. ‘Dat is fors boven de drempel die we momenteel in Nederland aanhouden. Het levert waarschijnlijk meer gezondheidswinst op om dit geld ergens anders in te zetten, en dat geldt ook voor het zorgpersoneel. Je moet ook rekening houden met de inspanning die dit kost.’

Traumaheli’s

‘Onze studie sluit niet uit dat ECMO met een andere procedure wellicht wel effectief is bij reanimaties.’ Er loopt momenteel een onderzoek waarbij traumaheli’s ECMO ter plaatste aansluiten, en waarbij de patiënt dus niet eerst naar het ziekenhuis wordt gebracht. ‘Misschien dat deze tijdwinst een verschil maakt. Het gaat hierbij bovendien om kleine teams, die met deze procedure meer routine zullen opbouwen.’ Daarnaast zijn Van de Poll en collega’s nog bezig met aanvullende analyses om te zien of de door hen gebruikte methode voor een bepaalde subgroep patiënten wel voordelig uitpakt.

Lees ook
Nieuws Wetenschap reanimatie hartstilstand MUMC
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.J. Mitra

    arts en jurist, onafhankelijk medisch adviseur ArtsTotaal (o.a. letselschade), Schaijk

    Misschien is het ook tijd om onze ambulance-strategie in zijn algemeenheid te heroverwegen. Waar in Duitsland een intensivist/anesthesist meegaat om ter plekke te behandelen, hebben we in Nederland gekozen voor Scoop & Run. Dit laatste is natuurlijk... deels ingegeven door de voorheen hoge dichtheid van zorginstellingen, maar dat wordt steeds meer achterhaald door faillissementen en fusies, terwijl de verkeersdrukte wel enorm is toegenomen.

    Zomaar een gedachte; hoe moeilijk kan het zijn om bijvoorbeeld een auto van de huisartsenposten, die een groot deel van de dag toch stil staan met ook lege gebouwen, in te zetten als volgauto van een ambulance. Laat daar een arts met chauffeur en een ECMO unit in rijden naar alles dat riekt naar (mogelijke) reanimatie en verder ook alle grote verkeersongevallen met letsel en overige grote traumata. Deze kun je apart aansturen en inzetten afhankelijk van wat er speelt als er een ambulance wordt gestuurd en ook doorsturen als elders inzet nodig is.

    Niet alleen wordt dan het nadeel van te laat ECMO aansluiten ondervangen, maar is ook extra ondersteuning voor ambulancepersoneel beschikbaar, ook zonder dat inzet van meerdere ambulances per patiënt nodig is. Mogelijk kan het ook belasting van de politie schelen bij out of hospital cardiac arrests, aangezien zij vaak als eerste ter plaatse zijn, maar dan ook sneller weer door kunnen. En er hoeft niet apart een huisarts te komen schouwen (met vaak ook weer vertraging) als de eventuele reanimatie niet lukt, hetgeen ook veel scheelt in de belasting van het hele systeem en de emoties van de naasten.

    Al met al scheelt het mijns inziens in de belasting van de hele keten en betaalt het zich daarmee ook heel snel terug. Ook als de reanimatie wel slaagt, want iemand is sneller gestabiliseerd op de SEH en kan dan door naar de IC, waardoor de grote groep betrokken zorgverleners ook weer sneller toekomt aan andere zorg.

    [Reactie gewijzigd door Mitra, Peter John op 03-02-2023 11:25]

    • Huisarts, Streefkerk

      "een auto van de huisartsenposten, die een groot deel van de dag toch stil staan".

      Een auto is volstrekt nutteloos zonder dat er mensen inzitten. Dan is het alleen maar een auto. Waar moeten die mensen vandaan komen?

      • P.J. Mitra

        arts en jurist, onafhankelijk medisch adviseur ArtsTotaal, Schaijk

        Geachte collega Bruijn,

        Natuurlijk is mijn voorstel niet zo simplistisch als enkel het klaarzetten van de materialen en dan kijken wie er in de auto springt, dat begrijpt u zelf ook wel.

        Bemanning moet worden voorzien, deels wellicht nieuwe aanwas..., deels wellicht voortkomend uit de bestaande pool aan chauffeurs van de post (meerdere nabij gelegen posten kunnen natuurlijk ook delen). De arts kan een apart ingeroosterd dienstdoende medisch specialist (bijvoorbeeld SEH-arts, intensivist, anesthesist, cardioloog) in het ziekenhuis nabij de post zijn, die zonder oproept gewoon mee kan draaien op poli of zaal/SEH. Deze situatie hoeft niet erg anders te worden bezien dan hoe nu bijvoorbeeld bemanning van trauma heli's en MICU's wordt geregeld.

        Mijn punt is vooral dat er een mouw aan te passen is, zonder dat er direct vele miljoenen mee gemoeid hoeven te zijn. En dat het voor de gehele keten voordeel kan opleveren. Op zijn minst zou dat al genoeg reden moeten zijn om te kijken of zoiets haalbaar is, lijkt mij.

        [Reactie gewijzigd door Mitra, Peter John op 03-02-2023 11:53]

  • O.A. van Meer

    SEH-arts

    De studie bevestigt wat we van andere onderzoeken al een beetje wisten: als het (gemiddeld) 5 kwartier duurt na collaberen totdat de ECMO loopt, heeft het geen toegevoegde waarde meer, zelfs niet in een geselecteerde patientengroep.
    Mochten we de ti...jd tot ECMO kunnen verkorten (bijvoorbeeld: scoop and run, meer routine in de gehele keten, of prehospitaal plaatsen, etc.), zou ECMO voor veel patienten het verschil kunnen maken.

    [Reactie gewijzigd door Meer, Oene van op 02-02-2023 20:36]

  • Huisarts, Streefkerk

    Bart Buijn,

    Zoals ik een heel wijs intensivist kortgeleden heb horen zeggen: "Een ecmo is alleen toe te passen bij mensen die hem niet nodig hebben".

    Nu ben ik geen intensivist, verre van. Maar ervaring met patiënten die al of niet terugkwamen... van de IC na ecmo hebben niets gedaan om deze uitspraak onwaar te laten lijken.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.