Laatste nieuws
Ilse Kleijne
Ilse Kleijne
1 minuut leestijd
Nieuws

Minister wil huidige vergoeding taperingstrips behouden

3 reacties

Demissionair VWS-minister Conny Helder wil niet dat het Zorginstituut zich op dit moment uitspreekt over afbouwmedicatie voor antidepressiva. Ze verwacht zo te voorkomen dat de huidige beperkte vergoeding van taperingstrips helemaal stopt.

Over afbouwmedicatie van met name veelgebruikte antidepressiva is al jaren discussie gaande. Die spitst zich toe op een aantal vragen: of taperingstrips hiervoor rationele farmacotherapie zijn, of er voldoende wetenschappelijke bewijs is om die vraag te beantwoorden en hoe een afbouwschema in een multidisciplinair opgesteld document over de afbouw van SSRI’s en SNRI’s moet worden geïnterpreteerd. In die discussie is geopperd om het Zorginstituut om een duiding te vragen. Daarvoor pleitte ook de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit), die het raadzaam vond dat het Zorginstituut een standpunt innam over de vergoeding van taperingstrips.

Risico

Maar dat ziet Helder, die de vertrokken minister Kuipers vervangt, niet zitten, meldt zij in een Kamerbrief. Zij voorziet ‘een reëel risico dat het Zorginstituut zal oordelen dat afbouwmedicatie niet voldoet aan de stand van wetenschap en praktijk, aangezien wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp beperkt is’. Dan zouden de strips niet langer vergoed mogen worden uit het basispakket – wat op dit moment, onder voorwaarden, wel gebeurt door enkele kleine verzekeraars.

Helder vindt dat een te groot risico voor ‘veel patiënten die baat hebben bij deze zorg’, en die zorg wil ze hun ‘niet ontnemen’. Daarom legt ze het NZa-advies voor een Zorginstituut-standpunt nu terzijde. Ze verwacht dat er de komende jaren, onder andere op basis van een Nederlandse studie, ‘meer onderbouwing gegeven kan worden’ over welke afbouwmanieren bij welke patiënten effectief zijn.

Het Zorginstituut heeft volgens Helder vorig jaar wel geconcludeerd dat het in 2018 opgestelde afbouwdocument op dit moment volstaat en niet hoeft te worden aangepast.

Lees ook

Nieuws
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen werkt sinds 2016 als journalist bij Medisch Contact. Ze werkte eerder als verslaggever voor regionale dagbladen en een energiekrant.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • psychiater, Heerenveen

    Zo'n onderzoek zal weinig bijdragend zijn ben ik bang. Er is zoveel individuele variatie in reactie op afbouw dat er alleen een soort nietszeggende grote gemene deler uit zal komen die geen recht doet aan de werkelijkheid in de spreekkamer tussen de ...dokter en zijn unieke patiënt.
    Dit kost bovendien geen miljoenen. Bovendien zou de industrie toch ook in staat moeten zijn om goedkoop kleinere doseringen van een bestaand middel te maken, me dunkt dat dat geen rocket science is.
    H. v.d. Pol

    • P.W. Post

      Psychiater, Amsterdan

      Geheel eens collega. Aanvullend daarop: Het probleem in het verleden was dat niet werd voorgelicht, en soms niet erkend, dat afbouw van antidepressiva lastig kan zijn. De onderbouwing voor die erkenning is nu voldoende beschikbaar. En vaak zijn de... huidig beschikbare doseringen van antidepressiva voldoende om het middel af te bouwen. Als het nog langzamer moet kan dat bij sommige middelen met druppels. Maar het is belangrijk om bij de voorlichting rond afbouw te vermelden dat de meeste mensen geen last hebben van stoppen met behulp van de de huidige doseringsmogelijkheden. Mijn ervaring is dat veel mensen denken dat iedereen last zal krijgen bij afbouwen. Dat is niet zo. En dat zou, zonder mensen een schuldgevoel aan te praten als ze wel last krijgen, in de voorlichting over afbouw moeten worden benoemd.

  • P. Dinkelberg

    voorzitter Vereniging Afbouwmedicatie, Apeldoorn

    Op 20 juni 2019 tijdens een Rondetafelgesprek in de Tweede Kamer zei zo'n kleine verzekeraar, die wél taperingstrips vergoedt:

    ' Hoe definieer je rationele farmacotherapie? Hoe toets je aan de wetenschap?
    Ik heb al eerder uitgelegd: het is een ...individuele toetsing. Dus het dilemma waar de zorgverzekeraar mee zit is: hoe moet je nu voor een individu beoordelen of een bepaalde therapie effectief is op basis van wetenschappelijke literatuur?
    Dat is eigenlijk onmogelijk. Ik denk dan eigenlijk ook dat de definitie zoals het Zorginstituut die nog steeds hanteert voor rationele farmacotherapie, dat die ook niet meer van deze tijd is in de periode van personalised medicine, en daarom zie je denk ik ook verschillen [tussen de zorgverzekeraars]'

    In de kamerbrief staat overigens:

    'De NZa concludeert hieruit dat er onbegrip bestaat bij patiënten en zorgaanbieders over de vergoeding van afbouwmedicatie, al dan niet via taperingstrips.'

    Het gaat dus over álle afbouwmedicatie; ook die zónder individuele beoordeling door de zorgverzekeraar al geruime tijd wordt vergoed op basis van 'afspraken' tussen apotheken en zorgverzekeraars.

    Het Zorginstituut kan zelf beslissen of zij een duiding doet, daar is geen vraag van de minister voor nodig. Wat ons betreft; kom maar op met die duiding!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.