‘Duiding Zorginstituut over afbouwmedicatie geeft duidelijkheid’

Een uitspraak van het Zorginstituut kan voor duidelijkheid in een langslepend dossier over afbouwmedicatie zoals taperingstrips zorgen. Dat bepleit de Vereniging Afbouwmedicatie, die in zo’n uitspraak de gelegenheid ziet om desnoods via de rechter helderheid te krijgen over het wel of niet vergoeden van afbouwmedicatie.

De Vereniging Afbouwmedicatie, waar onder andere psychiater Jim van Os bij is betrokken, ijvert al jaren voor standaardvergoeding uit het basispakket van afbouwmedicatie voor antidepressiva. Recentelijk liet demissionair VWS-minister Conny Helder weten dat ze er op dit moment geen heil in ziet om de discussie hierover te beslechten via een op te vragen standpunt van het Zorginstituut.

Duidelijkheid

Maar de Vereniging Afbouwmedicatie stelt in een brief aan Helder dat een Zorginstituut-standpunt ten minste voor duidelijkheid zorgt, die ‘belangrijk is voor patiënten en hun behandelaren’. Ook als het instituut negatief zou oordelen over dergelijke afbouwmedicatie, heeft dat de voorkeur van de vereniging, omdat deze zo’n oordeel vervolgens ‘door de onafhankelijk rechter kan laten toetsen’.

Volgens de vereniging moet het Zorginstituut zich uitspreken over de vraag of ‘magistrale bereide doseringen die vereist zijn voor afbouwschema’s die door huisartsen, psychiaters of andere zorgverleners aan individuele patiënten worden voorgeschreven’ via het basispakket moeten worden vergoed. Want op die manier wordt het standpunt niet verengd tot enkel taperingstrips.