Kunstalvleesklier straks mogelijk een optie na pancreatectomie

Na een totale pancreasresectie was de tijd (in procenten) waarin de bloedglucose binnen de streefwaarde lag na de behandeling met een kunstalvleesklier hoger dan bij de reguliere insulinebehandeling. Dat schrijven Charlotte van Veldhuisen e.a. in JAMA Surgery op basis van een studie met tien patiënten.

Een kunstalvleesklier is een apparaat dat de afgifte van insuline en glucagon automatisch reguleert. Het werd oorspronkelijk ontwikkeld voor de behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 1. De onderzoekers wilden weten of de kunstalvleesklier een geschikt alternatief is voor de pancreas nadat die geheel is verwijderd, bijvoorbeeld vanwege een carcinoom.

Randomisatie bepaalde de volgorde van de postoperatieve behandeling: een zevendaagse behandeling met de kunstalvleesklier gevolgd door een even lange behandeling reguliere insulinebehandeling (pen of pomp) of andersom.

Bij de behandeling met de kunstalvleesklier was het percentage tijd dat de bloedglucosewaarde binnen het streefbereik lag (euglykemie) hoger dan na de reguliere insulinebehandeling (78 versus 57%). Vooral ’s nachts was het verschil opvallend. Ernstige bijwerkingen of complicaties bleven uit.

In een commentaar schrijven Ville Sallinen e.a. dat de totale pancreasresectie als behandeloptie weer in de belangstelling komt te staan door de opkomst van nieuwe technieken als de kunstalvleesklier. De onderzoeksresultaten vinden ze bemoedigend. Voor een oordeel over de effectiviteit en veiligheid is echter een grotere studie met een langere behandelduur noodzakelijk. De onderzoekers op de website van het Amsterdam UMC melden dat die studie dit jaar nog van start zal gaan.