Huisartsen willen dat NZa strenger optreedt tegen verzekeraars

Actiegroep De Bevlogen Huisartsen (DBH) spant een zaak aan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven tegen toezichthouder NZa. De huisartsengroep vindt dat de NZa zorgverzekeraars strenger aan regelgeving moet houden en hoopt dat op deze manier af te dwingen.

DBH vraagt in de zaak, die is aangespannen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), aan deze bestuursrechter om zich uit te spreken over een NZa-besluit waarin zorgverzekeraar Zilveren Kruis vorig jaar een waarschuwing kreeg voor het schenden van de regels bij de inkoop van huisartsenzorg. DBH vindt dat de NZa zorgverzekeraars in het algemeen onvoldoende aan inkoopregelgeving houdt door hen meestal alleen een waarschuwing te geven bij overtredingen. DBH meent dat de NZa met twee maten meet, en veel strenger optreedt tegen zorgaanbieders die boetes krijgen als zij regels overtreden.

Ongelijk

‘Omdat het klaar moet zijn met de ongelijke positie van huisartsen versus zorgverzekeraars nemen De Bevlogen Huisartsen dit hoog op en leggen we dit slappe besluit van de NZa voor aan het College van beroep voor het bedrijfsleven in de hoop dat de rechter het eindelijk voor de huisartsen zal opnemen’, aldus DBH-voorzitter Christof Zwart in een toelichting op LinkedIn. In de pleitnota stelt DBH verder dat de NZa de toezichtstaak ‘echt niet wil oppakken en ziende blind en horende doof is voor alle desastreuze en demotiverende gevolgen voor huisartsen van dien’.

Tarieven

DBH kondigt tegelijk een tweede gang naar het CBb aan. Vorig jaar vocht DBH namelijk ook de tarieven voor huisartsenzorg aan die de NZa voor 2023 had vastgesteld. Een bezwaar hierover is door de NZa afgewezen en ook dát NZa-besluit wil DBH door het CBb laten toetsen. Het vorig jaar opgerichte DBH wordt volgens eigen zeggen inmiddels door zo’n zevenhonderd praktijkhoudende huisartsen gesteund.

De NZa laat weten ‘het beeld dat we zorgverzekeraars minder streng aan de regelgeving houden dan zorgaanbieders te betreuren’ en zich daar ‘niet in te herkennen’, reageert een NZa-woordvoerder.