Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
2 minuten leestijd
Wetenschap

Mythes en misverstanden over het microbioom

4 reacties

Over de rol van de menselijke darmflora bij gezondheid en ziekte (het microbioom) doet een aantal hardnekkige mythen de ronde. Twee microbiologen, Alan Walker en Lesley Hoyles, sommen ze in Nature Microbiology op en ontkrachten ze.

Bijvoorbeeld dat de menselijke darmflora 1 tot 2 kilogram weegt – waarschijnlijk is dat minder dan 500 gram – en dat er tienmaal zoveel microbiota zijn dan menselijke cellen – de verhouding ligt waarschijnlijk dichter bij 1 op 1. Nog zo’n foutief getal: er zouden zich 1012 bacteriecellen in elke gram menselijke ontlasting bevinden. Het werkelijke cijfer, vastgesteld met behulp van meetmethoden als flowcytometrie en PCR, ligt tussen 1010 en de 1011 microbiële cellen per nat gewicht gram feces.

Maar er zijn belangrijkere mythes. Bijvoorbeeld de bewering dat het grootste deel van de darmflora overerft via de moeder. Hoewel sommige micro-organismen tijdens de geboorte rechtstreeks van moeder op baby worden overgedragen, zijn verhoudingsgewijs maar weinig microbiotasoorten echt 'erfelijk'. Het grootste deel van de diversificatie van de darmflora vindt plaats na de geboorte, tijdens de eerste levensjaren. Walker en Hoyles: ‘Elke volwassene eindigt met een unieke microbiotaconfiguratie, zelfs identieke tweelingen die in hetzelfde huishouden zijn opgegroeid.’

Dat de meeste ziekten terug zouden gaan op schadelijke interacties tussen microbiële gemeenschappen en hun gastheer is al even ‘overdreven en simplistisch’, stellen ze vast. Micro-organismen of metabolieten die in de ene context schadelijk zijn, richten in een andere geen schade aan. Voorbeeld: Clostridium difficile kan gedurende het hele leven

asymptomatisch blijven en veroorzaakt alleen problemen op oudere leeftijd wanneer de gastheer immuungecompromitteerd is en wordt behandeld met antibiotica.

En zeker, heel wat ziekten correleren met veranderingen in de samenstelling van de darmflora, maar deze ‘dysbiose’ is niet veel meer dan een, volgens Walker en Hoyles, vage term met beperkte klinische toepasbaarheid. Het is best waarschijnlijk dat ‘dysbiose’ kan bijdragen aan de ziekteprogressie bij sommige aandoeningen, zoals inflammatoire darmziekten, maar die veranderingen in de darmflora zijn zelden consistent en verschillen enorm tussen individuen. Hun harde conclusie is dan ook dat het buitengewoon moeilijk is om ziekmakende configuraties van de darmflora te identificeren met voor de klinische praktijk vereiste specificiteit en reproduceerbaarheid. Waarbij nog niet eens rekening is gehouden met bekende confounders zoals leeftijd, body mass index (BMI), geslacht en medicatie.

Wat je in dat verband de laatste jaren ook veel hoort is dat de verhouding tussen Firmicutes en Bacteroidetes – de twee stammen die tezamen 80 procent van alle darmbacteriën uitmaken – is veranderd bij obesitas. Niet waar, want voornamelijk gebaseerd op onderzoek bij knaagdieren en slecht onderzoek bij mensen. Bovendien zijn er inmiddels drie meta-analyses beschikbaar die laten zien dat deze stelling niet houdbaar is.

En mensen, geschiedenis is een belangrijk vak, ook in de biomedische wetenschap kun je niet zonder. Zeg dus niet dat microbioomresearch een nieuw veld van onderzoek is, bezweren Walker en Hoyles. Want ja, de vooruitgang op dit gebied mag dan de laatste vijftien jaar een hoge vlucht hebben genomen, er ging een rijke historie aan vooraf. Die begon al aan het eind van de negentiende eeuw: E. coli werd voor het eerst geïsoleerd in 1885, bifidobacteriën werden beschreven in 1899 en de beroemde Russisch-Oekraïense microbioloog Eli Metchnikoff (Nobelprijs 1903!) speculeerde begin 20ste eeuw al over het belang van gunstige darmmicro-organismen. Ook de darm-breinas is al lange tijd onderwerp van onderzoek en de gezondheidseffecten van belangrijke met de darmflora geassocieerde metabolieten, zoals vetzuren met een korte keten, werden al meer dan veertig jaar geleden voor het eerst gerapporteerd. Het is maar dat u het weet.

Lees verder

Nieuws Wetenschap microbioom
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • C. Jansen

    uroloog, Drachten

    Het was bedoeld als antwoord op de vraag "weten jullie hier meer over". Op dit moment doe ik er nog niets mee.

  • W.F.J. Kools

    huisarts, Loon op Zand

    'Het microbioom van long covid patienten is anders samengesteld' luidde de titel van een artikel in MC op 27 januari 2022. Het microbioom lijkt steeds belangrijker in het kader van ons immuunsysteem. In Venlo (van Maastricht University) kun je een fa...ecesmonster laten onderzoeken en dan krijg je een verslag hoe je microbioom is samengesteld. Ook krijg je dan eventueel een advies hoe dit te 'verbeteren' met behulp van je voeding. Klinkt allemaal hoopvol! Alle long covid patienten maar wat faeces laten onderzoeken! Lijkt mij wel de moeite waard om verder te onderzoeken. Weten jullie hier meer over?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.