Laatste nieuws
Eva Kneepkens
Eva Kneepkens
3 minuten leestijd
Nieuws

Geneesmiddelentekort: apothekers willen arts niet steeds om nieuw recept vragen

6 reacties
Getty Images
Getty Images

In een recente brief aan de informateur over het oplopende medicijntekort pleit apothekersorganisatie KNMP voor een aantal maatregelen. Eén daarvan is: ‘Creëer werkbare oplossingen voor apothekers bij de omgang met tekorten, zoals omzetting naar een alternatief geneesmiddel zonder nieuw recept van de voorschrijver.’

‘Wettelijk moeten we voor alle wijzigingen een nieuw recept vragen’, zegt Aris Prins, openbaar apotheker en voorzitter van de KNMP. Maar als apothekers dat daadwerkelijk voor iedere minieme wijziging zouden doen, ‘dan krijgt de huisarts elk uur een belletje’. Denk bijvoorbeeld aan het afleveren van twee tabletten in een halve dosering als een tablet met de voorgeschreven dosis niet leverbaar is. ‘Zoiets regelen we nu al zelf, maar daarmee overtreden we dagelijks de wet.’

Praktische oplossing

Daarom wil de KNMP met de IGJ, VWS en LHV in gesprek. Hiermee hopen de apothekers tot ‘werkafspraken of een leidraad’ te komen zodat de ‘arts en apotheker’ juridisch zijn geborgd als de apotheker bij een tekort het medicijn omzet naar een ander middel binnen dezelfde therapeutische groep zonder een nieuw recept te vragen. ‘Dit lost het geneesmiddelentekort niet op, maar zorgt wel voor een praktische oplossing als er een tekort is’, zegt Prins. Daarnaast levert het administratieve lastenverlichting op. Wel is het hiervoor ‘noodzakelijk dat goede medicatieoverdracht gewaarborgd is’, zodat de arts kan zien wat de apotheker heeft afgeleverd.

Afgebakend

Een woordvoerder van de huisartsenvereniging LHV laat desgevraagd weten ‘open te staan’ voor een gesprek hierover. Volgens de LHV zijn er ‘met het oog op de Geneesmiddelenwet’ dan ‘landelijke afspraken’ nodig waar ‘de IGJ bij betrokken moet worden’. Daarnaast pleit de huisartsenvereniging voor lokale werkafspraken waarbij duidelijk wordt afgebakend bij welke medicijngroepen met dezelfde werkzame stof de apotheker wel en niet zonder overleg met de voorschrijvend arts het geneesmiddel bij een tekort kan omzetten.

Praktijkvoorbeelden

Zowel de KNMP als de LHV kent voorbeelden van artsen en apothekers die al lokale werkafspraken hebben gemaakt. Dat dit al gebeurt, blijkt ook uit een paar reacties op de pollvraag van Medisch Contact. Hierin schrijft een van de artsen: ‘Lokaal hebben we werkafspraken over vervanging van sommige middelen. De apotheek vangt hierdoor al veel vragen aan mij weg.’ Ook lijken artsen voor dergelijke werkafspraken open te staan. ‘Apothekers zetten soms de medicatie ook zelf om zonder de huisarts te informeren. Bij een goed alternatief vind ik dat prima’.

Bijna de helft van de artsen heeft wekelijks last van geneesmiddelentekort

Medisch Contact vroeg haar lezers wat zij merken van het geneesmiddelentekort. Van de 134 artsen die reageerden, heeft bijna de helft meerdere keren per week last van het geneesmiddelentekort en een derde zelfs dagelijks. Dat een voorgeschreven medicijn niet leverbaar is hoort de arts meestal via de apothekersassistente of apotheker en een enkele keer via de patiënt zelf.

Uit de reacties blijkt dat artsen graag willen dat de apotheker bij een tekort een voorstel doet voor een alternatief. Zo schrijft een arts dat de apothekersassistente meestal belt als een geneesmiddel niet leverbaar is: ‘die wij dan eerst terugverwijzen naar apotheker om met wel leverbaar alternatief te komen. Zucht’. Een ander overlegt graag: ‘Slechts zelden belt de apotheker mij zelf over een tekort. Dit vind ik jammer, want ik vind het waardevol om met de thuisapotheker te overleggen over de eventuele alternatieven en welke middelen dan wel te krijgen zijn. Krijg nu soms het gevoel: los het zelf maar op, zonder dat ik inzicht heb in de voorraden en wanneer middelen weer worden verwacht.’

‘Zomaar een dagdienst op de SEH’

Meerdere artsen schrijven ook bij welke geneesmiddelen ze vaak of recentelijk tegen een tekort aanliepen. Zo beschrijft een SEH-arts een willekeurige dag: ‘Afgelopen zaterdag: patiënte 1 moet worden opgenomen in verband met een exacerbatie COPD, waarschijnlijk veroorzaakt doordat de vernevelmedicatie voor haar Pariboy al een tijdje niet meer verkrijgbaar was. De zuurstof die ze al thuis kreeg bleek onvoldoende. Ondanks het enorme beddenprobleem in onze regio kon ze nog worden opgenomen. Patiënt 2, ook met een exacerbatie COPD, bij influenza, kon toch misschien wel naar huis maar wel met 4dd 2 doses van 20mcg ipratropiumbromide aerosol. Recept gemaakt, voorzetkamer erbij, instructies. Want in de hele regio van Den Helder tot en met Amsterdam geen enkel bed meer vrij. Belt de apotheek: die Atrovent is al een tijdje niet meer leverbaar, en een paar dagen terug hebben we de laatste uitgegeven. Salbutamol mag ze niet. Helaas is het druk op de SEH dus rondbellen naar dienstapotheken in de regio is weinig aanlokkelijk. Dan maar uit de apotheek van de SEH meegegeven. Er liggen er nu nog vier. Hopelijk gaan die nog een tijdje mee....’

Lees ook

Nieuws LHV geneesmiddelentekort
  • Eva Kneepkens

    Eva Kneepkens is arts en promoveerde binnen de reumatologie. Na een postacademische cursus wetenschapsjournalistiek en een stage bij de Volkskrant koos ze voor het journalistieke pad. Ze schrijft voor Medisch Contact onder andere over wetenschap, tuchtzaken en inrichting van zorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • G.K. Mitrasing

    Huisarts, Vogelvrij, Amsterdam

    Typisch actueel voorbeeld van administratieve onzin ligt nog een trede hoger. Wegens tekort aan Ozempic wordt dit middel vervangen door Rybelsus bij patiënten met diabetes. De indicatie voor Ozempic is voor de vergoeding reeds administratief vastgele...gd middels een ZN-formulier. Toch eist de zorgverzekeraar van de apotheker dat bij het voorschrijven van Rybelsus ter vervanging van Ozempic opnieuw het ZN-formulier moet worden ingevuld... uiteraard door de huisarts. Redacties moeten maar eens een onderzoeksteam neerzetten om aan te tonen dat het preferentiebeleid werkelijk succesvol was door alle financiële neveneffecten mee te nemen. Dit gebeurt namelijk niet. Prima onderwerp voor promotieonderzoek. Die vermeende winst schat ik negatief in..

  • H.C. van Gorsel

    Arts n.p. en ervaringsdeskundige opgeleid tot klinisch farmacoloog, Amsterdam

    Hier moet goed onderscheid gemaakt worden tussen wat voor alternatief het precies om gaat.

    Puzzelen met een andere sterkte van het voorgeschreven middel om tot de juiste dosis te komen gebeurt al massaal in de apotheek en moet je artsen inderdaad... vooral niet mee lastig vallen (b.v. 2x 100 mg is ook 200 mg).

    Een stap verder is substitutie waarbij de apotheek kiest welk merk iemand mee krijgt van een middel dat dezelfde werkzame stof in dezelfde dosis bevat. Meestal wordt een geneesmiddel op stofnaam voorgeschreven en kiest de apotheek of het preferentiebeleid van de verzekering welk merk wordt verstrekt. Deze categorie valt al onder bestaande afspraken. Verzekeraars en apotheken zijn er blij mee omdat ze dan zelf kunnen kijken waar ze goedkoop kunnen inkopen. Patiënten die tijdens een lopende behandeling per verstrekking (meestal elke 3 maanden) een ander merk mee krijgen onder het mom van "het is hetzelfde" klagen al jaren dat dit wel degelijk kan leiden tot klachten of verminderde werkzaamheid. Begrijpelijk, van de middelen zijn nl. nooit exact hetzelfde, er zit alleen dezelfde werkzame stof in en de effectieve dosis ligt binnen een range van 80-125% (bioequivalent). De rest van de formulering zoals hulpstoffen is per definitie verschillend want een exacte kopie maken mag niet. Wanneer er wel en niet gewisseld mag worden zijn na jaren discussie vorig jaar afspraken ingevoerd in de Leidraad Verantwoord Wisselen. Hier staat al in dat bij een tekort van merk gewisseld mag worden.

    Therapeutische substitutie gaat en stap verder en is echt een aanpassing van de behandeling. Zo van 'ook een SSRI' of 'werkt ook tegen hoge bloeddruk', dus kan ook. Dat voor vergoeding bepaalde middelen geclusterd zijn betekent niet dat ze exact hetzelfde en zomaar inwisselbaar zijn. Dat een apotheker het verschil niet ziet is logisch, daar zijn ze niet voor opgeleid. Artsen hebben er niet voor niks een lange opleiding voor gevolgd om het verschil wel te zien. Een apotheek zelf laten rommelen in een behandeling zijn ze echt niet toe bevoegd of bekwaam. Helemaal omdat dit soort keuzes over het algemeen door de assistente worden gemaakt en niet de apotheker. Therapeutische substitutie zou zeker niet zonder overleg met de voorschrijver moeten mogen.

  • J.A. van Wijngaarden

    Kaderhuisarts Spoedzorg

    Een wijziging in de werkzame stof moet altijd terug gemeld worden aan de voorschrijvend arts. Anders staat er in het medisch dossier andere medicatie dan de patiënt gebruikt. Soms zijn er oplossingen waarbij apotheek en huisarts dezelfde database geb...ruiken, maar dat werkt niet altijd, niet naar een ziekenhuis, niet naar een huisartsenpost en de huisarts heeft het medicament soms ook op de P regel staan die niet muteert.

    • H.C. van Gorsel

      Arts n.p. opgeleid tot klinisch farmacoloog, Amsterdam

      Het gaat niet alleen om administratie, maar om dat de apotheek vindt dat ze op eigen houtje de behandeling willen overnemen zonder voldoende kennis.

  • M. Hofkamp

    kinderarts n.p.

    In hoeverre weegt al die extra tijd en moeite voor artsen en apothekers op het voordeel van landelijk zo zuinig mogelijk inkopen? En dat nog los van al die wisselingen in toedieningsvorm, van een dosering, gehalte per dosis, zelfs van soort medicijn ...(‘zo goed mogelijke vervanger’) e.d., wat vooral bij veel ouderen tot foute innames leidt.

    • P.J. Mitra

      arts en jurist, onafhankelijk medisch adviseur ArtsTotaal, Schaijk

      Terechte vraag!

      In excel leidt dit tot aanzienlijke besparingen. In de echte wereld tot kosten die door de verzekeraars neergelegd worden bij de *in* de zorg werkenden en patiënten, met naar mijn idee ook netto verlies aan intellectueel kapitaal d...oor steeds minder mensen die nog in de zorg willen werken. En dit alles met een steeds verder hellend vlak, doordat *aan* de zorg werkenden, zoals gezondheidseconomen, steeds vaker (en openlijk, zonder schaamte!) proberen op de stoel van de arts te gaan zitten.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.